Zoekresultaten 2541-2550 van de 2764 resultaten

  • ECLI:NL:TNOKBRE:2008:YC0220 Kamer van toezicht Breda Kl 14/2008

    Klager maakt in dat kader terecht in onderdeel a. van zijn klacht aan de notaris het verwijt dat hij de boedelbeschrijving pas na meer dan 21 maanden na het openvallen van de nalatenschap heeft opgemaakt, terwijl bij testament daarvoor een termijn van 3 maanden is bepaald. Weliswaar vond, naar de notaris onweersproken heeft aangevoerd, het eerste contact van de executeur met de notaris pas op 6 januari 2006 plaats, zodat op dat tijdstip voor hem slechts nog een uiterst korte tijd resteerde om binnen die termijn de boedelbeschrijving op te maken, wat dit ondoenlijk maakte, vaststaat echter dat de boedelbeschrijving eerst op 29 mei 2007 is gerealiseerd en dus bijna anderhalf jaar na zijn eerste contact met de executeur.   De notaris heeft dan ook niet die voortvarendheid betracht die van hem verwacht mocht worden. Daarbij dient echter wel de kanttekening te worden geplaatst dat de notaris werd geconfronteerd met tussen de erfgenamen, met name klager, diens broer en zusters ter ene zijde, en de executeur ter andere zijde bestaande meningverschillen over de waarde van de boedelbestanddelen en dat klager en zijn zusters blijkens hun (in kopie overgelegde) brief van 9 september 20096 hebben ingestemd met zijn in zijn brief van 3 juli 2006 (eveneens in kopie overgelegd) onder meer gedaan verzoek om uitstel van het opmaken van de boedelbeschrijving (bij akte) totdat alle schulden, waaronder met name het verschuldigde successierecht en de eventueel nog verschuldigde inkomstenbelasting, bekend waren en vaststonden. Verder is gebleken dat de notaris, die erkent te weinig oog te hebben gehad voor de bij testament vastgestelde termijn, daarvoor zijn excuses heeft aangeboden.

  • ECLI:NL:TNOKBRE:2008:YC0227 Kamer van toezicht Breda Kl 2/2008

    Belehrungspflicht

  • ECLI:NL:TNOKBRE:2006:YC0240 Kamer van toezicht Breda Kl 2/2006

    Vastgesteld moet worden dat klaagster ten tijde van het tot stand komen van de vaststellingsovereenkomst, waarin opgenomen de overeenstemming tussen klaagster en haar moeder dat er geen tucht- of aansprakelijkheidszaken tegen de notaris worden gestart ter zake van zijn mededeling dat hij eigenlijk alleen de langstlevende had geadviseerd en zich nimmer had verdiept in haar positie als executeur, bekend was met de thans door haar in deze klacht gewraakte boedelbeschrijving. Vaststaat bovendien dat het opmaken van die boedelbeschrijving de enige in opdracht van de executeur door de notaris verrichte activiteit is geweest. De kamer is dan ook van oordeel dat klaagster met die overeenstemming haar klachtrecht met betrekking tot die boedelbeschrijving heeft verwerkt.    

  • ECLI:NL:TNOKBRE:2009:YC0214 Kamer van toezicht Breda Kl 5/2009

    Negatieve bewaringspositie op meerdere momenten

  • ECLI:NL:TNOKBRE:2006:YC0247 Kamer van toezicht Breda Kl 10/2006

    Kern, dan wel zwaartepunt van de klacht, met name de onderdelen B. en E., betreft het verwijt dat de notaris klagers’ moeder niet dan wel onvoldoende heeft voorgelicht over de mogelijke gevolgen en risico’s verbonden aan het verstrekken van een hypotheekrecht op haar woning voor het verkrijgen van een aanzienlijke zakelijke lening door haar dochter en schoonzoon. De notaris heeft dit verwijt op de wijze als hiervoor vermeld gemotiveerd betwist. Klagers hebben daartegen geen concrete argumenten, dan wel feiten of omstandigheden aangevoerd, waaruit de aannemelijkheid van hun stellingen zou moeten worden afgeleid, noch is die aannemelijkheid anderszins gebleken.   Uitgegaan moet dan ook worden van de juistheid van het standpunt van de notaris dat hij klagers’ moeder uitvoerig en uitdrukkelijk heeft gewezen op de mogelijke consequenties van het door haar te verstrekken hypotheekrecht. De hiervoor genoemde klachtonderdelen zijn daarmee ongegrond

  • ECLI:NL:TNOKBRE:2007:YC0253 Kamer van toezicht Breda Kl 18/2006

    Overtreding beleidsregel "Adverteren via verwijzeers"

  • ECLI:NL:TNOKBRE:2008:YC0221 Kamer van toezicht Breda Kl 10/2008

    Ontijdige en onvolledige indiening jaarstukken

  • ECLI:NL:TNOKBRE:2007:YC0228 Kamer van toezicht Breda Kl 1/2007

    Niet onbegrijpelijk is dat de notaris, de wens van klager om uit te gaan van een lagere waarde volgende, voor die aansprakelijkheid door klager gevrijwaard wenste te worden en daartoe van klager een vrijwaringsverklaring heeft geëist. De notaris heeft daarmee klager tegemoet willen treden, omdat zij gelet op haar rol van openbaar ambtenaar in het rechtsverkeer van registergoederen, in de gegeven situatie -waarin klager een vermelding wenst van een lagere niet onderbouwde waarde van het opstalrecht- zonder meer tot het weigeren van het passeren van de akte had kunnen overgaan.  

  • ECLI:NL:TNOKBRE:2008:YC0234 Kamer van toezicht Breda Kl 8/2007

    Nu niet is komen vast te staan dat de rol van de notaris zodanig is geweest, dat klagers daardoor werden gedwongen in te stemmen met het buiten toepassing verklaren van de bepaling, ontbeert aan hun klacht een deugdelijke grondslag.

  • ECLI:NL:TNOKALM:2007:YC0212 Kamer van toezicht Almelo 09 07 Wna

    De notaris heeft ten onrechte geen tolk ingeschakeld. Het vertalen door een dochter van partij brengt daar geen wijziging in. Deze dochter was geen beëdigd tolk, ook is haar kennis van het Nederlands niet bekend en bovendien was zij "onderwerp van de volmacht".