Zoekresultaten 16961-16970 van de 42215 resultaten

  • ECLI:NL:TNORSHE:2017:21 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2017/59 en 67

    Klachten over onjuistheden in akte van boedelbeschrijving niet-ontvankelijk i.v.m. overschrijding klachttermijn (overweging ten overvloede: ook ne bis in idem) 

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:195 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-430

    Voorzittersbeslissing. Naar het oordeel van de voorzitter bestaat in het algemeen geen verplichting voor een advocaat van de wederpartij om stukken in kopie aan de andere partij toe te sturen, zoals door klaagster is verzocht. Volgens verweerder heeft klaagster via haar toenmalige advocaat de betreffende stukken in de procedures jegens zijn cliënt kunnen ontvangen, althans kan klaagster die stukken alsnog bij haar opvragen dan wel bij de betreffende instanties waar de zaken hebben gespeeld. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:189 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-420

    Voorzittersbeslissing. Klacht over verweerder in zijn hoedanigheid van voorzitter van een Externe Klachtencommissie van een zorginstelling. Verweerder diende tijdens de zitting als voorzitter de regie te nemen en mocht in die hoedanigheid de echtgenoot van klaagster aanspreken op zijn gedrag. Verweerder heeft de door klaagster beklaagde zorginstelling als advocaat eerder bijgestaan in een arbeidsgeschil. Niet is door klaagster gesteld of anderszins gebleken dat tussen die zaak en de klacht van klaagster bij de Externe klachtencommissie enige relatie bestond op grond waarvan verweerder zich als voorzitter van die commissie had dienen terug te trekken. Klachten kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:143 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/266

    Klager verwijt verweerder dat hij een onjuiste diagnose heeft gesteld en daaraan veel te lang heeft vastgehouden. Hij heeft ten onrechte niet gedacht aan een maligne ziekteoorzaak en dat ook niet onderzocht. Verweerder heeft ook onjuiste medicatie voorgeschreven. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2017:22 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2017/53

    Beoordeling wilsbekwaamheid 97-jarige erflaatster (tante). Nadat N testament in lijn met eerder testament op klein onderdeel had gewijzigd (in bijzijn van begunstigde neef en zonder tante onder vier ogen te spreken), heeft hij haar enkele dagen later op eigen initiatief onaangekondigd ’s-morgens thuis bezocht om na te vragen of het inderdaad haar bedoeling was dat het grootste deel van haar nalatenschap naar de neef zou gaan. Vervolgens heeft N tante aan het einde van de middag opnieuw thuis bezocht en heeft hij een akte gepasseerd waarbij zij de erfstelling ingrijpend heeft gewijzigd. Naar oordeel van kamer past het een N niet om enkele dagen na het wijzigen van een testament alleen en onaangekondigd een huisbezoek te brengen aan een hoogbejaarde testateur/testatrice om na te vragen of het testament wel juist is. N had erop bedacht moeten zijn dat tante zich door een dergelijk bezoek van een notaris overvallen zou voelen. Mede gezien de hoge leeftijd van tante, haar door N kennelijk eerder bespeurde aarzeling en het feit dat hij ermee bekend was dat zij haar financiële belangen niet meer zelf kon behartigen, acht de kamer het tuchtrechtelijk ernstig verwijtbaar dat hij vervolgens nog diezelfde middag, zonder medisch advies in te winnen over de geestesgesteldheid van tante en zonder zich daarbij te laten vergezellen van (een) getuige(n), een akte heeft gepasseerd als gevolg waarvan het testament van tante zeer ingrijpend werd gewijzigd. Berisping, waarbij kamer mede in aanmerking heeft genomen dat het gerechtshof Amsterdam aan N eerder (maar na het passeren van de testamenten van tante) de maatregel van een berisping heeft opgelegd omdat hij, hoewel daarvoor meer dan voldoende indicatoren aanwezig waren, had nagelaten zich op toereikende wijze te overtuigen van de wilsbekwaamheid van een (andere) cliënt. Dit betreft een wezenlijk onderdeel van zijn taak als notaris en raakt de kern van zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid, aldus het gerechtshof. Dat de notaris er ter zitting van de kamer geen blijk van heeft gegeven dat hij zijn handelwijze als gevolg van die beslissing inmiddels daadwerkelijk heeft aangepast, rekent de kamer hem mede aan.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:196 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-445

    Voorzittersbeslissing. Vast staat dat verweerder in de periode van 12 februari 2010 tot 17 december 2015 niet stond ingeschreven als advocaat. Verweerder was in de tussenliggende periode ten tijde van de verweten gedraging directeur van een bedrijf waarmee klager een overeenkomst tot financiering van procedures had gesloten. Nu de verweten gedraging door verweerder niet als advocaat is begaan en daarmee niet aan het advocatentuchtrecht is onderworpen en er bovendien tussen dat handelen en de twee jaar latere herbenoeming van verweerder in de functie van advocaat onvoldoende inhoudelijk en temporeel verband bestaat om dat tuchtrecht desondanks toepasselijk te achten, is klager naar het oordeel van de voorzitter kennelijk niet-ontvankelijk in zijn klacht.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:144 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/163

    Klager verwijt verweerder, een internist, nalatigheid en in het gevaar brengen van zijn niertransplantatie.  In de periode tussen november 2014 en maart 2015 zijn in het ziekenhuis waar verweerder werkzaam is zoveel dingen gebeurd dat de niertransplantatie bijna in gevaar kwam. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2017:23 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2017/54

    Klagers hebben eerder klacht tegen deze N ingediend. Zij hebben geen hoger beroep ingesteld tegen beslissing kamer n.a.v. die klacht (niet-ontvankelijk i.v.m. overschrijding klachttermijn). In deze nieuwe klacht verwijten zij N onder meer dat hij in zijn verweerschrift in de eerdere procedure een feitelijk onjuiste mededeling heeft gedaan, waardoor hij de kamer onjuist heeft voorgelicht. In tweede klachtprocedure erkent N dat deze mededeling niet juist was, maar volgens hem berustte deze mededeling op een onjuiste lezing/interpretatie van zijn gemachtigde van de gegevens die hij n.a.v. eerste klacht aan zijn gemachtigde had verstrekt. N is niet “aangeslagen” op onjuiste formulering in concept-verweerschrift, waardoor deze is blijven staan in verweerschrift dat aan kamer is toegezonden. Gelet op die toelichting gaat de kamer ervan uit dat de mededeling inderdaad berust op een misinterpretatie van de gemachtigde en dat het niet de bedoeling was om de kamer op dat punt onjuist voor te lichten. Het had weliswaar op de weg van N gelegen om gemachtigde op onjuistheid te wijzen, maar in de gegeven omstandigheden acht de kamer het niet tuchtrechtelijk verwijtbaar dat N dat heeft nagelaten. Klacht verder niet-ontvankelijk i.v.m. overschrijden klachttermijn.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:190 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-144

    Klacht tegen voormalig eigen advocaat. Klacht gegrond voor wat betreft de gestelde belangenverstrengeling. Naar het oordeel van de raad is gebleken van redelijke bezwaren die verweerder hadden moeten weerhouden om in deze zaak tegen klaagster op te treden (Gedragsregel 7 lid 5 onder 3). Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:197 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-460

    Voorzittersbeslissing; verweerder is curator in faillissement van klaagster sub 2. Voorzitter oordeelt dat overige klagers niet-ontvankelijk zijn in hun klachten wegens ontbreken van een eigen rechtstreeks belang bij de klacht. Verwijt dat verweerder de belangen van de schuldeisers van klaagster sub 2 niet adequaat heeft behartigd en heeft samengespannen niet gebleken door onvoldoende concrete onderbouwing. Klacht kennelijk ongegrond.