Zoekresultaten 13411-13420 van de 42624 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:261 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/625531 DW RK 17/280

        Klacht gegrond. Maatregel: geen. Klager beklaagt zich er over dat de gerechtsdeurwaarder geen adresverificatie heeft verricht, waardoor het exploot niet juist is betekend. Gelet op de omstandigheid dat de constatering van de collega gerechtsdeurwaarder, dat klager niet meer woonachtig was op het betreffende adres, ruim tien maanden eerder had plaatsgevonden, maar dat de BRP nog steeds het Belgische adres naar boven haalde, hadden de gerechtsdeurwaarder actiever actuelere informatie moeten vergaren.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:242 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/617570 DW RK 16/1145

      Klacht (gedeeltelijk) gegrond. Maatregel: berisping. De gerechtsdeurwaarder dient zorgvuldigheid te betrachten bij het overeenkomen van een betalingsregeling met de debiteur, helemaal in het geval waarbij de gerechtsdeurwaarder wéét dat het beslag, in verband met de beslagvrije voet, niets (meer) oplevert. Gebeurt dit niet, dan kan deze handelswijze – sterk afhankelijk van de hoogte van het afgesproken bedrag – gezien worden als een bewuste omzeiling van de beslagvrije voet. De gerechtsdeurwaarder had in dit geval de consequenties van de te maken betalingsafspraak met de debiteur te bespreken. Niet is gebleken dat dit is gebeurd.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:274 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/636909 / DW RK 17/1027

      Beslissing op verzet. Klager is van mening dat de gerechtsdeurwaarder geen rekening heeft gehouden met de beslagvrije voet. Bovendien heeft de gerechtsdeurwaarder geweten dat het geld op zijn spaarrekening bedoeld was voor andere doeleinden. Het bankbeslag had niet mogen plaatsvinden. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:255 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/623648 DW RK 17/135

      Klacht gegrond. Maatregel: waarschuwing. De gerechtsdeurwaarder stelt zich ten onrechte op het standpunt dat hij er vanuit mocht gaan dat de invoering van de kostendelersnorm door de gemeente niet het gevolg heeft gehad dat de beslagvrije voet het inkomen (uitkering) van klager oversteeg. Te meer nu de gerechtsdeurwaarder beschikte over een brief waarin de gemeente had meegedeeld dat inhouding niet meer mogelijk was vanwege voornoemde invoering. Als de gemeente, ondanks de mededeling in de brief, dan toch inhoudingen overmaakt aan de gerechtsdeurwaarder, lag het op de weg van de gerechtsdeurwaarder contact op te nemen met de gemeente om de juistheid van de afdrachten te verifiëren.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:27 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180292 en 180293

    Klacht van mediator tegen advocaten van een van de partijen in het geschil waarin klager als mediator optreedt. Verweerders zouden tuchtrechtelijk verwijtbaar hebben gehandeld door een jegens klager onnodig grievende blog te schrijven op de kantoorwebsite. Verweerster zou zich daarnaast op onnodig grievende wijze hebben uitgelaten over klager in een tv uitzending van EenVandaag. Het hof acht de gekozen wijze van informatieverstrekking – een blog en medewerking aan een, niet door verweerster geïnitieerde, televisie uitzending – geoorloofd. De uitlatingen van verweerster over klager acht het hof stevig, maar niet ongeoorloofd. Met de raad is het hof van oordeel dat de uitlatingen van verweerster vallen binnen de haar toekomende vrijheid als advocaat. Bekrachtiging beslissing van de raad (klacht ongegrond). Geen proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:268 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/637369 / DW RK 17/1048

    Van een gerechtsdeurwaarder mag worden verwacht dat hij correspondentie met betrekking tot een bij hem in behandeling zijnde incasso of executie binnen een redelijke termijn beantwoordt, zeker als het hierbij gaat om de herberekening van de beslagvrije voet. Beantwoording van (herhaalde) verzoeken is aanvankelijk uitgebleven en vervolgens veel te laat opgepakt. Klacht gegrond met maatregel van waarschuwing

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:249 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/615639 / DW RK 16/1031

      Klacht (gedeeltelijk) gegrond. Maatregel: berisping. De gerechtsdeurwaarder heeft verzuimd – hoewel toegezegd – de betaalmomenten van de debiteur te agenderen, om zo beter zicht te kunnen houden of de debiteur zich aan de betalingsafspraak hield. Dit verzuim heeft ertoe geleid dat de (eerder) beslagen auto niet meer op de naam van de debiteur stond en in gerechtelijke bewaring nemen geen optie meer was, waardoor de klant van de gerechtsdeurwaarder met lege handen kwam te staan.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:41 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/636342 / DW RK 17/989

      Klager stelt dat de kosten overduidelijk disproportioneel zijn gelet op de hoogte van de schulden. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:21 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180036H

    Herzieningsverzoek. Verzoeker stelt dat in hoger beroep fundamentele rechtsbeginselen zijn geschonden. Verzoek is ontvankelijk maar wordt afgewezen. Geen schending van beginsel van hoor en wederhoor. Verzoeker heeft ervoor gekozen niet aanwezig te zijn bij de mondelinge behandeling van het hoger beroep omdat hij meende dat hij in zijn schriftelijke stukken voldoende naar voren had gebracht en de beslissing van de raad duidelijk was. Deze inschatting komt voor risico van verzoeker. Het hof is in hoger beroep ook niet buiten de grenzen van de rechtsstrijd getreden. Het klachtonderdeel over het procesrisico van de reconventionele vordering, dat het hof mede heeft betrokken bij de beoordeling van de handelwijze van verzoeker, maakte wel degelijk onderdeel uit van de klacht. Voor zover het hof bij de beoordeling mede in aanmerking heeft genomen dat verzoeker de processtrategie niet schriftelijk heeft vastgelegd, terwijl klager daarover geen verwijt heeft geformuleerd, oordeelt het hof dat die overwegingen niet dragend zijn voor de uiteindelijke beslissing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:72 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 18-677/DB/ZWB

    De voorzitter heeft terecht geoordeeld dat verweerder de vrijheid van de hem, in zijn hoedanigheid van advocaat van de wederpartij, toekomende vrijheid niet heeft overschreden. Verzet ongegrond.