ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0569 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDWverzet471.2010

ECLI: ECLI:NL:RBAMS:2011:YB0569
Datum uitspraak: 22-03-2011
Datum publicatie: 13-05-2011
Zaaknummer(s): GDWverzet471.2010
Onderwerp: Ambtshandelingen (art. 2 Gdw)
Beslissingen: Een berisping
Inhoudsindicatie: Beslissing op verzet. De Kamer is het niet eens met de beslissing van de voorzitter. Het verzet wordt gegrond verklaard. De gerechtsdeurwaarder wordt onder meer verweten dat hij zich onvoldoende heeft ingespannen te bewerkstelligen dat de notaris de derdenverklaring tijdig zou afleggen. Dat klachtonderdeel wordt door de Kamer gegrond verklaard en er wordt aan de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping opgelegd. Er is hoger beroep ingesteld tegen de beslissing

KAMER VOOR GERECHTSDEURWAARDERS TE AMSTERDAM

Beslissing van 22 maart 2011 zoals bedoeld in artikel 43 van de Gerechtsdeurwaarderswet inzake het verzet met nummer 471.2010 ingesteld door:

[     ] w/v [     ] en [     ],

wonende te [     ],

klagers,

tegen:

[     ],

gerechtsdeurwaarder te [     ],

beklaagde.

1. Verloop van de procedure

Bij beschikking van 15 juni 2010 (zaaknummer 203.2010) heeft de voorzitter van de Kamer voor gerechtsdeurwaarders (hierna: de voorzitter) beslist op een door klagers tegen beklaagde ingediende klacht. Bij brief van 22 juni 2010 is klagers een afschrift van de beslissing van de voorzitter toegezonden. Op 27 juni 2010 hebben klagers tegen de beslissing van de voorzitter verzet ingesteld. Het verzetschrift is behandeld ter openbare terechtzitting van 8 februari 2011, alwaar partijen zijn verschenen. Van de behandeling ter zitting is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt. De uitspraak is bepaald op 22 maart 2010.

2. De gronden van het verzet

In verzet hebben klagers samengevat aangevoerd dat zij het niet eens zijn met de beslissing van de voorzitter, omdat deze ten onrechte heeft geoordeeld dat de klacht niet-ontvankelijk is.

3. De ontvankelijkheid van het verzet .

Klagers hebben het verzet tegen voormelde beslissing van de voorzitter ingesteld binnen veertien dagen na de dag van verzending van een afschrift van voormelde beslissing van de voorzitter, zodat zij in hun verzet kunnen worden ontvangen.

4. De inleidende klacht

4.1 Een door klaagster ingeschakelde advocaat heeft de gerechtsdeurwaarder de executie opgedragen van een vonnis van 31 augustus 2005 en een arrest van 23 oktober 2007. Klaagster heeft op 25 augustus 2006 een perceel grond geleverd aan haar tegenpartij. Deze heeft op dezelfde dag ten laste van klaagster conservatoir beslag gelegd voor een bedrag van € 210.000,00 onder de figurerende notaris. Op 8 februari 2010 bevond zich nog een bedrag van € 40.000 in depot bij die notaris. In opdracht van klaagster heeft de gerechtsdeurwaarder op 8 februari 2010 op dit bedrag beslag gelegd. De notaris heeft bij de afdracht van dit bedrag aan de gerechtdeurwaarder € 834,16 ingehouden voor zijn kosten. Klagers verwijten de gerechtsdeurwaarder – kort samengevat en in hoofdzaak – dat deze:

1. te weinig bij de notaris als derde beslagene heeft geïncasseerd. De gerechtsdeurwaarder had de inhouding door de notaris niet mogen accepteren;

2. geen rente heeft geïncasseerd bij de notaris over het onder het beslag gebracht bedrag;

3. zich onvoldoende heeft ingespannen te bewerkstelligen dat de notaris de derdenverklaring tijdig zou afleggen;

4. de kosten van beslaglegging op een onroerende zaak niet heeft verhaald bij de tegenpartij;

5. een bedrag van € 3.907,75 aan proceskosten niet in zijn eindafrekening heeft meegenomen;

6. over een bedrag van € 1.729,55 geen rente heeft vergoed;

7. op een verkeerd object beslag heeft gelegd. De kosten daarvan zijn klaagster ten onrechte in rekening gebracht;

8. in navolging hiervan ten onrechte kosten heeft berekend terwijl dit beslag op de Zandkampen 6 niet is ingeschreven;

9. over een bedrag van € 9.097 geen rente heeft geïncasseerd;

10. ten onrechte op zijn afrekening tweemaal een bedrag van € 6.750 in mindering heeft gebracht;

11. onduidelijke rekeningen heeft opgesteld;

12. slecht heeft geïnformeerd over de voortgang van de zaak.  

5. De beslissing van de voorzitter

De voorzitter heeft geoordeeld dat de gerechtsdeurwaarder niet in strijd heeft gehandeld met de tuchtrechtelijke norm. De voorzitter is van oordeel dat de klacht kennelijk ongegrond is.

6. De beoordeling van de gronden van het verzet

6.1 De Kamer acht klagers ontvankelijk in hun klacht. Zij hebben daarbij voldoende belang, klaagster als indirect opdrachtgever van de gerechtsdeurwaarder en klager als de zoon en belangenbehartiger van zijn moeder. Het verzet is daarom gegrond.

6.2 De Kamer komt vervolgens toe aan de behandeling van de klacht. De gerechtsdeurwaarder heeft alle onderdelen van de klacht weersproken behoudens de onderdelen 5 en 10. Daar is sprake geweest van omissies die hij zal herstellen.

 6.3 De Kamer is van oordeel dat klacht alsnog gegrond dient te worden verklaard ten aanzien van onderdeel 5 nu vast staat dat de gerechtsdeurwaarder het bedoelde bedrag niet heeft geïncasseerd. De onderdelen 1 en 2 zijn ongegrond. Het gaat erom dat de gerechtsdeurwaarder alle volgens een hem ter hand gestelde en te executeren titel verschuldigde bedragen incasseert. Via welke beslaglegging die incasso tot voltooiing komt, is daarbij over het algemeen niet van belang. De berekening van verschuldigde rente vindt plaats naar de regelen van de wet en niet via de incasso van deelbetalingen, al hebben die wel invloed op die berekening.

Ten aanzien van onderdeel 3 is niet zorgvuldig gehandeld. De gerechtsdeurwaarder had eerder moeten rappelleren. Met betrekking tot de kosten van onderdeel 4 hebben klagers niet aannemelijk gemaakt dat deze kosten voor rekening van klaagster zijn gebracht.

Ten aanzien van onderdeel 6 is aannemelijk gemaakt door de gerechtsdeurwaarder dat het saldo op zijn derdengeldenrekening onder de € 500,00 is gebleven, zodat geen rente conform de Regeling rente bijzondere rekeningen gerechtsdeurwaarders is verschuldigd.

Ten aanzien van de onderdelen 7 en 8 hebben is niet aannemelijk gemaakt dat beslagkosten in rekening zijn gebracht.

Ten aanzien van onderdeel 9 heeft de gerechtsdeurwaarder terecht aangevoerd dat er geen rente wordt toegewezen over de proceskosten.

Ten aanzien van onderdeel 10 is de Kamer van oordeel dat de gang van zaken ongelukkig is geweest, maar dat niet is gebleken dat dit de gerechtsdeurwaarder aan te rekenen valt. Ter zitting heeft de gerechtsdeurwaarder betoogd dat hij de executie op dat onderdeel weer zal oppakken.

Ten aanzien van onderdeel 11 is, behoudens hetgeen hiervoor met betrekking tot onderdeel 10 is overwogen, niet van enige onduidelijkheid gebleken.

Ten aanzien van onderdeel 12 is de Kamer niet gebleken van onvoldoende informatie zijdens de gerechtsdeurwaarder, wiens opdrachtgever immers primair de advocaat van klaagster was.

Resumerend is de Kamer van oordeel dat de gerechtsdeurwaarder ten aanzien van onderdeel 3 een ernstige fout heeft gemaakt en de Kamer kan zich niet aan de indruk onttrekken dat de gerechtsdeurwaarder onvoldoende aandacht aan de klachten van klagers heeft besteed en dat mede daardoor een bedrag van € 3.907,75 aan proceskosten in reconventie nog niet is geïncasseerd (onderdeel 5). Ook ten aanzien van dit laatste bedrag heeft de gerechtsdeurwaarder ter zitting verklaard dat hij de incasso daarvan ter hand zal nemen.

6.4 De Kamer is van oordeel dat er aanleiding bestaat tot opleggen van na te noemen maatregel.

BESLISSING

De Kamer voor Gerechtsdeurwaarders:

-        verklaart het verzet gegrond;

-        vernietigt de beslissing van de voorzitter;

-        verklaart de klacht alsnog gegrond;

-        legt aan de gerechtsdeurwaarder de maatregel van berisping op.

Aldus gegeven door mr. G.H.I.J. Hage, plaatsvervangend-voorzitter, mr. H.M. Patijn en M.J.-M.L. Baudoin (plaatsvervangende) leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 22 maart 2011 in tegenwoordigheid van de secretaris.

Tegen deze beslissing kan binnen dertig dagen na dagtekening van verzending van het afschrift van de beslissing hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.