Zoekresultaten 13481-13490 van de 45111 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2020:46 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.141

    Klacht, bestaande uit acht onderdelen, tegen arts die in opdracht van de gemeente onderzocht of klaagster inzetbaar was op de arbeidsmarkt. Het Regionaal Tuchtcollege heeft vijf klachtonderdelen gegrond verklaard en aan de arts een berisping opgelegd. Klaagster komt in beroep op tegen het oordeel van dat college dat drie klachtonderdelen ongegrond zijn. Deze klachtonderdelen betreffen het door de arts verrichte lichamelijk onderzoek, de vraag of hij zich voor bedrijfsarts heeft uitgegeven en de vraag of hij zich partijdig heeft opgesteld. Het Centraal Tuchtcollege bevestigt de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege over deze drie klachtonderdelen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2020:25 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190010 en 190011 herstel

    Herstelbeslissing inzake 190010. In de beslissing van het hof zijn verkeerde initialen vermeld bij verweerder. Dit is hersteld.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:33 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-686

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij. Op grond van de tekst en de bewoordingen van de brieven die verweerster naar klager en mevrouw mr. D. heeft verstuurd, is niet gebleken dat verweerster daarbij de grenzen van de haar toekomende vrijheid als advocaat van haar cliënte, de verhuurder, heeft overschreden. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:316 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-636

    Voorzittersbeslissing. Verweerder mocht na zijn onttrekking als advocaat van klager een bekende collega adviseren als opvolgend advocaat van de ex-partner van klager. Verweerder mocht afgaan op de informatie van zijn cliënte over co-ouderschap en zich als partijdig advocaat op de standpunten stellen zoals door hem gedaan. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2020:13 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-861/DB/ZWB

    Klachtprocedure is geen bestuursrechtelijke procedure. Awb is niet van toepassing. Desalniettemin is een deken ook in een tuchtrechtprocedure gebonden aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.Schending hiervan is niet gebleken. Het staat een deken vrij om in zijn hoedigheid van (opvolgend) deken verweer te voeren tegen een klacht tegen mr X in zijn hoedanigheid van (voormalig) deken. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2020:47 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.188

    Klacht tegen bedrijfsarts. In deze beroepsprocedure is uitsluitend nog aan de orde klachtonderdeel 5, inhoudende dat de bedrijfsarts stelselmatig heeft geweigerd het volledige dossier aan klager over te leggen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:34 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-740

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat deels kennelijk niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop en voor het overige kennelijk ongegrond. Verweerder mocht zijn werkzaamheden voor klager opschorten omdat klager de rekening niet betaalde. Dat verweerder voor de executeur heeft gewerkt in plaats van voor klager heeft klager onvoldoende onderbouwd.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:310 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-471

    Voorzittersbeslissing. Verweerster heeft opgetreden voor de ex-partner van klager in een familiegeschil. Naar het oordeel van de voorzitter heeft verweerster gelet op de overgelegde correspondentie niet in strijd met Regel 6 lid 2 (Gedragsregels 2018) gehandeld door een procedure tegen klager te starten. Daarnaast mocht verweerster in de procedure de partijdige standpunten innemen namens haar cliënte zonder dat is gebleken dat sprake is geweest van onjuiste informatie. Het is aan de civiele rechter om daarover te oordelen. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:304 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-303

    Voorzittersbeslissing. Op de klacht van klager over de weigering om een toevoeging aan te vragen is tuchtrechtelijk eerder beslist, zodat dit klachtonderdeel ex art. 47b Advocatenwet kennelijk niet-ontvankelijk is (ne bis in idembeginsel). De andere klachten zijn verjaard of klager heeft daarbij geen eigen belang en daarmee (kennelijk) niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:317 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-482

    Voorzittersbeslissing. Privégedragingen van een advocaat. Voldoende verband tussen privégedragingen en de uitoefening van het beroep van advocaat. Klaagster is ontvankelijk in haar klacht. Oordeel over de verweten gedraging is voorbehouden aan de civiele rechter. Klacht kennelijk ongegrond.