Zoekresultaten 11531-11540 van de 42265 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:207 Raad van Discipline Amsterdam 19-297/A/A

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2019:134 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 159/2019

    Rijbewijskeuring CBR. Klacht tegen psychiater. Klacht betreft met name het correctierecht. Beklaagde heeft de rapportage aangepast en klager heeft de klacht ingetrokken. Voortzetting van de behandeling uit algemeen belang. IGJ wordt voor het vervolg van de zaak als klager aangemerkt.  

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:208 Raad van Discipline Amsterdam 19-638/A/NH

    Klacht over advocaat wederpartij kennelijk ongegrond. Niet is gebleken dat verweerder stellingen heeft geponeerd waarvan hij de onwaarheid kende of redelijkerwijs kon kennen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2019:135 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 090/2019

    Klacht tegen arts in verband met advisering aan gemeente over het verlenen van huisvestingsurgentie. De klacht is op twee onderdelen gegrond. Ten eerste omdat beklaagde een oordeel geeft over de psychische gesteldheid van een van de klaagsters zonder haar zelf te hebben gezien. Ten tweede omdat hij de andere klaagster niet op het inzage- en correctierecht heeft gewezen. Het college legt een waarschuwing op.    

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:209 Raad van Discipline Amsterdam 19-663/A/NH

    Klacht over advocaat wederpartij kennelijk ongegrond. Niet kan worden vastgesteld dat verweerster haar cliënte heeft aangezet tot het plegen van valsheid in geschrifte. Evenmin is gebleken dat sprake is van nadeel aan de kant van klager; klager heeft dit nadeel op geen enkele manier onderbouwd. Verweerster mocht uitgaan van de juistheid van het door haar cliënte aan haar verschafte feitenmateriaal. Gesteld noch gebleken is dat sprake is van een uitzonderingsgeval waarbij verweerster de juistheid daarvan had dienen te verifiëren.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2019:136 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 094/2019

    Klacht tegen een huisarts die een controle heeft uitgevoerd nadat een collega huisarts de vorige dag een corpus alienum (metaalsplinter) en roestring had verwijderd uit het oog van een patiënt. De huisarts in dit geval hoefde geen reden te zien voor verwijzing naar de oogarts. De huisarts heeft verder conform de toepasselijke richtlijn (NHG-Standaard Rood oog en oogtrauma) gehandeld. Het college acht de klacht ongegrond.  

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2019:137 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 093/2019

    Klacht tegen een huisarts die een corpus alienum (metaalsplinter) en roestring heeft verwijderd uit het oog van een patiënt. De huisarts hoefde in dit geval geen reden te zien voor verwijzing naar de oogarts. De huisarts heeft verder conform de toepasselijke richtlijn (NHG-Standaard Rood oog en oogtrauma) gehandeld. Het college acht de klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:210 Raad van Discipline Amsterdam 18-761/A/A 19-563/A/A/D 19-564/A/A

    Verzoek opheffing schorsing ex artikel 60b lid 7 afgewezen + dekenbezwaar in alle onderdelen gegrond. Schrapping. Verweerder heeft langdurig tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld, onder meer door zijn administratie en praktijk niet op orde te hebben, door in strijd met artikel 12 Advocatenwet, Gedragsregel 37 (1992) en de Verordening op de advocatuur te handelen, door brieven van zijn cliënt uit de PI mee te nemen zonder dat te melden, door een arbeidsovereenkomst met zijn cliënt aan te gaan en door 3.4 kilo van een materiaal bevattende amfetamine in zijn woning aanwezig te hebben. Verweerder heeft hiermee de kernwaarden integriteit en onafhankelijkheid geschonden. Gelet op het omvangrijke tuchtrechtelijke verleden van verweerder, de hardnekkigheid van de tuchtrechtelijke gedragingen en het gebrek aan inzicht en introspectie van verweerder in het eigen handelen en nalaten is de raad van oordeel dat een schrapping de enige passende maatregel is.

  • ECLI:NL:TACAKN:2019:73 Accountantskamer Zwolle 19/1740 Wtra AK

    Wraking door accountant van alle behandelende rechters. Een grond voor de wraking is te laat aangevoerd en wordt daarom niet besproken. De overige gronden worden afgewezen. Het stellen van vragen ter zitting waaruit kan worden afgeleid hoe de rechter over een als verweer aangedragen standpunt oordeelt kan geen grond voor wraking zijn omdat daarmee oordeel wordt gegeven dat alleen toekomt aan de rechter in hoger beroep.   Procesbeslissingen (behandeling verzoek klaagster om de deuren te sluiten/niet schorsen van de zitting/beslissingen over verzoeken met betrekking tot door klaagster ingezonden stukken) kunnen nooit grond voor wraking vormen. De (ontbrekende) motivering voor deze beslissingen kan gelet op de omstandigheden van het geval en naar objectieve maatstaven bezien niet worden verstaan als blijk van vooringenomenheid van de rechters. Scherpe wijzen van ondervragen op de zitting is (hoewel sommige woorden ongelukkig gekozen waren) geen bijzondere omstandigheid die een zwaarwegende aanwijzing oplevert voor vooringenomenheid.  

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:223 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/179

    Klaagster is onder behandeling geweest van verweerder. Zij verwijt verweerder onder andere een onjuiste behandeling en grensoverschrijdend gedrag. Gegrond maatregel