ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1821 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3552/10.182

ECLI: ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1821
Datum uitspraak: 04-07-2011
Datum publicatie: 13-07-2011
Zaaknummer(s): R. 3552/10.182
Onderwerp:
  • Zorg voor de cliënt, subonderwerp: Kwaliteit van de dienstverlening
  • Maatregelen, subonderwerp: Tuchtrechtelijk verleden
Beslissingen: Voorwaardelijke schorsing
Inhoudsindicatie:   Bij de behandeling van een zaak heeft de advocaat de leiding en dient hij vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid te bepalen met welke aanpak de belangen van zijn cliënt het beste zijn gediend. In het algemeen kan een tuchtrechtelijke maatregel pas geïndiceerd zijn, indien en voorzover de advocaat bij de behandeling van de zaak kennelijk onjuist optreedt en adviseert en de belangen van de cliënt daardoor worden of kunnen worden geschaad. Dat een dergelijke situatie zich voordoet wordt door verweerder erkend en blijkt ook uit de stukken. Klacht gegrond. Voorwaardelijke schorsing.

1. PROCEDUREVERLOOP

1.1 Bij brief van 24 juni 2010 heeft klager een klacht ingediend tegen verweerder. Het door de Advocatenwet voorgeschreven onderzoek is verricht door de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam. Het dossier is door de Raad ontvangen op 2 november 2010.

1.2 De Raad heeft kennisgenomen van de stukken die op grond van het bepaalde in art. 49 lid 2 van de Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.

1.3 De zaak is behandeld ter openbare zitting van de Raad van 30 mei 2011. Ter zitting is namens klager mevrouw B. (Vluchtelingenwerk Overijssel) verschenen. Verweerder is niet verschenen.

2. FEITEN

2.1 Verweerder heeft klager bijgestaan in een asielprocedure. Klager heeft op 28 december 2009 in het Aanmeldcentrum Zevenaar een asielverzoek ingediend, dat bij beschikking van 4 januari 2010 is afgewezen.

2.2 Verweerder heeft daartegen beroep ingesteld bij de rechtbank en tevens een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend. Bij het beroepschrift zijn geen gronden aangevoerd. Die zijn ook later niet ingediend.

2.3 Op 14 januari 2010 is het beroep daarom door de rechtbank niet ontvankelijk verklaard.

3. KLACHT

3.1 Klager verwijt verweerder dat hij niet de gronden voor het beroep heeft ingediend. Hierdoor is verweerder nalatig geweest. Daardoor heeft de rechtbank het beroep niet ontvankelijk verklaard.

Daarbij komt dat Vluchtelingenwerk al eerder een klacht heeft ingediend tegen verweerder met betrekking tot een vergelijkbare kwestie, hetgeen heeft geresulteerd in een berisping opgelegd door de Raad van Discipline d.d. 22 april 2010.

4. VERWEER

4.1 Verweerder heeft in de brief van 8 juli 2010 aan de deken te Rotterdam erkend dat hij niet tijdig de gronden voor het beroep heeft aangevoerd waardoor de rechtbank bij beslissing van 14 januari 2010 het beroep niet ontvankelijk heeft verklaard. Hij geeft aan deze gang van zaken meer dan te betreuren, waarbij hij opmerkt dat hij zijn werkzaamheden voor het Aanmeldcentrum Zevenaar inmiddels heeft beëindigd.

5. BEOORDELING VAN DE KLACHT  

5.1 De Raad stelt voorop dat een advocaat een grote mate van zorgvuldigheid dient te betrachten bij de behandeling van zijn zaak. Die zorgvuldigheid betreft ook de wijze waarop met vertrouwelijke informatie wordt omgegaan. Het bewaken van termijnen is daar onderdeel van. Het is echter onvermijdelijk dat fouten worden gemaakt. Volgens vaste jurisprudentie van het Hof van Discipline is niet iedere fout die wordt gemaakt ook tuchtrechtelijk verwijtbaar. De beoordeling van de verwijtbaarheid wordt onder andere beïnvloed door de wijze waarop door de advocaat in kwestie met de fout wordt omgegaan.

5.2 Dat verweerder een fout heeft gemaakt staat vast. Hij erkent en betreurt dat. Alle omstandigheden in onderlinge samenhang beziend, acht de Raad de klacht dan ook gegrond.

6. MAATREGEL

6.1 Alles overwegend acht de Raad de hierna te melden maatregel passend en geboden. Daarbij heeft zij in aanmerking genomen het tuchtrechtelijk verleden van verweerder, het feit dat tegen verweerder een klacht met gelijke strekking was ingediend op het moment dat de aan onderhavige klacht ten grondslag gelegde feiten en omstandigheden zich voordeden alsook dat verweerder zijn eigen tekortkomingen heeft ingezien en naar hij stelt geen werkzaamheden meer verricht voor Aanmeldcentrum Zevenaar.

7. BESLISSING

De Raad van Discipline in het ressort 's-Gravenhage:

- verklaart de klacht gegrond;

- legt aan verweerder de maatregel van voorwaardelijke schorsing voor de duur van twee maanden op met een proeftijd van twee jaren.

Aldus gewezen door mr. G.J.W. van Oven, voorzitter, mr. P.J.E.M. Nuiten, mr. P.C.M. van Schijndel, mr. J.A. van Keulen en mr. P.O.M. van Boven-de Groot, leden, en mr. M.M.C. van der Sanden, griffier,en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 4 juli 2011.

griffier          voorzitter

Van deze beslissing kan met inachtneming van art. 56 Advocatenwet binnen dertig dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

De eerste dag van deze termijn van dertig dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiter¬lijk op de dertigste dag dient Uw appèlmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appèlmemorie maar om tijdige ontvangst door de griffie van het Hof van Discipline.

U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort.

Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

De appèlmemorie kan op de volgende wijze worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a. Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

b. Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

c. Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is: 076-5484608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

Voor het inwinnen van informatie: het telefoonnummer van het Hof van Discipline is: 076-5484607.