Zoekresultaten 16951-16960 van de 42006 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:171 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/611125 / DW RK 16/682

    Geen reactie op betalingsvoorstel klager. De kamer overweegt dat het weliswaar netter zou zijn geweest indien de gerechtsdeurwaarders op de e-mail van klager van 11 april 2016 hadden gereageerd, maar is van oordeel dat het voor klager met de e-mail van de gerechtsdeurwaarders van 11 april 2016 voldoende duidelijk had kunnen en moeten zijn dat van klager alleen nog een betaling werd verwacht en dat niet meer op nadere voorstellen zou worden ingegaan.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:223 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-630/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht deels niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de driejaarstermijn. Klacht voor het overige kennelijk niet-ontvankelijk/kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:318 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.490

      Klager heeft bij de gemeente een aanvraag voor ondersteuning vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) ingediend. Er is bij klager sprake van complexe psychische problematiek. De gemeente heeft de aanvraag ter beoordeling doorgestuurd naar een onafhankelijke organisatie voor sociaal-medische expertise. Verweerder, arts, is in dienst van deze organisatie en was met het onderzoek belast. Klager verwijt verweerder dat hij 1) heeft geweigerd klager te voorzien van informatie, 2) klager geen recht op inzage en afschrift van zijn dossier heeft gegeven, 3) ten aanzien van klager het recht op privacy en geheimhouding van medische gegevens heeft geschonden, 4) ten aanzien van klager het recht op correctie niet heeft nageleefd, 5) jegens klager toezeggingen niet is nagekomen, 6) heeft geweigerd (delen van) het dossier van klager te vernietigen, 7) met betrekking tot de rapportage geen open en toetsbare instelling heeft, 8) klager op enig moment moedwillig heeft genegeerd, 9) klager geen reactietermijn van tien werkdagen heef gegund om huurtoeslag correctierecht uit te oefenen, 10) de relatie met de gemeente belangrijker heeft gevonden dan zijn relatie met klager, 11) gehandeld heeft als verlengstuk van de gemeente, 12) een extreem trage werkwijze heeft, en 13) een zeer slechte rapportage heeft opgesteld. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht op alle onderdelen afgewezen. Nadat klager beroep heeft ingesteld tegen deze beslissing, heeft het Centraal Tuchtcollege klachtonderdeel 3 alsnog gegrond verklaard en aan de arts de maatregel van waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:230 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-734/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:312 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.315

      Klacht tegen cardio-thoracaal chirurg. De klacht heeft betrekking op de behandeling van de zoon van klagers, hierna patiënt. Een week na zijn geboorte is patiënt in verband met diverse ernstige afwijkingen aan hart en halsvaten opgenomen in het ziekenhuis waar verweerder als cardio-thoracaal chirurg werkzaam is. Na verschillende ingrepen is na circa twee maanden in een gesprek met klagers meegedeeld dat het behandelteam tot de conclusie is gekomen dat de hartafwijking niet operabel is en dat de behandeling moet worden stopgezet. Na de door klagers gewenste second opinion wordt patiënt overgeplaatst naar een ander ziekenhuis waar hij een week later wordt geopereerd. Weer een maand later wordt patiënt uit het ziekenhuis ontslagen. Patiënt is goed hersteld. Klagers verwijten verweerder de manier waarop hij heeft beslist over het leven van patiënt door hem ten onrechte niet te verwijzen naar een andere beroepsbeoefenaar voor een second opinion en klagers geen second opinion aan te bieden. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klagers.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:224 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-769/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Verweerder heeft uitdrukkelijk en gemotiveerd het standpunt betrokken dat klaagster hem toestemming heeft gegeven om in beide zaken namens haar op te treden. Gelet op de gemotiveerde reactie van verweerder had van klaagster mogen worden verwacht dat zij haar stellingen nader had toegelicht en gestaafd met bewijs. Dat heeft zij echter niet gedaan. In het dossier bevindt zich geen enkele aanwijzing voor de juistheid van de stellingen van klaagster. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:319 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.492

    Klacht tegen orthopeed. Links-rechts verwisseling. In plaats van een halve knieprothese links is bij hem een halve knieprothese rechts uitgevoerd. De Inspectie verwijt de orthopeed 1) dat hij voorafgaand aan de operatie geen correcte time-out procedure heeft uitgevoerd, 2) dat hij daarna de OK hefet veraten en bij terugkomst niet opnieuw de zijde van de knieopetatie/de markering op het been heeft geverifieerd alvorens tot de operatie over te gaan en 3) dat hij tijdens de operatie niet het beeldmateriaal heeft bekeken ter controle van de zijde toen hij dacht dat de ingreep ook endiscopisch had gekund. Het RTG legt de maatregel van berisping op.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:231 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-633/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat in hoedanigheid van deken kennelijk niet-ontvankelijk, nu klaagster geen belang heeft bij de klacht.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:313 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.316

      Klacht tegen apotheker. De klacht is door het Regionaal Tuchtcollege ongegrond verklaard. In beroep trekken klagers hun beroep ter terechtzitting in. De gemachtigde van de apotheker stelt daarop dat, gelet op het feit dat artikel 65 lid 10 van de Wet BIG op grond van artikel 73 lid 7 van de Wet BIG in de procedure in beroep van toepassing is, (ook) bij intrekking van het beroep de behandeling van het beroep dient te worden voortgezet in het geval degene over wie is geklaagd zulks verlangt of in het geval het Centraal Tuchtcollege beslist dat de behandeling van het beroep om redenen, aan het algemeen belang ontleend, moet worden voortgezet. Op basis hiervan verzoekt de apotheker om voortzetting van de behandeling van het beroep. Het Centraal Tuchtcollege oordeelt dat de Wet BIG niet de mogelijkheid biedt om bij intrekking van het beroep de behandeling van het beroep, op verlangen van de degene over wie is geklaagd of om redenen aan het algemeen belang ontleend, voort te zetten. Nu klagers - niet hun klacht maar - alleen hun beroep hebben ingetrokken en de apotheker geen - incidenteel - beroep heeft ingesteld, staakt het Centraal Tuchtcollege de behandeling van het beroep.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:225 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-399/DH/NH

    Voorzitter. Klacht tegen advocaat in hoedanigheid van deken deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond.