Zoekresultaten 2341-2350 van de 2772 resultaten

  • ECLI:NL:TNOKBRE:2010:YC0424 Kamer van toezicht Breda KL 18/2010

    Omdat in die splitsingsakte, welke onlosmakelijk is verbonden met de levering van de betreffende appartementsrechten, het kettingbeding integraal als verplichting voor de eigenaren van de appartementsrechten is opgenomen, kan dit tot geen andere conclusie leiden dan dat dit beding onderdeel uitmaakt van de overeenkomst, zodat het opnemen  van dit beding in de akte als bijzondere verplichting de notaris en kandidaat-notaris niet kan worden tegengeworpen. Bovendien vloeide het opnemen van het beding in de leveringsakte voort uit de ter zake in de splitsingakte ten aanzien van het beding opgenomen bepaling dat ter waarborging van de continuïteit van hoogwaardige woon- en zorgvoorzieningen het beding in (onder meer) de akten van overdracht van de betreffende appartementsrechten woordelijk dient te worden opgenomen. De klacht, voor zover door klager gebaseerd op voormeld standpunt, mist dan ook in zoverre een deugdelijke feitelijke grondslag.  

  • ECLI:NL:TNOKBRE:2010:YC0425 Kamer van toezicht Breda KL 20/2010

    Evenals in de bij de kamer van toezicht te ’s-Hertogenbosch voorliggende casus het geval was, moet ook de onderhavige in voormelde zin door de notaris gebruikte domeinnaam als strijdig met de hiervoor genoemde beroeps- gedragsregel worden aangemerkt. Ook hier doet zich immers de situatie voor dat het kantoor van de notaris niet het enige kantoor is in de plaats van vestiging van de notaris, in casu [plaatsnaam], zodat het gebruik van die domeinnaam bij het publiek voor verwarring kan zorgen. De kamer volgt dan ook niet de notaris in zijn opvatting dat dit standpunt inmiddels achterhaald zou zijn.   Evenmin doet hieraan af de door notaris opgeworpen omstandigheid dat klager zelf, althans zijn kantoor, gebruik maakt van een soortgelijke domeinnaam ([e-mailadres]). Nog daargelaten dat klager ten aanzien daarvan heeft verklaard dat hij van het   gebruik van die naam zelf nimmer op de hoogte is geweest en dat hij, na het bekend worden daarmee, onmiddellijk dat gebruik heeft laten staken, rechtvaardigt die omstandigheid niet -naar de kamer het ter zake door de notaris gevoerde verweer begrijpt- de daaraan door de notaris verbonden conclusie, dat daarmee klager zijn recht op het indienen van de onderhavige klacht heeft verwerkt.    Daarnaast kan in het gebruik door ook andere notarissen van soortgelijke domeinnamen geen rechtvaardigingsgrond voor het gebruik van de onderhavige domeinnaam worden gevonden. Dit disculpeert de notaris niet.  

  • ECLI:NL:TNOKBRE:2010:YC0426 Kamer van toezicht Breda KL 15/2010

    Ter beantwoording staat de vraag of het handelen dan wel nalaten van de notaris en kandidaat-notaris in het kader van de afwikkeling van de in kwestie zijnde nalatenschap strijd oplevert met de in artikel 98, lid 1 van de Wet op het notarisambt neergelegde tuchtnorm en meer specifiek, wat betreft de notaris, of dit mede het geval is met betrekking tot de door hem verleden testamentaire akte.   Wat betreft dit laatste is naar het oordeel van de kamer onvoldoende aannemelijk geworden dat klagers moeder ten tijde van het passeren van de testamentaire akte, waarbij zij haar eerdere testament heeft gewijzigd, daartoe niet de wilsbekwaamheid bezat, dan wel dat in ieder geval door de notaris daaraan moest worden getwijfeld.    De ernstige ziekte van zijn moeder, de omstandigheid dat de akte bij haar thuis is verleden en dat zij enkele weken later is overleden, zijn daarvoor een onvoldoende aanwijzing, zo ook de door klager tevens aangevoerde en overigens door de notaris betwiste omstandigheid dat was afgesproken dat bij twijfel een geriater zou worden geraadpleegd. Ervan uitgegaan moet dan ook worden dat de notaris op grond van zijn eigen bevindingen over de wilsbekwaamheid van klagers moeder tot het passeren van de akte heeft mogen komen. Dit onderdeel van de klacht is daarmee ongegrond.   Dit lot treft eveneens klagers overige verwijten. Uit de onweersproken gebleven stellingen van de notaris en kandidaat-notaris is naar voren gekomen dat zij zich, anders dan klager aanvoert, wel degelijk hebben ingespannen om tot een afwikkeling van de nalatenschap te komen en dat dit niet tot resultaat heeft geleid, te wijten is geweest aan de onderlinge, kennelijk nog steeds bestaande meningsverschillen tussen klager en zijn broers. Hiervoor kan voldoende steun worden gevonden in de brief van de notaris van 9 oktober 2008, waarin hij een opsomming geeft van de bemoeienissen tot dan toe en de reden van het gebrek aan resultaat. In die brief heeft de notaris tevens uiteengezet de reden waarom de executeur van haar taak wenste te worden ontheven. Daarbij nog in aanmerking nemend het daarop plaatsgehad hebbend gesprek van klager met de notaris, waarbij klager blijkens zijn eigen gespreksverslag in wezen heeft ingestemd met de beëindiging van het executeurschap en ervoor heeft gekozen de afwikkeling samen met zijn broers zelf ter hand te nemen, kan niet gezegd worden dat klager door de notaris en kandidaat-notaris van de reden van het beëindigen van het executeurschap onwetend is gelaten, noch dat geen verdere oplossingen zijn besproken.  

  • ECLI:NL:TNOKARN:2010:YC0421 Kamer van toezicht Arnhem 07.831/2009/917

    Verkoop echtelijke woning na echtscheiding. De notaris had het feit dat elders bij de veilignotaris een hogere bieding lag niet mogen negeren. Gegrond, geen maatregel.

  • ECLI:NL:TNOKARN:2010:YC0422 Kamer van toezicht Arnhem 07.831/2009/920

    De notaris heeft een leveringsakte gepasseerd ten behoeve van haar cliënte, terwijl zij wist dat ook klaagster aanspraak maakte op levering van de onroerende zaak. In de gegeven omstandigheden had de notaris klaagster moeten informeren dat zij voornemens was de leveringsakte te passeren. In het geval klaagster daartegen verzet had gedaan, had de notaris de partijen bij de akte moeten meedelen dat zij de akte niet zou passeren alvorens over haar gehoudenheid daartoe duidelijkheid was verkregen, bijvoorbeeld doordat klaagster en de koper tot overeenstemming waren gekomen of een rechterlijke beslissing uitsluitsel had gegeven. De notaris is bij de onderhandelingen tussen de verkoper en de koper opgetreden als partijadviseur van de koper. Volgens de verklaring van de notaris is zij dit blijven doen op het moment dat zij als instrumenterend notaris betrokken raakte bij het verlijden van de leveringsakte tussen de verkoper en de koper. Naar haar zeggen heeft de notaris bij de levering de belangen van de koper laten prevaleren boven die van klaagster. Een dergelijke notariële opvatting is evident in strijd met artikel 17 lid 1 Wna en dus met de eer en waardigheid van het notarisambt. Aan de notaris wordt een berisping opgelegd.        

  • ECLI:NL:TNOKARN:2009:YC0420 Kamer van toezicht Arnhem 07.831/2009/933

    De klacht is ingediend op 10 augustus 2009. De Kamer stelt met de plaatsvervangend voorzitter vast dat de feiten en omstandigheden waarop klager zijn klacht baseert, hem reeds bekend waren ten tijde van de alimentatiebeschikking van de rechtbank van 27 september 2004. Daarmee is de driejarentermijn van artikel 99 lid 12 Wna overschreden.

  • ECLI:NL:TNOKARN:2010:YC0419 Kamer van toezicht Arnhem 07.831/2009/923

    Notaris heeft klaagster onvoldoende voorgelicht over de consequenties van zuiver aanvaarden. De nalatenschap van de echtgenoot van klaagster blijkt onvoldoende om de vorderingen van haar stiefkinderen (zulks op grond van het langstlevende testament van hun moeder) te voldoen. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TNOKARN:2010:YC0417 Kamer van toezicht Arnhem 07.831/2009/918

    Notaris B heeft op verzoek van een van de bestuurders/aandeelhouders van X B.V. een huurbeëindigingsbijeenkomst en een depotakte opgemaakt. Bij toezending daarvan aan verzoeker heeft notaris B, zoals het een zorgvuldig notaris betaamt, schriftelijk gewezen op de verplichtingen die van de bestuurders respectievelijk aandeelhouders van X B.V. en Y. B.V. mogen worden verwacht inzake de beëindiging van de huurovereenkomst. Gelet op de huurbeëindigingsovereenkomst en het feit dat de vennootschappen bij de depotakte rechtsgeldig waren vertegenwoordigd, hebben de notarissen niet onjuist gehandeld door de depotakte mede te ondertekenen en het depotbedrag in bewaring te nemen. Niet aannemelijk is geworden dat de notarissen hebben moeten begrijpen dat de huurbeëindigingsovereenkomst of de depotakte ertoe strekte klager als aandeelhouder van X B.V. te benadelen. Klachten zijn ongegrond.

  • ECLI:NL:TNOKARN:2010:YC0418 Kamer van toezicht Arnhem 07.831/2009/919

    Toezicht. Bedenkingen van KNB tegen kandidaat-notaris die onvoldoende opleidingspunten heeft behaald. Dit leidt tot overschrijding van de tuchtnorm. Gegrond, zonder oplegging van een maatregel.

  • ECLI:NL:TNOKSGR:2010:YC0414 Kamer van toezicht 's-Gravenhage 09-25

    De vermelding in de advertentie van het logo van de notarissen inclusief de naam van het notariskantoor en de namen van de notarissen is in strijd met artikel 17 Wna, artikel 26 Vbg in samenhang met de Beleidsregel Adverteren via verwijzers. Dat zulks buiten medeweten van de notarissen geschied is, maakt het niet anders. Notarissen blijven verantwoordelijk voor hun handelen en nalaten ten aanzien van deze regelgeving en dienen aantoonbaar en met de nodige maatregelen ter afstemming met hun verwijzers ervoor te zorgen dat zij deze regels niet overtreden. Gebleken is, dat de notarissen de regie over de uiteindelijke inhoud van de advertentie kennelijk en ten onrechte hebben overgelaten aan de makelaar met het gevolg als voormeld. Klacht gegrond, echter onvoldoende aanleiding om een maatregel op te leggen. De Kamer neemt bovendien in aanmerking dat dit de eerste keer is en dat de notarissen ter zitting hun spijt hebben betuigd en hebben toegezegd herhaling te zullen voorkomen.