ECLI:NL:TNOKALM:2007:YC0212 Kamer van toezicht Almelo 09 07 Wna

ECLI: ECLI:NL:TNOKALM:2007:YC0212
Datum uitspraak: 13-12-2007
Datum publicatie: 17-07-2009
Zaaknummer(s): 09 07 Wna
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht gegrond zonder maatregel
Inhoudsindicatie: De notaris heeft ten onrechte geen tolk ingeschakeld. Het vertalen door een dochter van partij brengt daar geen wijziging in. Deze dochter was geen beëdigd tolk, ook is haar kennis van het Nederlands niet bekend en bovendien was zij "onderwerp van de volmacht".

KAMER VAN TOEZICHT OVER DE NOTARISSEN EN KANDIDAAT-NOTARISSEN TE ALMELO

Klachtzaak:           09 07 Wna

                       UITSPRAAK

inzake:                   < naam > ,

wonende te < plaatsnaam >,

                             klaagster sub 1,

                             mede namens,

                             < naam >,

                             wonende in < land >,

klaagster sub 2;

tegen:                    < naam > ,

                             notaris te < plaatsnaam >,

                             hierna te noemen de notaris.

1           Verloop van de procedure

Op 23 mei 2007 heeft klaagster sub 1 een klacht ingediend bij de Kamer van Toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen in het arrondissement Almelo, hierna te noemen de Kamer.

            De notaris heeft zich verweerd bij schrijven van 6 juli 2007. Klaagster sub 1 heeft vervolgens gerepliceerd bij brief van 8 augustus 2007. Door de notaris is bij brief van 26 september 2007 een kopie van een brief van 26 september 2007 aan klaagster sub 1 overgelegd, alsmede een kopie van een brief van 11 mei 2007 aan < A >, notaris te < plaatsnaam >. Door klaagster sub 1 is bij brief van 18 oktober 2007 een kopie van een herroeping volmacht van 11 mei 2007 overgelegd.

            De klachtzaak is ter zitting van 27 november 2007 behandeld. Klaagster sub 1 is in persoon verschenen. De notaris is eveneens in persoon verschenen.

            Ter zitting heeft de Kamer een afschrift van een algehele volmacht ontvangen waaruit onder meer blijkt dat klaagster sub 1 gerechtigd is om namens klaagster sub 2 procedures aanhangig te maken en daarin het nodige te doen.

2           Toetsingskader

In deze klachtzaak dient te worden beoordeeld of de notaris heeft gehandeld in strijd met het bepaalde in de Wet op het notarisambt (Wna).

3                    Feiten

Gelet op hetgeen klaagster en de notaris over en weer hebben verklaard en op basis van door hen overgelegde stukken, gaat de Kamer uit van de volgende feiten.

·         klaagster sub 2 is < nationaliteit > van geboorte. Zij is na verblijf in Nederland op 15 mei 2007 teruggekeerd naar < land >.

·         Klaagster sub 2 heeft een zoon, < C >. < C > is in mei 2007 < leeftijd > jaar.

·         Klaagster sub 2 heeft een dochter, < D >. < D > is in mei 2007 < leeftijd > jaar.

·         < C > en < D > zijn halfbroer en halfzus van elkaar.

·         < C > en < D > blijven op 15 mei 2007 in Nederland.

·         < C > verblijft bij zijn tante, mevrouw < E >, klaagster sub 1.

·         < D > verblijft bij de ouders van haar vriend, de familie < F > (hierna < F >).

·         Klaagster sub 2 wil voor haar vertrek op 15 mei 2007 een volmacht afgeven ten behoeve van haar kinderen.

4           Standpunten

Klaagsters stellen zich op het standpunt dat de notaris niet juist heeft gehandeld door een akte van notariële volmacht op te stellen die op 10 mei 2007 door klaagster sub 2 is getekend.

Klaagster sub 2 had op 2 mei 2007 notaris < A > gevraagd een volmacht voor klaagster sub 1 op te stellen. Het passeren van die akte op 7 mei 2007 heeft geen doorgang gevonden omdat er daarbij geen tolk in de < nationaliteit > taal aanwezig was. Vervolgens heeft < D > aan de notaris gevraagd een volmacht op te stellen.

De notaris en notaris < A > hebben hierover contact gehad met elkaar. Het moest gaan om en machtiging waarin geen financiële zaken werden geregeld. Daarna is door de notaris een machtiging opgesteld en de akte is gepasseerd op 10 mei 2007. Klaagsters geven hierover verder aan dat die volmacht bij akte van 11 mei 2007 is herroepen bij notaris < A >.

Naar de mening van klaagsters heeft de notaris klachtwaardig heeft gehandeld omdat hij zich niet heeft overtuigd van de wensen van klaagster sub 2. Ook heeft de notaris vooraf geen concept verstrekt en is de akte ten onrechte gepasseerd in afwezigheid van een beëdigd tolk. Naar de mening van klaagsters is de notaris is ten onrechte alleen afgegaan op < D >, die de Nederlandse taal niet goed machtig was. Bij dit alles heeft klaagster sub 2 aldus extra kosten moeten maken omdat de volmacht moest worden herroepen. Bovendien is door toedoen van de notaris bij notaris < A > en bij de familie < E > veel ongenoegen ontstaan. Ook betrof de bij de notaris getekende volmacht, anders dan < F > had verteld, een algehele volmacht voor < F >. Tot slot is aangevoerd dat de notaris pas na lang aandringen bereid is geweest aan notaris < A > een kopie te verstrekken.

De notaris stelt zich op het standpunt dat hij correct heeft gehandeld. In dat verband is door de notaris genoemd dat klaagster sub 2 logischerwijs beide families te vriend wilde houden en aldus wilde zij het nodige voor haar kinderen regelen. De notaris geeft verder aan dat hij de volmacht nadrukkelijk met klaagster sub 2 heeft doorgenomen. Ook geeft de notaris aan dat hij van te voren een concept heeft verstrekt. Ook notaris < A > is van tevoren geïnformeerd, zodat geen dubbele gevolmachtigden zouden ontstaan. Naar de mening van de notaris was een tolk niet nodig. Afsluitend geeft de notaris aan dat hij voor zijn werkzaamheden niets in rekening heeft gebracht.

5           Overwegingen

Ingevolge artikel 98, eerste lid, Wna zijn notarissen en kandidaat-notarissen aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling of een op deze wet berustende verordening, hetzij met de zorg die zij als notarissen of kandidaat-notarissen behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris of kandidaat-notaris niet betaamt.

Voor zover klaagster sub 1 persoonlijk een klacht heeft ingediend tegen de notaris is de klacht niet-ontvankelijk omdat klaagster sub 1 geen partij is in de opdracht aan de notaris tot het opstellen van een volmacht van klaagster sub 2 aan < F >.

Gelet op het verklaarde ter zitting en de inhoud van de door klaagster sub 2 afgegeven volmacht is de Kamer van oordeel dat klaagster sub 1 de klacht mede namens klaagster sub 2 aanhangig heeft gemaakt. Klaagster sub 2 is ontvankelijk in haar klacht.  

Met betrekking tot die klacht overweegt de rechtbank het volgende.

Een notaris die een opdracht aanvaardt om een volmacht te vervaardigen dient zich er uitdrukkelijk van te vergewissen of de volmachtgever in staat is zijn of haar wil dienaangaande te bepalen en aan hem kenbaar te maken. Voorts dient hij zich ervan te vergewissen dat de volmachtgever de gevolgen van de volmachtverlening kan overzien. 

Voor zover is geklaagd over het feit dat door de notaris een algehele volmacht is opgesteld, terwijl < F > aan de notaris zou hebben medegedeeld dat het om een beperkte volmacht moest gaan, die – in afwezigheid van klaagster sub 2 - medisch handelen bij de kinderen mogelijk zou maken, is die klacht naar het oordeel van de Kamer, tevergeefs geformuleerd. De notaris diende af te gaan op de opdracht van de volmachtgever en dat was klaagster sub 2 en niet < F >. De notaris heeft steeds kenbaar gemaakt dat hij die opdracht van klaagster sub 2 heeft verstaan als een opdracht tot het vervaardigen van een algehele volmacht. Dit blijkt ook uit het feit dat de notaris met notaris < A > contact heeft opgenomen om te voorkomen dat er aan twee verschillende partijen algehele volmacht zou worden verleend.

Met betrekking tot het pas na aandringen afgeven van een kopie en het ongenoegen dat bij notaris < A > en bij de familie < E > is ontstaan, is de Kamer van oordeel dat daarbij niet gebleken is van klachtwaardig handelen door de notaris. De notaris had op dat moment van doen met klaagster sub 2, < F > en < D >. Dat er wellicht anderen waren, waaronder de familie < E >, die dat ongewenst vonden doet niet af aan de persoonlijke aanwezigheid van en opdrachtverlening door klaagster sub 2. De notaris heeft verklaard dat hij er zich toen van heeft overtuigd wat de inhoud van de opdracht van de klaagster sub 2 was en dat er voor hem geen aanleiding was om aan te nemen dat de gevolgen daarvan voor klaagster sub 2 niet duidelijk waren. Over de wijze waarop de notaris zich daarvan heeft vergewist zal de Kamer hierna oordelen, maar hier is van belang dat de terughoudendheid van de notaris past bij zijn professionele opstelling tegenover anderen dan degenen die bij hem partij zijn.

Overigens deelt de Kamer niet het standpunt van de notaris, zoals hij dat ter zitting heeft benadrukt, dat voor hem van gewicht was dat hij geen reden had om te twijfelen aan de goede intenties van < F >. In een geval als het onderhavige gaat het bovenal om de wil van degene die de volmacht verleent.  

Voor zover het gaat om de wijze waarop de notaris zich heeft vergewist van de wil van klaagster sub 2 overweegt de Kamer het volgende.

De notaris stelt dat klaagster sub 2 wel degelijk de inhoud heeft begrepen van de in de Nederlandse taal geformuleerde volmacht die zij heeft ondertekend. De volmacht is nadrukkelijk met haar doorgenomen, waarbij haar dochter < D > als tolk en vertaler heeft gefungeerd. De notaris was er aldus van overtuigd dat klaagster sub 2 wist wat ze tekende.

De kamer is met de notaris – in retrospectief - van oordeel dat klaagster sub 2 wellicht beide families (< E > en < F >) te vriend heeft willen houden en zich daardoor in een lastige positie heeft gemanoeuvreerd. Naar het oordeel van de Kamer is daarmee weliswaar mogelijk verklaard waarom klaagster sub 2 heeft ingestemd met de gang van zaken. Bovendien is goed mogelijk dat de notaris terecht heeft aangenomen dat klaagster sub 2 - ondanks haar beperkte kennis van het Nederlands – via < D > heeft kunnen vragen of het duidelijk was dat zij voor “alles” tekende. Dit alles doet er echter niet aan af dat het handelen van de notaris in strijd met het voorschrift van artikel 42 Wna was.

In genoemd artikel is bepaald dat indien een verschijnende partij de taal van de akte niet voldoende verstaat, er mede een tolk, die zo mogelijk ook beëdigd vertaler is, aanwezig dient te zijn. Naar het oordeel van de Kamer heeft de notaris in casu ten onrechte niet aan dit voorschrift voldaan door    < D > te laten tolken en/of te vertalen. Nog daargelaten dat niet vast staat in welke mate < D > de Nederlandse taal beheerste, was zij niet als zodanig beëdigd en was hier een andere persoon als tolk gewenst omdat < D > mede “onderwerp van de volmacht” was.

Gelet op het voorgaande is de klacht wat dit onderdeel betreft gegrond. Naar het oordeel van de Kamer is daarbij echter geen sprake van een zodanig verzuim van de notaris dat moet worden overgegaan tot het opleggen van een maatregel.

Mitsdien wordt beslist als volgt.

6           Beslissing

De kamer van toezicht over de notarissen en de kandidaat-notarissen te Almelo;

-          verklaart klaagster sub 1 niet-ontvankelijk in haar klacht,

-          verklaart de klacht van klaagster sub 2 gegrond voor zover het gaat om het feit dat de notaris geen tolk als bedoeld in artikel 42 Wna heeft ingeschakeld,

-          legt de notaris ter zake hiervan geen maatregel op,

-          verklaart de klacht voor het overige ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. A.R. van der Winkel, voorzitter, mr. F.M.J. Mulder, mr. H.W.C. Spijkerboer, mr. H.J. Vos en mr. E.R. Willems, leden en door de voorzitter

in tegenwoordigheid van G.J. Doeleman als secretaris in het openbaar uitgesproken op

13 december 2007.

Tegen deze beslissing van de kamer van toezicht kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze uitspraak hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Amsterdam.

Postadres, postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.

Afschrift verzonden: 13 december 2007