Zoekresultaten 18941-18950 van de 44805 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2018:33 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170262

    Klacht tegen eigen advocaat, met wie klaagster een effectieve relatie had, gegrond. Verweerder heeft in zijn optreden jegens klaagster in de advocaat client relatie, prive en zakelijk niet weten te scheiden en is onvoldoende zakelijk, professioneel en los van persoonlijke belangen opgetreden. Waarschuwing. Bekrachtiging.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:15 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 420.2016

    Klacht (gedeeltelijk) gegrond. Maatregel: berisping. De gerechtsdeurwaarder heeft – wat de inhoud daarvan ook zou mogen zijn – helemaal niet gereageerd op de brieven van klager.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2018:4 Kamer voor het notariaat Amsterdam 631462/NT 17-55

    Verschillende klachtonderdelen: schending onderzoeks- en rechercheplicht, niet-naleving Wwft, schending Belehrungspflicht, passeren zonder tolk terwijl uit dossiers niet blijkt dat partijen de Nederlandse taal machtig waren, De kamer stelt vast dat op enkele onderdelen na, alle klachtonderdelen gegrond zijn. Met het BFT is de kamer van oordeel dat sprake is van ernstige normschendingen, die een strenge maatregel rechtvaardigen. De kamer zal echter bij de oplegging van de maatregel rekening houden met het feit dat de notaris heeft blijk gegeven van inzicht in het verwijtbare van zijn handelen en nalaten en inmiddels ook maatregelen heeft getroffen in het kader van de Wwft. Eveneens neemt de kamer daarbij in aanmerking dat de notaris bezig is om zijn praktijk neer te leggen en het protocol binnen afzienbare tijd over te dragen. De kamer legt daarom de notaris de maatregel van schorsing in de uitoefening van het ambt voor de duur van twee weken op.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:225 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 153.2017

    Beslissing op verzet. De beslagvrije voet en executiehandelingen tijdens of in de loop van een schuldsaneringstraject. De kamer is het eens met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2018:34 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170204

    Herzieningsverzoek. Nu bij de behandeling van het hoger beroep het beginsel van hoor en wederhoor niet is geschonden en er om die reden dus ook geen sprake is geweest van een oneerlijk proces, bestaat geen grond voor toepassing van het bijzondere rechtsmiddel herziening en dient het beroep van verzoeker te worden afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2018:25 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/303

    Klager ontvangt sinds 1999 een uitkering op grond van de WAO. In 2002/2003 is hij naar het buitenland geemigreerd. In 2010 heeft hij zicha arbeidsongeschiktgemeld met toegenomen klachten. Hierover zijn diverse procedures gevoerd, waarbij verweerder als verzekeringsarts bezwaar en beroep de medische bezwaren van klager heeft heroverwogen. Klager verwijt verweerder dat verweerder daarbij onvoldoende, onvolledige en onjuiste diagnostiek heeft toegepast en onjuiste conclusies heeft getrokken. Verweerder voert verweer. Ongegrond

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:226 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 186.2017

    Beslissing op verzet. De gerechtsdeurwaarder wordt verweten verbeurde dwangsommen te hebben laten verjaren. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:227 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 421.2017

    Volgens klager heeft de gerechtsdeurwaarder geweigerd zijn ministerieplicht uit te voeren en heeft de gerechtsdeurwaarder klager daarna onder druk gezet om zijn klacht (bij de kamer) in te trekken. De gerechtsdeurwaarder heeft in dit geval terecht geen gevolg geven aan zijn ministerplicht, voor zover hij daaraan gehouden was, aangezien tussen partijen geen overeenkomst van opdracht tot stand is gekomen. Maar als daar al sprake van zou zijn geweest was de door klager aangeleverde conceptdagvaarding niet geschikt voor het uitbrengen daarvan. En dat zou zo blijven aangezien klager niet in is gegaan op het aanbod van de gerechtsdeurwaarder om deze wel geschikt te maken. Bovendien had het uitbrengen daarvan moeten geschieden buiten het arrondissement waar de gerechtsdeurwaarder standplaats had, en ook dat mocht niet van de gerechtsdeurwaarder verlangd worden. Als blijkt dat klager en de gerechtsdeurwaarder er niet uit kunnen komen, en klager overweegt een klacht in te dienen tegen de gerechtsdeurwaarder, is het, gelet op de laagdrempeligheid van het tuchtrecht, niet passend om klager onder druk te zetten om af te zien van een klacht en daar anders (financiële) consequenties aan te verbinden. Een dergelijke uiting levert naar het oordeel van de kamer ongepaste druk op en is tuchtrechtelijk laakbaar.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:12 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 120.2017

    Beslissing op verzet. Het verzet is te laat ingesteld en wordt derhalve niet-ontvankelijk verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:228 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 642.2017

    Beslissing op verzet. Volgens klager had de gerechtsdeurwaarder niet mogen overgaan tot executie omdat het arrest van het gerechtshof niet juist zou zijn en cassatie tegen dat arrest is ingesteld. Daarnaast zou er genoeg reden zijn voor de gerechtsdeurwaarder om te twijfelen aan de executie van het vonnis. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.