Zoekresultaten 16351-16360 van de 20311 resultaten

  • ECLI:NL:TADRLEE:2012:YA3952 Raad van Discipline Leeuwarden 05/11

    Het advocatentuchtrecht blijft gelden ook als een advocaat in een andere hoedanigheid optreedt. Als een advocaat zich in zijn hoedanigheid van deken zodanig gedraagt dat het vertrouwen in de advocatuur daardoor wordt ondermijnd zal sprake zijn van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen. In casu had de voorzitter geoordeeld dat daarvan geen sprake was. Verzet is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3944 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4063/12.197

    Verweerder was niet gehouden klager een urenspecificatie te verstrekken. Uit de stukken volgt dat verzekeraar X de rekeningen van verweerder heeft betaald en daarbij geen voorbehoud heeft gemaakt. Indien klager van mening is dat verweerder teveel heeft gedeclareerd, dient klager zich tot verzekeraar X. te wenden. De vordering van klager dat verweerder een bedrag aan verzekeraar X terug te betalen is exclusief voorbehouden aan verzekeraar X en niet aan klager.   In de klachtprocedure behartigt verweerder zijn eigen belangen. Die positie brengt met zich dat verweerder bij het formuleren van zijn verweer ten aanzien van klagers klachtonderdelen niet de belangen van klager voorop hoeft te stellen, maar die van zichzelf. Verweerder heeft niet in strijd met enige wet of gedragsregel gehandeld door in zijn stukken namen te noemen en informatie over klager te verstrekken. Bij een tuchtrechtelijk onderzoek of een verzoek om informatie van de deken is de advocaat immers op grond van de gedragsregels verplicht alle gevraagde inlichtingen te verstrekken, zonder zich op zijn geheimhoudingsplicht te kunnen beroepen.   Klacht deels kennelijk ongegrond en deels kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRLEE:2012:YA3946 Raad van Discipline Leeuwarden 99/11

    Een advocaat dient in overleg met zijn cliënt te onderzoeken of een regeling in der minne haalbaar is. Indien zijn voorganger reeds dergelijke pogingen heeft ondernomen, waarmee de huidige advocaat niet bekend is, kan aan de huidige advocaat niet worden verweten dat deze een nieuwe poging tot schikking doet. Een poging tot schikken betekent niet dat getracht wordt het op “een akkoordje te gooien”. Het verzet tegen de beslissing van de voorzitter is dan ook ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2013:YA4042 Raad van Discipline Amsterdam 12-193Lee

    Klacht met betrekking tot de financiële afwikkeling van een toevoeging. Verweerder zou ten onrechte een bedrag door een kantoorgenoot hebben laten verrekenen met een declaratie van klager in een andere zaak. Klacht niet ontvankelijk nu klager de kantoorgenoot van verweerder had moeten aanspreken en niet verweerder.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3945 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 4056/12.190

    Op basis van de stukken, meer in het bijzonder de tegenstrijdige standpunten van klaagster en verweerster, kan niet worden vastgesteld dat verweerder in zijn hoedanigheid van curator zich zodanig heeft misdragen, dat daardoor het vertrouwen in de advocatuur is geschaad. Klachtonderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRLEE:2012:YA3947 Raad van Discipline Leeuwarden 70/11

    De voorzitter heeft terecht geoordeeld dat voor de advocaat bij aanvang van de zaakgoede gronden had om aan te nemen dat de cliënt niet voor gefinancierde rechtshulp in aanmerking kwam. Dit was in het onderhavige geval gebaseerd op het feit dat klager een bestaande relatie was van kantoor aan wie de rechtshulp steeds op betalende basis in rekening was gebracht. Bovendien beschikte klager over vermogen. Het verzet is ongegrond, zij het onder verbetering van de gronden.

  • ECLI:NL:TADRLEE:2012:YA3948 Raad van Discipline Leeuwarden 82/11

    Klacht ontvankelijk; tijdsverloop is niet te lang. Indien een zaak is ingenomen door een kantoorgenoot die afspraken heeft gemaakt over het uurtarief en de verdere financiële gevolgen terwijl wordt afgesproken dat een kantoorgenoot de zaak zal behandelen, hoeft laatstgenoemde dit in beginsel niet nogmaals te bespreken maar mag afgaan op hetgeen tussen de cliënt en de kantoorgenoot die de zaak heeft ingenomen, is besproken. Een advocaat moet alle belangrijke informatie in beginsel schriftelijk aan zijn cliënt doorgeven, tenzij voldoende aannemelijk is dat de advocaat de informatie aan de cliënt (mondeling) kenbaar heeft gemaakt. Voorts heeft de advocaat grote mate van beleidsvrijheid bij de behandeling van de zaak. De raad beoordeelt klachten over de kwaliteit van de diensten slechts marginaal, namelijk indien de advocaat kennelijk onjuist optreedt of adviseert en de belangen van de cliënt daardoor worden geschaad.

  • ECLI:NL:TADRLEE:2012:YA3949 Raad van Discipline Leeuwarden 87a/11 87b/11

    Indien een advocaat een zeer groot aantal zaken voor een cliënt in behandeling heeft en in een zaak waarin hij zegt niet op te treden voor die cliënt in kopie brieven ontvangt die gericht zijn aan de cliënt zelf en die afkomstig zijn van een wederpartij, kan de advocaat zich niet zonder meer beroepen op het ontbreken van een opdracht; temeer indien er grote belangen op het spel staan. Hij dient hierover zelf met de cliënt contact op te nemen ten einde zich er van te overtuigen dat de cliënt geen rechtsbijstand behoeft. Indien een advocaat zich er op beroept dat een kantoorgenoot de zaak heeft overgenomen, dient dit voor de cliënt duidelijk te zijn.

  • ECLI:NL:TADRLEE:2012:YA3950 Raad van Discipline Leeuwarden 108/11

    Een advocaat van de wederpartij heeft een ruime mate van vrijheid om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem goeddunkt, waarbij wel grenzen aan zijn optreden worden gesteld. Dit betekent echter niet dat de advocaat gehouden is op alle telefoontjes van de wederpartij te reageren en deze te woord te staan indien die onaangekondigd op zijn kantoor verschijnt. Verzet  wordt ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRLEE:2012:YA3951 Raad van Discipline Leeuwarden 107/11

    Een advocaat dient uiterst zorgvuldig te werk te gaan bij het opstellen van een overeenkomst achteraf ten behoeve van zijn cliënt, waarvan hij weet dat die overeenkomst in een procedure worddt gebruikt. Een onjuiste datering van het contract is zo ernstig dat dat niet als een niet verwijtbare vergissing kan worden beschouwd. Er wordt een berisping opgelegd.