ECLI:NL:TADRLEE:2012:YA3951 Raad van Discipline Leeuwarden 107/11

ECLI: ECLI:NL:TADRLEE:2012:YA3951
Datum uitspraak: 07-09-2012
Datum publicatie: 05-03-2013
Zaaknummer(s): 107/11
Onderwerp: Wat een behoorlijk advocaat betaamt, subonderwerp: Bezwaren van de deken
Beslissingen: Berisping
Inhoudsindicatie: Een advocaat dient uiterst zorgvuldig te werk te gaan bij het opstellen van een overeenkomst achteraf ten behoeve van zijn cliënt, waarvan hij weet dat die overeenkomst in een procedure worddt gebruikt. Een onjuiste datering van het contract is zo ernstig dat dat niet als een niet verwijtbare vergissing kan worden beschouwd. Er wordt een berisping opgelegd.

Beslissing van 7 september 2012

in de zaak 107/11

naar aanleiding van de klacht van:

mr. [   ]

in zijn hoedanigheid van deken van de orde van advocaten in het arrondissement Assen

klager

tegen:

mr. [   ]

gemachtigde: mr. [   ]

verweerder

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    Bij brief aan de raad van 23 november 2011 met kenmerk MJ/mb, door de raad ontvangen op 24 november 2011, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Assen de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2    De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 1 juni 2012 in aanwezigheid van de deken en mr. T., vergezeld van zijn gemachtigde mr. K. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3    De raad heeft kennis genomen van:

-    het van de deken ontvangen dossier;

-    het vonnis van de rechtbank Assen van 30 januari 2012.

2    FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1    Klager heeft op zijn kantoor ten behoeve van een cliënt een koopovereenkomst opgesteld. Deze overeenkomst is gedateerd op 27 december 2010.

3    KLACHT

3.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

Klager verwijt verweerder dat deze op zijn kantoor ten behoeve van een cliënt een koopovereenkomst heeft opgesteld en die heeft geantedateerd. Vaststaat dat volgens de cliënte van verweerder de auto, waarop de koopovereenkomst betrekking had, op 27 december 2010 in haar eigendom was overgegaan, maar zij echter niet in staat was de onderliggende overeenkomst aan te tonen. In april 2011 is vervolgens door verweerder op zijn kantoor een koopovereenkomst opgesteld met als datum 27 december 2010. De cliënte van verweerder had deze overeenkomst nodig als bewijsmiddel in een procedure hetgeen verweerder bekend was.

4    VERWEER

4.1    Verweerder voert aan dat er sprake is van een vergissing en dat hij in de strafzaak inmiddels is vrijgesproken. Verweerder heeft verder aangevoerd dat zijn secretaresse aan de hand van het modellenboek de koopovereenkomst heeft opgesteld en dat hij bij het nakijken daarvan niet op de datum heeft gelet zodat daar per vergissing de verkeerde datum onder is komen te staan.

5    BEOORDELING

5.1    Verweerder heeft erkend dat zijn cliënte in een procedure bewijs nodig had van een koopovereenkomst betreffende een auto die zij stelde op 27 december 2010 in eigendom te hebben verkregen. Toen zij dat bewijs niet kon leveren heeft verweerder er aan meegewerkt dat op zijn kantoor een stuk werd opgesteld, in de vorm van een koopovereenkomst, waaruit van de verkoop bleek. Verweerder wist dat het om het achteraf opstellen van een contract ging. Tevens wist verweerder dat dit stuk als bewijsmateriaal in een procedure zou worden gebruikt. Wat er zij van het argument dat er sprake is van een vergissing, zoals verweerder heeft aangevoerd, de raad is van oordeel dat verweerder, als advocaat, er op bedacht had moeten zijn dat aan een dergelijk bewijsstuk grote waarde wordt gehecht en dat de datum onder het contract geen bijkomstigheid is, maar van groot belang. In deze situatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid geboden, teneinde te vermijden dat een onjuiste indruk wordt gewekt ten aanzien van de datum van vastlegging van de gestelde koopovereenkomst. De raad is dan ook van oordeel dat onder de geschetste omstandigheden de handelwijze van verweerder in tuchtrechtelijk opzicht in hoge mate onzorgvuldig is geweest. Het feit dat verweerder in de strafzaak is vrijgesproken doet hieraan niet af.

6    MAATREGEL

6.1    Gelet op de ernst van het feit is de raad van oordeel dat een berisping een passende maatregel is.

BESLISSING

De raad van discipline:

oordeelt de klacht gegrond en legt verweerder een berisping op.

Aldus gewezen door mr. P. Schulting, voorzitter, mrs. M.E. Derix, L.J. van der Veen, G.J. van der Veer, P.H.F. Yspeert, leden, bijgestaan door mr. D.C. van der Kwaak-Wamelink als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 7 september 2012.

griffier                                                             voorzitter                           

Deze beslissing is in afschrift op 10 september 2012 per aangetekende brief verzonden aan:

-    klager

-    verweerder

-    de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Assen

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-    verweerder

-    de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Assen

-    de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.     Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.     Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.     Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl