Zoekresultaten 10681-10690 van de 44655 resultaten
-
ECLI:NL:TAHVD:2021:22 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 200150
- Datum publicatie: 09-02-2021
- Datum uitspraak: 08-02-2021
- ECLI:NL:TAHVD:2021:22
Ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij. Door het verzoek om verlenging spreektijd vijftien minuten na het versturen daarvan aan het hof aan de advocaat van klager te sturen heeft verweerder voldaan aan het bepaalde in Gedragsregel 21 lid 1. De onjuistheid in de pleitnota van verweerder is voorts onvoldoende zwaarwegend om hem daarvan een tuchtrechtelijk verwijt te maken. Verkorte bekrachtiging van de beslissing van de raad.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2021:25 Raad van Discipline 's-Gravenhage 20-578/DH/RO
- Datum publicatie: 09-02-2021
- Datum uitspraak: 18-01-2021
- ECLI:NL:TADRSGR:2021:25
Raadsbeslissing. Klacht over de eigen advocaat deels gegrond. Verweerder heeft te laat hoger beroep ingesteld. In de nasleep daarvan heeft hij adequaat gehandeld en de fout leidt niet tot onherstelbare gevolgen voor klager. Overige klachtonderdelen daarom ongegrond. De raad volstaat met de (gedeeltelijke) gegrondverklaring en ziet af van het oplegging van een maatregel.
-
ECLI:NL:TAHVD:2021:23 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 200163
- Datum publicatie: 09-02-2021
- Datum uitspraak: 08-02-2021
- ECLI:NL:TAHVD:2021:23
Klacht tegen advocaat wederpartij. Verweerder heeft met het ongefundeerd opnemen van ernstige beschuldigingen in zijn processtukken de belangen van klager nodeloos en onevenredig geschaad. Verweerder heeft daarmee de aan hem toekomende vrijheid – de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze die hem goeddunkt – overschreden. De context waarin de beschuldigingen zijn gedaan, ziet het hof niet als een toereikende rechtvaardiging voor de gebruikte bewoordingen. Verweerder heeft onvoldoende afstand gehouden tot zijn cliënt. Dat raakt de kernwaarde onafhankelijkheid. Vernietiging beslissing raad, berisping en proceskostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2021:26 Raad van Discipline 's-Gravenhage 20-489/DH/DH
- Datum publicatie: 09-02-2021
- Datum uitspraak: 18-01-2021
- ECLI:NL:TADRSGR:2021:26
Raadsbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in alle onderdelen ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2021:24 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 200033D en 200034D
- Datum publicatie: 09-02-2021
- Datum uitspraak: 08-02-2021
- ECLI:NL:TAHVD:2021:24
Dekenbezwaar tegen kantoor en medeverantwoordelijk bestuurder over gebruik van de term ‘professional support lawyer’. Het hof wijst erop dat tuchtrecht ziet op de toetsing van het handelen van de individuele advocaat. Een klacht of dekenbezwaar die betrekking heeft op gedrag dat “het kantoor” kan worden aangerekend, kan worden ontvangen als gericht tegen de individuele leden van een maatschap of alle bestuurders van een rechtspersoon. Het is de taak van de deken om aan te dragen en adresseren wie dat zijn. In dit geval valt de klacht tegen het kantoor en de klacht tegen verweerder samen en heeft het door de deken gemaakte onderscheid geen betekenis. Een advocaat dient te vermijden dat in zijn optreden naar buiten een misleidende of onvolledige voorstelling van zaken wordt gegeven over de wijze van praktijkvoering. Het plaatsen van omschrijvingen van de functies van medewerkers op de website van het kantoor betreft dergelijk optreden naar buiten. Door op hetzelfde tabblad naast de advocaten van het kantoor ook de professional support lawyers te vermelden, heeft het kantoor een onjuiste dan wel onvolledige voorstelling van zaken gegeven, door niet (voldoende) duidelijk te maken dat zij een andere hoedanigheid hebben dan die van advocaat. Het hof acht het op deze wijze creëren, dan wel laten bestaan, van onduidelijkheid onbetamelijk. Het hof acht het gebruik van de term ‘professional support lawyer’ op zichzelf niet onaanvaardbaar of onbetamelijk. De term kan echter tot verwarring leiden. Die verwarring kan worden voorkomen door de term niet te gebruiken, of door ervoor te zorgen dat bij extern gebruik bij eerste lezing onmiddellijk duidelijk is dat professional support lawyers geen advocaten zijn. Een algemeen verbod op deze aanduiding is niet aan de orde. Bekrachtiging beslissing raad.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2021:30 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 20-622/DB/LI
- Datum publicatie: 08-02-2021
- Datum uitspraak: 28-01-2021
- ECLI:NL:TADRSHE:2021:30
Klager verzoekt een herbeoordeling van een tweetal onderdelen van de door hem in 2015 tegen verweerder ingediende klacht, waarop de tuchtrechter reeds onherroepelijk heeft beslist. Klager dient op grond van het in artikel 47b Advocatenwet vastgelegde ne bis in idem-beginsel niet-ontvankelijk te worden verklaard in dit onderdeel van zijn klacht. Klacht verder deels niet-ontvankelijk ex art. 46g Advocatenwet en deels ongegrond omdat niet is gebleken dat verweerder onwaarheden heeft verkondigd.
-
ECLI:NL:TSCTS:2021:1 Tuchtcollege voor de Scheepvaart 2021-02 (2020.V3-Zaanborg)
- Datum publicatie: 05-02-2021
- Datum uitspraak: 05-02-2021
- ECLI:NL:TSCTS:2021:1
Op 15 januari 2020 is het ms Zaanborg in ballastconditie vertrokken uit de haven van Ravenna, Italië. Dat was in de avond en de loods ging binnen de pieren van boord af. Vrij kort daarna heeft het schip een vast object (platform) geraakt. Daarbij ontstond forse schade boven de waterlijn, voornamelijk aan bakboordzijde van het voorschip.
-
ECLI:NL:TSCTS:2021:2 Tuchtcollege voor de Scheepvaart 2021-01 (2020.V4-Zaanborg)
- Datum publicatie: 05-02-2021
- Datum uitspraak: 05-02-2021
- ECLI:NL:TSCTS:2021:2
Op 15 januari 2020 is het ms Zaanborg in ballastconditie vertrokken uit de haven van Ravenna, Italië. Dat was in de avond en de loods ging binnen de pieren van boord af. Vrij kort daarna heeft het schip een vast object (platform) geraakt. Daarbij ontstond forse schade boven de waterlijn, voornamelijk aan bakboordzijde van het voorschip.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2021:19 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2020/163
- Datum publicatie: 05-02-2021
- Datum uitspraak: 05-02-2021
- ECLI:NL:TGZRAMS:2021:19
Klager verwijt verweerder 1) dat hij zich voordoet als bedrijfsarts in plaats van Arboarts en zich niet heeft laten bijstaan door een supervisor, 2) dat hij advies heeft uitgebracht na enkel een kort telefonisch gesprek en dat hij geen medische informatie heeft opgevraagd bij de behandelaars van klager en 3) dat hij het advies van de second opinion arts naast zich heeft neergelegd. Verweerder heeft erkend dat hij abusievelijk nog heeft ondertekend als bedrijfsarts, terwijl hij dat niet meer was. Voor het overige heeft verweerder de klacht betwist. Gegrond, berisping
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2021:20 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2020/174
- Datum publicatie: 05-02-2021
- Datum uitspraak: 05-02-2021
- ECLI:NL:TGZRAMS:2021:20
Klager verwijt de orthopedisch chirurg dat hij 1) klager ten onrechte niet heeft doorverwezen naar een andere beroepsbeoefenaar, 2) geen verwijzing voor een MRI-scan heeft verstuurd naar het andere ziekenhuis, ondanks dat dit wel was afgesproken, 3) onvoldoende informatie over de behandeling heeft gegeven en 4) gehandeld heeft in strijd met artikel 1 van de Grondwet. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college heeft de klacht (in al haar onderdelen) kennelijk ongegrond verklaard.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 1068
- Pagina: 1069
- Pagina: 1070
- ...
- Pagina: 4466
- Volgende pagina zoekresultaten