Zoekresultaten 19961-19970 van de 21338 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1366 Raad van Discipline Arnhem 10-66

    In eerdere tuchtzaak werd uitgemaakt dat verweerder ten onrechte door hem namens zijn cliënte geïnde dwangsommen onder zich hield ter verrekening met een beweerde tegenvordering van zijn cliënte op klager. Verweerder betaalde (desondanks) niet terug en weigert dat nu ten onrechte met het argument van die tegenvordering en met een beroep op het feit dat op dat geld een inmiddels, na het aanspannen van de tweede klachtzaak, door hemzelf geïnitieerd beslag ligt. Klacht gegrond. Voorwaardelijke schorsing van één week.

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1367 Raad van Discipline Arnhem 10-144

    In aanloop naar de zitting heeft klager tegen één van de leden bezwaar gemaakt, waarop deze zich heeft teruggetrokken. Klager verscheen niet op zitting. Vlak voor de zitting hebben de griffier en de voorzitter telefonisch contact gehad met klager. Klager verzocht om aanhouding ten einde te onderzoeken of er bezwaren tegen het nieuwe lid waren. Klager stelde een wraking in het vooruitzicht indien de mondelinge behandeling door zou gaan. Aanhoudingsverzoek is ter zitting afgewezen. Geen gronden voor wraking van de voorzitter.

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1361 Raad van Discipline Arnhem 10-59

    Deken weigert een nieuwe klacht in behandeling te nemen op grond van de –door de raad onjuist bevonden – reden dat zich dat niet zou verdragen met de eerder gegeven beslissing van de tuchtrechter in een zaak tegen diezelfde advocaat. Die onjuiste beslissing nam verweerder als deken en levert geen fout op die hem als goed advocaat niet betaamde. Klacht betreffende de weigering om op grond van art. 13 Aw een advocaat aan te wijzen is ongegrond voor zover in de kwestie door het HvD is beslist en kan evenmin slagen vzv die zag op het daarin door het hof niet betrokken aspect dat die aanwijzing ook betrekking zou moeten hebben op de aanwijzing van een advocaat voor de behandeling van klagers civielrechtelijke claim op verweerder. In procedures ex art. 13 Aw is voor de raad geen taak weggelegd.

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1363 Raad van Discipline Arnhem 10-28

    Verzetschrift (wel tijdig) bevat geen gronden. De aanvulling kwam te laat. Geen verschoonbare termijnoverschrijding.

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1364 Raad van Discipline Arnhem 10-37

    Advocaat behandelt klagers vordering op diens eerdere advocaat die de uitkomst vormde van een begrotingsprocedure. Verzet (tegen het oordeel van de voorzitter deels niet-ontvankelijk, deels kennelijk ongegrond) ongegrond. De incongruentie die de uitkomst van een procedure ex art. 39 Wet tarieven burgerlijke zaken oplevert (door dat die procedure de advocaat wél maar de cliënt niet meteen een titel oplevert) betreft allereerst de relatie tussen klager en diens eerste advocaat. Dat punt was voor of in een snelle en goedkope incasso zoals klagers wenste niet meteen bruikbaar.

  • ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1362 Raad van Discipline Arnhem 10-67

    Ongegrond. Mogelijkheden niet onvoldoende onderzocht.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA1352 Raad van Discipline Amsterdam 10-226U

    Het betreft een verzet na een kennelijk ongegrond bevonden klacht tegen de eigen advocaat, over de kwaliteit van de werkzaamheden van verweerder. De raad is met de voorzitter van mening dat de klachten feitelijke onderbouwing missen. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA1359 Raad van Discipline Amsterdam 10-298Zut

    Verzetzaak. Klacht tegen advocaat in hoedanigheid van advocaat-lid van raad van discipline. Staat niet onder tuchtrechtelijk toezicht, tenzij sprake is van zodanige verwaarlozing van taken en/of misdragingen dat de advocaat geacht moet worden zich schuldig te hebben gemaakt aan het handelen of nalaten dat een behoorlijk advocaat niet betaamt. Hiervan is niet gebleken, zodat het verzet ongegrond wordt verklaard.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA1353 Raad van Discipline Amsterdam 10-227U

    Het betreft een verzet na een kennelijk ongegrond bevonden klacht tegen de eigen advocaat, over de kwaliteit van de werkzaamheden van verweerster. De raad is met de voorzitter van mening dat de klachten feitelijke onderbouwing missen. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA1360 Raad van Discipline Amsterdam 10-190A

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Verweerder heeft een brief rechtstreeks aan klaagster toegezonden, terwijl klaagster werd bijgestaan door advocaat. De brief is op rechtsgevolg gericht, dus verweerder mocht klaagster rechtreeks aanschrijven. Een kopie van die brief is aan de advocaat van klaagster gestuurd. Onderdeel ongegrond. Verweerder heeft de brief aan klaagster per fax gestuurd. Gebleken noch anderszins duidelijk geworden dat verweerder dat heeft gedaan om klaagster te schaden. Correspondentie per fax is voor mededelingen waarvan de ontvangst in verband met het eerdergenoemd rechtsgevolg een normaal en veel gebruikt communicatiemiddel. Onderdeel ongegrond. Verweerder heeft confraternele correspondentie in het geding gebracht. Dat het overleggen van die correspondentie op een misverstand berust, maakt het niet zonder meer niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Onderdeel gegrond zonder maatregel. Producties ten behoeve van een mondelinge behandeling van een kort geding zijn zes dagen voor de zitting aan klaagster toegezonden, maar pas twee dagen daarvoor aangekomen. Omstandigheden van het geval brengen met zich dat onderdeel ongegrond is.