Zoekresultaten 13421-13430 van de 42624 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:125 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.419

    Klacht tegen een verzekeringsarts. Klager verwijt de verzekeringsarts dat zij 1) zich niet als een onafhankelijk verzekeringsarts heeft gedragen, nu zij zich niet kan herinneren wat er precies over en weer is gezegd, maar er gezien haar gebruikelijke werkwijze van uitgaat dat klager de betreffende informatie heeft verstrekt. Klager betwist dit 2) ten onrechte heeft vermeld dat de reden van de ziekmelding op 16 september 2010 is gelegen in een conflict met collega’s 3) nooit een audiologisch onderzoek heeft verricht bij klager, noch een onderzoek heeft verricht aan zijn oren 4) klager hersteld heeft gemeld, terwijl zij wist dat klager in januari 2015 een afspraak had bij de KNO-arts en dat er nog een operatie zou volgen 5) in haar brief van 27 oktober 2014 heeft geschreven dat zij klager had gezien. Klager is toen echter gezien door de SMV. Verweerster heeft derhalve onjuiste en misleidende informatie verstrekt. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. De behandeling van de zaak in beroep heeft het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg, zodat het beroep moet worden verworpen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:42 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/658240 / DW RK 18/618

      Beslissing op verzet. Dagvaarding is niet betekend. De gerechtsdeurwaarder geeft niet het complete dossier ter inzage. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:22 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180238

    Geheimhoudingsplicht ten opzichte van overleden zoon van klagers. Verweerder heeft klagers bijgestaan in civiele - en strafzaken en heeft hun zoon bijgestaan in een strafzaak. Korte tijd voordat de zoon suïcide heeft gepleegd, heeft hij informatie gedeeld met verweerder en hem gevraagd deze informatie met niemand anders te delen. Later hebben klagers verweerder opdracht gegeven tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor. De informatie die de zoon aan verweerder heeft toevertrouwd, kan van belang zijn bij dit verhoor. Daarom heeft verweerder de deken gevraagd of hij deze informatie met klagers mag delen en mag gebruiken bij het verhoor. Nadat de deken negatief heeft geadviseerd, heeft verweerder de opdracht aan klagers teruggegeven met een beroep op zijn geheimhoudingsplicht. Door een tuchtklacht in te dienen, beogen klagers en verweerder duidelijkheid te krijgen over het belangenconflict waarvoor verweerder zich geplaatst ziet. De geheimhoudingsplicht behoort tot de kernwaarden van de advocatuur en kan slechts in zeer uitzonderlijke gevallen worden doorbroken, waarbij kan worden gedacht aan een directe dreiging van ernstig, toekomstig gevaar voor de advocaat zelf of een betrokkene dat zonder het doorbreken van het beroepsgeheim niet kan worden afgewend. Van zo’n situatie is geen sprake, temeer nu de zoon verweerder nadrukkelijk heeft verboden de informatie te delen met anderen, daaronder begrepen zijn ouders. Klacht ongegrond. Bekrachtiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:73 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-046/DB/LI

    Dat kantoor van verweerder voordat de procedure van klager in hoger beroep was afgerond contact had over en nadat deze procedure was afgerond een cursus heeft verzorgd voor klagers wederpartij levert nog geen belangenverstrengeling op. Strategie en inhoud van processtukken is steeds afgestemd met klager. Niet gebleken dat verweerders optreden ondermaats was. Teveel in rekening gebrachte honorarium was administratieve fout die door verweerder wordt hersteld en die van onvoldoende gewicht is om verweerder een tuchtrechtelijk verwijt te maken. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:43 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/655930 / DW RK 18/548

      Beslissing op verzet. Inkomen is min of meer gelijk aan beslagvrije voet. Inboedel is sedert 2003 eigendom van derden en er is vanaf die tijd niets bij gekocht. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:74 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 18-720/DB/ZWB

    Klagers klacht is terecht opgevat als een klacht tegen verweerder en niet als een ook tegen mrs. M en R ingediende klacht. De voorzitter heeft terecht geoordeeld dat door de wijze waarop namens verweerder, in diens hoedanigheid van deken, op klagers vragen is geantwoord, het vertrouwen in de advocatuur niet is ondermijnd. Verzet ongegrond. Verzoek tot gebod om informatie over te dragen en verzoeken tot restitutie van het griffierecht en toekennen van reiskostenvergoeding niet-ontvankelijk wegens ontbreken wettelijke grondslag.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:63 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-039

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij. Advocaat heeft zich in de correspondentie in bijzonder felle bewoordingen uitgelaten. De vraag kan gesteld worden of verweerder er met het oog op de belangen van zijn cliënt (het ging om de belangen van een werknemer in een arbeidszaak) niet verstandiger aan had gedaan op een wat terughoudendere wijze te formuleren. Verweerder heeft echter aangegeven dat hij in deze felle bewoordingen het standpunt van zijn cliënt heeft verwoord en uit het feit dat het door de werkgever naar aanleiding van deze uitlatingen ingediende ontbindingsverzoek door de kantonrechter is afgewezen kan worden afgeleid dat deze bewoordingen ook niet volstrekt uit de lucht kwamen vallen. Dit brengt de voorzitter tot het oordeel dat verweerder bij de keuze van zijn bewoordingen nog wel binnen de grenzen van de aan hem geboden vrijheid in bovenomschreven zin is gebleven. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:120 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.201

    Klacht tegen chirurg, tevens gericht tegen drie andere chirurgen van dezelfde afdeling van het ziekenhuis. Klagers zijn de zoon en dochter van de overleden patiënt. Na een goed verlopen operatie en een aansluitend verblijf in een verpleeghuis wordt patiënt opnieuw met klachten opgenomen in het ziekenhuis. Klagers verwijten de vier chirurgen, onder wie verweerder als eerste operateur en hoofdbehandelaar, dat 1) patiënt na de operatie ten onrechte is ontslagen uit het ziekenhuis en zijn klachten werden gebagatelliseerd, 2) bij de acute heropname zes dagen later geen adequaat diagnostisch traject is gevolgd, dat is nagelaten een spoedecho te maken, 3) ondanks contra-indicatie er vijf dagen nadien contrastvloeistof ter diagnostiek is toegediend hetgeen onherstelbare nierbeschadiging tot gevolg heeft gehad en dat 4) te lang is gewacht met het reageren op de ophoping van vocht in de buik van patiënt, in de hoop op spontane genezing. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:44 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/636971 / DW RK 17/1028

      Gelet op de situatie van klaagster had de gerechtsdeurwaarder niet zonder meer beslag op haar bankrekening had mogen leggen. Gelet op de door de bewindvoerder verzonden bewijsstukken alsmede het getroffen bedrag uit het (tweede) bankbeslag, had de gerechtsdeurwaarder een beslagvrije voet moeten toepassen. Klacht gegrond, geldboete van € 500,-.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:75 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-149/DB/ZWB

    Niet gebleken dat verweerster onvoldoende heeft gecommuniceerd of met de wederpartij heeft gesproken. Verweerster  hoefde stukken niet te retourneren. Kennelijk ongegrond.