Zoekresultaten 61-70 van de 4228 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:233 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-248/AL/MN

    Verzetbeslissing. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:234 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-293/AL/MN

    Raadsbeslissing. Klaagster volgt een online-cursus en wil daar mee stoppen. Ze vraagt haar geld terug. Als ze dat niet krijgt plaatst ze negatieve reviews op internet en dreigt daarmee door te gaan zolang ze haar cursusgeld niet terugkrijgt. Bij brief van de advocaat van het cursusbedrijf wordt ze gesommeerd daarmee te stoppen. De toon van die brief is stevig maar niet disproportioneel, zeker niet in het licht van de berichten die klaagster zelf heeft gezonden. Daarbij is de sommatiebrief aan haar advocaat gezonden, die deze juridisch voor klaagster heeft kunnen duiden. Bovendien is klaagster zelf advocaat en van haar mag verwacht worden ook zelf in staat te zijn de sommatiebrief op zijn juridische merites te kunnen inschatten. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:235 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-297/AL/OV

    Raadsbeslissing. Inspectie van een woning in een huurgeschil. Door naar de inspectie te gaan, zonder te weten of ook de advocaat van klager daarbij zou zijn, heeft verweerder het risico genomen dat hij met klager geconfronteerd zou worden zonder de aanwezigheid van diens advocaat. Niet duidelijk is geworden waarom verweerder de reactie van de wederpartij, die nog geen anderhalf uur na zijn eigen aankondiging van de inspectie is verzonden, niet heeft gezien. Juist in een zaak als deze, waarbij de verhoudingen tussen partijen kennelijk toch al gespannen waren, zou verweerder, zeker ook gelet op de korte termijn van de aangekondigde inspectie (2 dagen), zich ervan moeten vergewissen of zijn bericht is aangekomen en wat daarop de reactie is. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:236 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-428/AL/NN

    Klaagster, een stichting die juridische dienstverlening aan klanten geeft, heeft onder meer namens een klant over verweerster, de advocaat van de wederpartij van die klant, geklaagd. De raad kan, evenals de deken, niet vaststellen dat de stichting de klant in de tuchtzaak mag vertegenwoordigen. Die klant wordt aldus niet als klagende partij aangemerkt. De klachten van de stichting zelf en van een medewerker worden deels niet-ontvankelijk en deels ongegrond geoordeeld. De raad is niet gebleken dat verweerster zich onprofessioneel richting de stichting dan wel die medewerker heeft gedragen of anderszins ondeskundig, onfatsoenlijk of respectloos heeft gehandeld.

  • ECLI:NL:TACAKN:2025:66 Accountantskamer Zwolle 25/1086 Wtra AK

    Ongegrond is de klacht dat betrokkene niets heeft gedaan met een bepaald verzoek van klager. Betrokkene valt daarvan geen persoonlijk tuchtrechtelijk verwijt te maken, omdat hij ten tijde van het verzoek langdurig in het ziekenhuis was opgenomen en zijn praktijk werd waargenomen. De klacht over het voeren van de accountantstitel is niet-ontvankelijk, omdat het gaat om een (beweerd) handelen nadat betrokkene was uitgeschreven als accountant.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2025:261 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2025/8035

    Ongegronde klacht tegen een arts destijds werkzaam als basisarts op een geriatrische revalidatieafdeling van een verpleeghuis. Klaagster is de dochter van een patiënt die daar was opgenomen, de arts was de hoofdbehandelaar (de supervisor van de arts is de verwerende partij inzake A2025/8036). De zaak gaat over de vraag of de arts op de juiste wijze is omgegaan met de doods-/euthanasiewens van de patiënt en of zij aanwezig had moeten zijn bij het vertrek van de patiënt uit het verpleeghuis om persoonlijk afscheid van hem te nemen, de dag voordat hij naar huis zou gaan om daar euthanasie verleend te krijgen door een andere arts. Alle onderdelen van de klacht zijn ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2025:231 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 25-055/AL/MN

    Verzetbeslissing. Klager heeft zijn (tweede) klacht op 8 maart 2024 ingediend bij de deken, zodat de voorzitter op grond van voormelde regel terecht heeft geoordeeld dat de klacht niet-ontvankelijk is voor zover die ziet op het handelen van verweerder van vóór 8 maart 2021. De uitzondering in lid 2 van artikel 46g lid 1 Advocatenwet is niet van toepassing. Voor het overige heeft klager inhoudelijke argumenten aangevoerd die voor de raad niet altijd goed zijn te volgen en waarvan het ook niet duidelijk is of deze betrekking hebben op de klacht tegen verweerder of zien op het geschil tussen klager met en zijn wederpartij, terwijl het beoordelingskader in verzetzaken beperkt is. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2025:206 Raad van Discipline 's-Gravenhage 25-092/DH/RO 25-093/DH/RO

    Verzetbeslissing. Geen aanleiding om te twijfelen aan juistheid van de voorzittersbeslissing. Verzet slaagt niet. De voorzitter heeft voor de beoordeling van beide klachten het juiste toetsingskader gebruikt. Ook heeft de voorzitter rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden zoals die uit de klachtdossiers blijken. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2025:212 Hof van Discipline 's Gravenhage 250350

    Klacht over (voormalig) deken niet verwezen. De aanstaande behandeling van de onderliggende klacht bij de Raad van Discipline is de geëigende plek om ook gerezen bezwaren tegen het dekenonderzoek naar die klacht naar voren te brengen en zonodig aan te voeren dat de tuchtrechter tot een andere conclusie zou moeten komen dan verweerster. Die procedure moet eerst worden doorlopen

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2025:133 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2025/8104

    (kennelijk) ongegronde klacht tegen een verzekeringsarts. Verweerster heeft rapportages uitgebracht die gaan over de belastbaarheid van klager in het kader van de Ziektewet. Klager verwijt verweerster dat haar beoordelingen onzorgvuldig zijn geweest en dat onvoldoende rekening is gehouden met informatie die na een second opinion bekend werd.