Zoekresultaten 12781-12790 van de 44343 resultaten
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:25 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-090
- Datum publicatie: 05-02-2020
- Datum uitspraak: 20-01-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:25
Klager meent dat verweerder die optreedt voor klagers wederpartij, zijn cliënt onjuist heeft geadviseerd. Hij heeft onjuiste juridische feiten gepresenteerd omdat hij onvoldoende besef heeft van de juridische kern van het geschil, niet voldoende kennis bezit van de jurisprudentie en van de algemene opvattingen in het zakelijke verkeer. De raad is van oordeel dat dat een uitspraak daarover is voorbehouden aan de civiele rechter. Nu de achtergrond van de klacht een civiel geschil is, is het niet de taak van de tuchtrechter daarover een oordeel te geven. Voorts verwijt klager dat verweerder geen minnelijke regeling heeft beproefd. Uit Gedragsregel 5 volgt naar het oordeel van de raad niet dat het een absolute verplichting is van een advocaat om een minnelijke schikking te beproeven. Dit is ter vrije bepaling van de advocaat en zijn cliënt. De wederpartij – in dit geval klager- kan verweerder niet verplichten te trachten een minnelijke regeling te treffen. Klager heeft naar het oordeel van de raad zijn klacht dat verweerder nodeloos kosten heeft gemaakt en daarbij op ontoelaatbare wijze zijn belangen heeft geschaad onvoldoende onderbouwd. Het enkele feit dat verweerder verweer heeft gevoerd in de door klager gevoerde procedure kan niet tot deze slotsom leiden. Klager verwijt verweerder tot slot dat hij de kernwaarde “onafhankelijkheid” heeft geschonden doordat verweerder optrad voor de Coöperatieve Rabobank U.A. terwijl zijn kantoorgenoot mr. S. voorzitter was van de raad van commissarissen van een Rabobank. Ook dit onderdeel van de klacht is ongegrond omdat dit een kwestie is die de raad van commissarissen van die Rabobank, de Coöperatieve Rabobank U.A en verweerder aangaat en niet klager. Mogelijk is er strijd met diverse bancaire codes doch dat valt buiten het bestek van de tuchtrechtelijke toetsing door de raad.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:301 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-763
- Datum publicatie: 05-02-2020
- Datum uitspraak: 03-04-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:301
Verzet ongegrond. De deken in Gelderland mocht ervoor kiezen om de klachtzaken van klaagster op te splitsen zoals door hem gedaan. Op basis van de later door de twee dekens voorgelegde zaken in de vier klachtzaken van klaagster, heeft de voorzitter aanleiding gezien om drie uitspraken te maken, waarbij de klachtzaken 17-765 en 17-766 in één beslissing zijn gedaan. De raad is aan het verzoek van klaagster tot gevoegde behandeling van de vier zaken tijdens de zittingen tegemoet gekomen, maar ziet evenmin aanleiding om de vier zaken als een klachtzaak te beoordelen wegens de onderlinge verschillen tussen de aan verweerders gemaakte verwijten. De oordelen van de voorzitter zijn ook overigens niet onbegrijpelijk, waarbij het bewijsaanbod in het tuchtrecht mocht worden gepasseerd.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2020:24 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/319
- Datum publicatie: 05-02-2020
- Datum uitspraak: 05-02-2020
- ECLI:NL:TGZRAMS:2020:24
Klager, verwijt verweerder, psychiater (tevens collega van klager, die zelf psycholoog is bij dezelfde instelling als verweerder), dat hij zonder verwijzing van de huisarts en op niet integere wijze de vriendin van klager in behandeling heeft genomen. Daarbij zou de door verweerder aan de vriendin voorgeschreven medicatie ongewenste bijwerkingen hebben veroorzaakt en zou verweerder misbruik hebben gemaakt van zijn positie. Verweerder voert verweer. Deels gegrond, waarschuwing
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:19 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-079
- Datum publicatie: 05-02-2020
- Datum uitspraak: 17-01-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:19
Raadsbeslissing. Betaalafspraak voor werkzaamheden niet schriftelijk vastgelegd en door verweerder betwist. Het door verweerder in een kwaad daglicht stellen van klager is onvoldoende feitelijk onderbouwd. Klacht ongegrond. Klachtonderdeel over bejegening door verweerder van zijn cliënten is niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TADRARL:2017:243 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-763
- Datum publicatie: 05-02-2020
- Datum uitspraak: 29-11-2017
- ECLI:NL:TADRARL:2017:243
Voorzittersbeslissing. Klacht van een (arbitrage)stichting over het handelen van verweerder naar aanleiding van vermeend onrechtmatig en strafbaar handelen van een mede-vennoot deels kennelijk niet-ontvankelijk, deels kennelijk ongegrond. Dat klaagster een cliënt van (het kantoor van) verweerder is geweest kan de voorzitter niet vaststellen. Dat de naam van klaagster in het derdenbeslagverzoekschrift is vermeld is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2020:8 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-801/DB/OB
- Datum publicatie: 05-02-2020
- Datum uitspraak: 03-02-2020
- ECLI:NL:TADRSHE:2020:8
Het staat een advocaat vrij om in zijn hoedanigheid van managing partner zijn opvatting over al dan niet door (voormalige) kantoorgenoten gemaakte beroepsfouten te geven. Daarmee is geen sprake van liegen of verkondigen van onwaarheden. Klacht : kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2020:11 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-500/DB/ZWB/D
- Datum publicatie: 05-02-2020
- Datum uitspraak: 27-01-2020
- ECLI:NL:TADRSHE:2020:11
Tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door meegenomen dossier niet naar behoren financieel af te wikkelen met zijn voormalige kantoor, door valselijk facturen op te maken, door voor een cliënt te gaan optreden tegen zijn voormalige kantoor in een procedure die ging over een door hem zelf in een zaak van die cliënt gemaakte beroepsfout en door een door een door die cliënt ingediend wrakingsverzoek achteraf te ondertekenen terwijl hij zich reeds als advocaat uit de procedure had onttrokken. Schending kernwaarden (financiële) integriteit, deskundigheid en onafhankelijkheid. Gegrond. Schrapping
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:32 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-696
- Datum publicatie: 05-02-2020
- Datum uitspraak: 29-01-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:32
Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij. Op grond van de dossierstukken is het de voorzitter niet gebleken dat verweerder de grenzen van de hem toekomende vrijheid als advocaat op de zitting heeft overschreden dan wel dat verweerder zich in enig ander opzicht niet heeft gedragen zoals het een behoorlijk advocaat betaamt. Klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2020:26 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-107
- Datum publicatie: 05-02-2020
- Datum uitspraak: 20-01-2020
- ECLI:NL:TADRARL:2020:26
Verzetzaak. De voorzitter heeft de juiste maatstaf gehanteerd en heeft rekening gehouden met de relevante omstandigheden. Verweerder heeft geen aperte leugens geponeerd. Verzet is ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARL:2019:302 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-810
- Datum publicatie: 05-02-2020
- Datum uitspraak: 28-10-2019
- ECLI:NL:TADRARL:2019:302
Advocaat wederpartij klager in geschil met zijn werkgever. Verweerster heeft zich na vonnisbepaling in strijd met Regel 21 lid 3 (GR 2018) tot de kantonrechter gewend zonder toestemming van klager. Door toezending van een bijlage bij haar akte is sprake van napleiten bij de kantonrechter. Geen sprake van rechtvaardigingsgronden. In zoverre gegrond. Met de inhoud van haar e-mail aan klager waarin zij hem heeft gewezen op het risico van een hoge proceskostenveroordeling in zijn auteursrechtelijke procedure heeft verweerster de grenzen van het betamelijke niet overschreden. Waarschuwing.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 1278
- Pagina: 1279
- Pagina: 1280
- ...
- Pagina: 4435
- Volgende pagina zoekresultaten