Zoekresultaten 12931-12940 van de 13453 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0527 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/236

    Klacht tegen verzekeringsarts, werkzaam bij de Pensioen en- Uitkeringsraad. Klager heeft een herzieningsverzoek ingediend tot erkenning als burger-oorlogsslachtoffer op grond van de Wubo. Klager verwijt arts dat deze in dat kader een onjuist rapport heeft opgesteld en dat hij buiten zijn deskundigheidsgebied is getreden nu hij geen psychiater is. Klacht is afgewezen door het Regionaal Tuchtcollege. Beroep tegen dit oordeel verworpen door het Centraal Tuchtcollege.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0520 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 059/2009

    Klacht tegen psychiater. Klaagster is bekend met een borderline persoonlijkheidsstoornis waarvoor zij langdurig is behandeld. Klaagster verwijt verweerder dat hij teveel medicatie heeft voorschreven en haar niet wilde opnemen als het slecht met haar ging. Klacht ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0516 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 H 186

    Klaagster verwijt de huisarts dat hij als behandelend arts van haar ex-partner een geneeskundige verklaring heeft afgegeven waarin hij zijn oordeel heeft gegeven over de (medische) geschiktheid van deze ex-partner om werk te verrichten. De huisarts heeft de klacht en de daaraan ten grondslag gelegde stellingen bestreden. Het College acht de klacht gegrond en legt de huisarts de maatregel van waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0517 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2010-002

    Klaagster verwijt de arts dat hij tekort is geschoten in de ten aanzien van klaagster te betrachten zorg door zonder haar toestemming een (nadere) verklaring af te geven aan de Raad voor de Kinderbescherming, terwijl bovendien de verstrekte informatie nauwelijks op eigen waarneming van de arts kon zijn gebaseerd en ook onjuist was. De arts heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de klacht. Het College oordeelt dat de klacht gegrond is en legt de arts de maatregel van waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0518 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 H 183

    Klaagster verwijt de neurochirurg dat hij voor aanvang van de eerste operatie slecht heeft gecommuniceerd over de eventuele risico’s van de operatie, bij de eerste operatie een onbetrouwbare methode ter bepaling van het niveau heeft gebruikt, tijdens de operatie op het verkeerde niveau heeft geopereerd en pas na afloop van de tweede operatie klaagster ervan in kennis heeft gesteld dat hij eerder op het verkeerde niveau had geopereerd. De neurochirurg heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de klacht. Het College wijst de klacht in haar geheel af.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0519 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 H 216a

    Klager verwijt de arts, die als lid-geneeskundige deelnam aan de beslissing van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (CT) met betrekking tot klager, dat hij door zijn conclusie in deze beslissing klager als beroepsbeoefenaar schade heeft berokkend en dat door zijn conclusie het vertrouwen is beperkt in de wijze waarop klager de individuele gezondheidszorg bedrijft. Het College verklaart in raadkamer klager niet-ontvankelijk in zijn klacht.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0514 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/099

    De klacht betreft de behandeling van klaagsters zoontje, verder patiëntje te noemen. Patiëntje is bekend met multipele congenitale afwijkingen. Klaagster verwijt beide kinderartsen –kort en zakelijk weergegeven- dat zij zijn tekortgeschoten in de zorg die patiëntje van hen mocht verwachten onder andere door ten onrechte een AMK melding te doen. Klaagster verwijt de revalidatiearts, die aan hetzelfde ziekenhuis verbonden is als de kinderartsen, dat hij een advies aan een gezins- en voogdij instelling heeft uitgebracht zonder het patiëntje te kennen en hem te hebben gezien. Alle drie de artsen hebben de klacht gemotiveerd betwist. De klachten werden gezamenlijk ter terechtzitting behandeld. In de zaken 09/097 en 09/098 heeft het college de klacht afgewezen. Het college oordeelde in beide zaken met betrekking tot de melding bij het AMK dat de kinderarts in de zaak 09/097 -nadat zij informatie over het patiëntje had ingewonnen- terecht direct actie had ondernomen en conform de KNMG Meldcode en Stappenplan “Artsen en kindermishandeling” had gehandeld, waarbij in de zaak 09/098 werd vooropgesteld dat de kinderarts slechts terloops betrokken was geweest bij de melding aan het AMK. In de zaak 09/099 heeft het college de revalidatiearts een waarschuwing opgelegd. Het college oordeelde dat de arts verwarring en onduidelijkheid ten aanzien van zijn rol en functie had veroorzaakt door zich in een e-mail aan de gezins-en voogdijinstelling te presenteren als (kinder)revalidatie arts terwijl hij in zijn hoedanigheid van medisch adviseur een advies had uitgebracht. Voorts was de onafhankelijkheid onvoldoende gewaarborgd, nu de revalidatiearts feitelijk het handelen van zijn collega’s had getoetst. Het college oordeelde dat in de gegeven omstandigheden –ernstig gehandicapt patiëntje met multipele afwijkingen- het zorgvuldiger was geweest dat de revalidatie arts in dit geval patiëntje had gezien en niet alleen op basis van de stukken en foto’s had geoordeeld. Ook was het advies niet met de vereiste mate van zorgvuldigheid opgesteld.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0515 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/220

    Klaagster verweet de kinderarts –samengevat weergegeven- dat hij uitsluitend op zichtbare gronden sexueel misbruik van haar dochtertje door haar vader heeft uitgesloten, medische informatie heeft verstrekt aan een niet-arts van het AMK en voorts dat hij geen actie heeft ondernomen de formulering van de aan het AMK gedane melding te corrigeren. De kinderarts heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college heeft de klacht in al haar onderdelen ongegrond verklaard en de klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0510 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 0959a

    Klaagster verwijt verweerder dat hij haar niet heeft geïnformeerd over de behandeling, geen anamnese heeft afgenomen en bij het eerste contact tot behandeling is overgegaan. Verweerder heeft gemotiveerd verweerder gevoerd. Het college is van oordeel dat de voorbereiding van de behandelingen vooral op het gebied van het informed consent niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Dit geldt ook voor de dossiervorming. Daarbij hebben de Aquamid-injecties op een onjuiste locatie plaatsgevonden. In zoverre gegrond. Het college heeft niet kunnen vaststellen dat verweerder onjuist heeft gehandeld met betrekking tot het inspuiten van de Bio-Alcamid. Voor het overige ongegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0511 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 0950a

    Klaagster verwijt verweerder dat hij haar niet heeft geïnformeerd over de behandeling, geen anamnese heeft afgenomen, bij het eerste contact tot behandeling is overgegaan, klaagster onzorgvuldig en hardhandig heeft behandeld en kwetsende opmerkingen heeft gemaakt. Verweerder heeft gemotiveerd verweerder gevoerd. Het college is van oordeel dat de voorbereiding van de behandeling onvolledig en onzorgvuldig is geweest en de dossiervoering tekortschiet. In zoverre gegrond. Het college heeft niet kunnen vaststellen dat verweerder bij de behandelingen is tekortgeschoten. Voor het overige ongegrond. Waarschuwing.