Zoekresultaten 12951-12960 van de 13721 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0772 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2010-056

    Klaagster verwijt de huisarts dat hij haar te laat heeft doorverwezen naar een andere arts/specialist, waardoor te laat een juiste diagnose kon worden gesteld en te laat aan een juiste behandeling kon worden begonnen zodat klaagster maanden lang onnodig pijn heeft geleden. Het College wijst de klacht af.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0779 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1018b

    Klagers verwijten verweerster dat zij zonder mededeling vooraf aan klagers een zorgmelding over hun dochter heeft gedaan bij Bureau Jeugdzorg. Het college is van oordeel dat klagers vooraf van het voornemen een zorgmelding te doen in kennis hadden moeten worden gesteld. Geen reden aangevoerd waarom in kennisstelling achterwege kon worden gelaten. Gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0773 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 H 130b

    Klager verwijt de psychiater dat deze heft geweigerd de noodzakelijke zorg te verlenen en klager uit de inrichting heft ontslagen, terwijl een machtiging tot voortgezet verblijf was verleend tot x-datum. Voorts verwijt klager de psychiater dat hij geen ontslagbrief heeft onvangen. Het College wijst de klacht af.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0780 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09162

    Klagers verwijten verweerder dat hij een onprofessionele houding heeft gehad tijdens het intakegesprek en te veel heeft gedeclareerd voor het intakegesprek, namelijk twee maal € 278,- in plaats van één maal € 160,- zoals aangegeven was op de website van verweerder. Het college is van oordeel dat hoewel de website misverstanden op kan roepen, deze niet misleidend is. Verweerder mocht bedrag declareren. Ook overig niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0774 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 O 195

    Klaagster verwijt de psychiater dat zij klaagster tijdens het onderzoek bevooroordeeld tegemoet is getreden en intimiderend heeft bejegend toen zij elkaar tegenkwamen op straat. Klaagster verwijt de psychiater voorts dat zij het EPD heeft ingezien zonder toestemming van klaagster en de opgestelde rapportage heeft doorgestuurd zonder klaagster de gelegenheid te bieden tot inzage en correctie van het rapport. Tenslotte verwijt klaagster de psychiater dat de rapportage gebrekkig was. Het College verklaart een klachtonderdeel gegrond en legt de maatregel van waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0768 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 09189

    Klaagster verwijt verweerder dat hij de diagnose heeft gemist door de situatie waaraan moeder van klaagster leed af te doen als een griepje Verder heeft verweerder geweigerd patiënte door te verwijzen naar het ziekenhuis en hij heeft de ambulance niet willen bellen. Bij dit alles heeft verweerder zich jegens patiënte en de dochters onprofessioneel en respectloos gedragen. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college acht de klacht op twee onderdelen gegrond. Te weten tekortschieten ten aanzien van anamnese, onderzoek en diagnose tijdens de visite en de reactie tijdens het telefoongesprek met klaagster daags daarna. Het college voegt daar nog aan toe dat de documentatie van deze visite niet aan de daaraan te stellen eisen voldoet.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0769 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1029

    Verweerder heeft nadat hij ziek werd tijdens een opname wegens desensibilisatie een onjuiste diagnose gesteld en patiënt ten onrechte zonder bloedkweken te nemen en ondanks de koorts naar huis laten gaan. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Volgens het college is naar het oordeel van het college de diagnose op zorgvuldige wijze tot stand gekomen; ter zake kan aan verweerder niets worden verweten. Het college oordeelt dat de klacht ongegrond is.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0756 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 050/2010

    Klacht van de Inspectie tegen een psychotherapeut, tevens gezondheidszorgpsycholoog over het aangaan van een intieme relatie met een (ex-)cliënte. Het college wijst op artikel III.2.3.7 van de Beroepscode van het NIP. Tegen voorgaande achtergrond behoeft het nauwelijks betoog dat het aangaan van een intieme relatie door verweerder met de cliënte in kwestie niet door de tuchtrechtelijke beugel kan. Het is maar de vraag of de behandelrelatie was beëindigd, al was de EMDR-therapie afgerond, omdat cliënte nog een beroep deed op verweerder bij door haar ondervonden problemen. In elk geval werd die relatie direct aansluitend aan de behandelrelatie aangegaan. Ook het bij cliënte thuis, ook ’s avonds, therapie geven acht het college onvoldoende professioneel, nu de daaraan ten grondslag liggende reden -oppasproblemen van cliënte- zulks niet rechtvaardigen. Verweerder heeft zakelijk en privé met elkaar vermengd, met alle risico’s van dien. Het college heeft bij het bepalen van de maatregel onder meer acht geslagen op de ernst van het feit, tegen de achtergrond van eerdere relaties die verweerder is aangegaan terwijl hij zich realiseerde of in elk geval had moeten realiseren dat dit in die context niet toegestaan was. Schorsing voor de duur van 6 maanden en publicatie.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0763 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009.309

    Klacht tegen orthopedisch chirurg over met name het verschaffen van informatie over de mogelijke gevolgen van een operatieve ingreep aan de enkel. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht in alle onderdelen af. In beroep onderschrijft het Centraal Tuchtcollege het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat voor de vraag of de arts klager had moeten informeren dat na de ingreep door klager ervaren klachten mogelijk het gevolg zijn van de ingreep, onderscheid moet worden gemaakt tussen klacht over doof gevoel en over de onmogelijkheid de tweede tot en met vijfde teen te heffen. Het dove gevoel is te beschouwen als een mogelijke complicatie en daarvoor is blijkens het dossier gewaarschuwd. De onmogelijkheid genoemde tenen te heffen kan in redelijkheid niet als gevolg van de operatieve ingreep worden beschouwd. Hiervoor hoefde de arts niet te waarschuwen. Het beroep tegen deze alsmede tegen de ongegrond verklaarde klachten over de behandeling en bejegening wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0757 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 204/2009

    Klacht tegen huisarts. De klacht betreft de moeder van klager, hierna patiënte te noemen. Klager trof patiënte thuis aan met een halfzijdige verlamming. Klager verwijt verweerster onder meer dat zij te laat bij patiënte is verschenen, patiënte niet in aanmerking heeft laten komen voor trombolyse en dat zij een melding bij de ambulance heeft gedaan voor besteld vervoer. Klacht ongegrond.