Zoekresultaten 231-240 van de 840 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:32 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7656
- Datum publicatie: 18-02-2025
- Datum uitspraak: 18-02-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:32
Deels gegronde klacht tegen een huisarts. De klacht heeft betrekking op de overleden echtgenoot van klaagster (hierna: patiënt). Patiënt had last van hoestklachten. Uiteindelijk bleek dat patiënt darmkanker in een vergevorderd stadium had met diverse uitzaaiingen. Klaagster verwijt de huisarts onder meer dat hij een verkeerde diagnose heeft gesteld, dat hij patiënt niet heeft doorverwezen en dat hij nadat de ernstige diagnose met slechte prognose was gesteld niets meer van zich heeft laten horen. Het college is van oordeel dat de huisarts de patiënt had moeten doorverwijzen voor verdere diagnostiek toen de hoestklachten na zes maanden nog steeds aanhielden. Voor deze hoestklachten bestond geen verklaring. De overige klachtonderdelen zijn ongegrond. Klacht deels gegrond, waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:33 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7309
- Datum publicatie: 18-02-2025
- Datum uitspraak: 18-02-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:33
Gegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster verwijt de huisarts dat hij onterecht en onzorgvuldig als behandelend arts een geneeskundige verklaring heeft afgegeven. Uit de KNMG-richtlijn ‘Omgaan met medische gegevens’ volgt dat een arts een geneeskundige verklaring niet mag afgeven voor eigen patiënten. Klacht gegrond, waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:34 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7347
- Datum publicatie: 18-02-2025
- Datum uitspraak: 18-02-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:34
Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster is bij de huisarts geweest in verband met een wondje op haar hoofdhuid. Klaagster is ontevreden over de behandeling die de huisarts heeft ingezet en daarnaast vindt zij dat zij onheus is bejegend. Het college oordeelt dat de juiste behandeling is ingezet. Onheuse bejegening kan niet worden vastgesteld. Alle klachtonderdelen zijn kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:35 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7412
- Datum publicatie: 18-02-2025
- Datum uitspraak: 18-02-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:35
Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klager verwijt de huisarts onzorgvuldig handelen met betrekking tot oorklachten en rectaal bloedverlies. Het college kan niet vaststellen dat de assistente de oren heeft uitgespoten. Verder is het college van oordeel dat de huisarts een adequaat behandeladvies heeft gegeven. Ten aanzien van het rectale bloedverlies oordeelt het college dat klager adequaat is onderzocht en dat er een passende behandeling is ingezet. Beide klachtonderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2025:36 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/7569
- Datum publicatie: 18-02-2025
- Datum uitspraak: 18-02-2025
- ECLI:NL:TGZRAMS:2025:36
Kennelijk ongegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster dient een klacht in namens haar overleden moeder (hierna: de patiënte). Klaagster verwijt de huisarts dat zij in de laatste periode van het leven van de patiënte niet adequaat heeft gehandeld waardoor de patiënte ondragelijk heeft geleden. Klaagster was onder meer bekend met reciverende herseninfarcten. Het college oordeelt dat het in het kader van Advanced Care Planning goed hulpverlenerschap is om met de patiënte te bespreken welke (on)mogelijkheden er zijn als de patiënte opnieuw een herseninfarct zou krijgen. De klacht over de behandeling is ook ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:19 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7269
- Datum publicatie: 17-02-2025
- Datum uitspraak: 14-02-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:19
Klacht van nabestaande echtgenoot tegen radioloog deels gegrond. Maatregel: berisping. Er is bij patiënt door een physician assistant een leverpunctie uitgevoerd bij een trombocytenwaarde van 25. De radioloog had de leverpunctie niet zelfstandig mogen laten uitvoeren door een physician assistent en een vorm van toezicht en tussenkomst moeten bieden. Wettelijk kader van taakherschikking en taakdelegatie.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:20 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7515
- Datum publicatie: 17-02-2025
- Datum uitspraak: 14-02-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:20
Klacht van nabestaande echtgenoot tegen physician assistant ontvankelijk en gegrond. Maatregel: berisping. De physician assistant heeft een leverpunctie uitgevoerd bij een trombocytenwaarde van 25. Wettelijk kader taakherschikking en taakdelegatie. De physician was niet zelfstandig bevoegd tot het uitvoeren van de leverpunctie. De physician assistant had zowel bij taakherschikking als bij taakdelegatie het uitvoeren van de leverpuntie bij patiënt moeten weigeren.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:21 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7491
- Datum publicatie: 17-02-2025
- Datum uitspraak: 14-02-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:21
Klacht tegen een chirurg kennelijk ongegrond. Klager werd geopereerd vanwege een acute blindedarmontsteking. Nadien verslechterde zijn situatie en kreeg hij een longontsteking. Klager verwijt de chirurg, samengevat, dat hij onvoldoende zorg heeft verleend en onvoldoende voortvarend heeft gehandeld.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2025:22 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2024/7492
- Datum publicatie: 17-02-2025
- Datum uitspraak: 14-02-2025
- ECLI:NL:TGZRZWO:2025:22
Klacht tegen een ANIOS kennelijk ongegrond. Klager werd geopereerd vanwege een acute blindedarmontsteking. Nadien verslechterde zijn situatie en kreeg hij een longontsteking. Klager verwijt de arts, samengevat, dat zij onvoldoende zorg heeft verleend en onvoldoende voortvarend heeft gehandeld.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2025:24 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2024/2484
- Datum publicatie: 12-02-2025
- Datum uitspraak: 12-02-2025
- ECLI:NL:TGZCTG:2025:24
Deels gegronde klacht tegen een tandarts. De tandarts heeft een beugelbehandeling met aligners bij klaagster uitgevoerd. Klaagster is niet tevreden over de behandeling en het eindresultaat. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht gegrond verklaard en overwogen dat voor een tandarts weliswaar geen resultaatsverplichting geldt, maar de inspanningsverplichting die de tandarts heeft vergt dat hij regelmatig nagaat of het hetgeen hij doet wel zinvol is en of het ook resultaat heeft. De tandarts is hierin naar het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege tekortgeschoten. Hij heeft de situatie van het gebit van klaagster onderschat en zijn eigen expertise overschat. De tandarts heeft geen goede diagnose gesteld en zijn daaropvolgende behandeling is niet juist is geweest en heeft ook niet het gewenste resultaat heeft gehad. Ter zitting heeft de tandarts verklaard dat hij gelet op zijn opgedane kennis en ervaring de behandeling nu wellicht anders zou doen. Het ontbreekt de tandarts echter aan voldoende inzicht, want hij stelt ook dat zijn diagnostiek en behandeling in de basis goed was en technisch in orde en dat het niet schadelijk voor klaagster is geweest. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht in alle onderdelen gegrond en legt aan de tandarts de maatregel van berisping op. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat alleen klachtonderdeel c gegrond is, en legt aan de tandarts de maatregel van waarschuwing op.