Zoekresultaten 2431-2440 van de 2974 resultaten

  • ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0594 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW256.2010

    Bezwaren tegen een alimentatievordering. Niet ingaan op brieven van de gemachtigde van klager. De Kamer acht dat onzorgvuldig en ook dat de gerechtsdeurwaarder heeft geschreven dat indien tot indieningvan een klacht zou worden overgegaan en de klacht zou ongegrond worden verklaard, de gerechtsdeurwaarder zijn schade op klager zou verhalen. De Kamer legt de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op. Er is hoger beroep ingesteld. 

  • ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0575 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet731.2010

    Beslissing op verzet. De Kamer verklaart het verzet niet-ontvankelijk omdat het niet tijdig is gedaan.

  • ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0556 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet725.2010

    Beslissing op verzet. De Kamer is het niet met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet en de klacht gegrond. De klacht betreft het aanpassen van de beslagvrije voet naar aanleiding van door klaagster opgegeven wijzigingen. De Kamer is van oordeel dat de gerechtsdeurwaarder zelf actie had moeten ondernemen of nadere inlichtingen had moeten verzoeken. Omdat klaagster geruime tijd geconfronteerd is geweest met een onjuiste beslagvrije voet wordt de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping ophgelegd.

  • ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0537 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW566.2010

    Nadat een loonbeslag was gelegd heeft de gerechtsdeurwaarder voor het eerst goed naar de zaak van klaagster gekeken. Door verandering van software is een verkeerde renteberekening gemaakt en is de vordering op klaagster gaandeweg het onderzoek "weggesmolten" De klacht wordt deels niet-ontvankelijk (een eerder ingediende klacht) en deels gegrond verklaard. Er wordt een berisping opgelegd. Hoger beroep ingesteld.

  • ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0588 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet586.2010

    Beslissing op verzet. De Kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.  

  • ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0569 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet471.2010

    Beslissing op verzet. De Kamer is het niet eens met de beslissing van de voorzitter. Het verzet wordt gegrond verklaard. De gerechtsdeurwaarder wordt onder meer verweten dat hij zich onvoldoende heeft ingespannen te bewerkstelligen dat de notaris de derdenverklaring tijdig zou afleggen. Dat klachtonderdeel wordt door de Kamer gegrond verklaard en er wordt aan de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping opgelegd. Er is hoger beroep ingesteld tegen de beslissing

  • ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0534 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW2010.594

    De zaak betreft de inzet van een systeem waarbij  kentekens van auto's op de openbare weg worden gescand. Die gegevens worden vergeleken met een database van de gerechtsdeurwaarder. Wanneer een voertuig wordt gescand waarvan bekend is dat de eigenaar een schuld heeft, wordt navraag gedaan of het voertuig nog op naam staat van die eigenaar. Zo ja, dan wordt contact opgenomen met de opdrachtgever met de vraag of beslag (op grond van een aanwezige titel) op het voertuig gerechtsvaardigd is. Zo ja, dan wordt het voertuig in beslag genomen, voorzien van een sticker en een wielklem. De schuldenaar wordt de mogelijkheid geboden de schuld te voldoen en bij niet voldoening wordt het voertuig afgevoerd. (in bewaring genomen). De beroepsorganisatie is van mening dat het niet de bedoeling van de wetgever is geweest om de bevoegdheid om in beslag genomen zaken in bewaring te geven zo stelselmatig toe te passen als de gerechtsdeurwaarder doet. Ook het feit dat hij niet altijd beschikt over de titel (die er wel is maar niet in zijn handen) wanneer hij beslag legt in opdracht van een andere gerechtsdeurwaarder staat op gespannen voet met de wet. De Kamer is samengevat van oordeel dat het wettelijke systeem van bewaargeving een individuele toets vergt en het aanbrengen van een wielklem als tussenstadium voor dat onderzoek het oneigenlijk oprekken van een wettelijke bepaling betreft. De klacht wordt gegrond verklaard. Er wordt geen maatregel opgelegd omdat het een proefprocedure betrof.  

  • ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0535 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW2010.740A

    In een bij de Kameer aanhangige klachtprocedure, verzoekt de KBvG om zich in de procedure te mogen voegen. De Kamer overweegt dat de Gerechtsdeurwaarderswet het incident van voeging niet kent en ziet -omdat in het voorontwerp kaderwet tuchtprocesrecht die mogelijkheid evenmin is opgenomen- geen aanleiding een precedent te scheppen. Het verzoek wordt afgewezen.

  • ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0533 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW2010.740

    E-court stelt zich blijkens haar algemene voorwaarden ten doel om deskundige, betaalbare en snelle rechtspraak te bieden aan een ieder op de grondslag van art. 7:900 e.v. Burgerlijk Wetboek (BW).   E-court heeft in haar algemene voorwaarden opgenomen dat een gedaagde partij voor een incasoprocedure bij exploot wordt opgeroepen. E-court stelt  kortgezegd dat het uitbrengen een exploot op grond van de wet is voorbehouden aan een gerechtsdeurwaarder waardoor het een ambtshandeling betreft. Voor ambtshandelingen geldt de ministerieplicht. E-court heeft een gerechtsdeurwaarder verzocht een oproep bij exploot uit te brengen maar deze weigert dat te doen onder verwijzing naar de door een door zijn Beroepsorganisatie ingenomen standpunt.  De Kamer heeft overwogen dat de ambtshandelingen van de gerechtsdeurwaarder niet in de Gerechtsdeurwaarderswet zijn omschreven, maar her en der staan verspreid in bijzondere wetgeving. Omdat elke ambtshandeling op een wettelijk voorschrift berust, is er sprake van een gesloten stelsel. De gerechtsdeurwaarder ontleent zijn bevoegdheid tot het verrichten van ambtshandelingen dus rechtstreeks aan de wet. Het oproepen van partijen die een procedure voor E-court willen voeren berust niet op een wettelijk voorschrift maar op een afspraak tussen partijen. Het doen van een dergelijke oproep bij exploot berust dan ook niet op een bij de wet aan de gerechtsdeurwaarder opgedragen bevoegdheid. Naar het oordeel van de Kamer geldt voor het oproepen bij exploot in een procedure voor E-court dan ook geen ministerieplicht. Dit laat overigens onverlet dat het een gerechtsdeurwaarder naar het voorlopig oordeel van de Kamer vrijstaat om – ook zonder dat daarvoor ministerieplicht bestaat – een oproeping bij exploot uit te brengen.

  • ECLI:NL:RBAMS:2010:YB0532 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW2010.740incident

    Een verzoek tot voeging van de KBvG in de zaak E-court. Het verzoek wordt afgewezen omdat de wet niet in voeging voorziet. Uitspraak in de hoofdzaak 8 februari 2011.