Zoekresultaten 4411-4420 van de 4429 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:217 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/5028
- Datum publicatie: 09-10-2023
- Datum uitspraak: 06-10-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:217
Ongegronde klacht tegen een MDL-arts. De MDL-arts heeft in 2017 tijdens een coloscopie bij patiënte een poliep verwijderd. De voorlopige bevinding van de patholoog luidde ‘verdacht voor carcinoom’. Na intern consult bij twee collega-pathologen is de diagnose ‘hooggradige dysplasie’ gesteld. De MDL-arts heeft deze diagnose overgenomen en heeft daarna nog vervolgonderzoeken laten verrichten. In 2019 werden bij een coloscopie diverse afwijkingen in de darm aangetroffen, waarop de diagnose darmkanker volgde. Volgens klager had de MDL-arts moeten aandringen op nader pathologisch onderzoek nadat zij ook kennis had genomen van de voorlopige bevindingen van de patholoog. Het college overweegt dat de MDL-arts in principe kan en mag vertrouwen op het onderzoek dat door een patholoog is uitgevoerd. Onder de gegeven omstandigheden behoefde de MDL-arts niet aan te dringen op nader pathologisch onderzoek. Het college is verder van oordeel dat de patholoog de voorlopige bevinding niet met patiënte had moeten delen. Er was geen enkele twijfel over de diagnose hooggradige dysplasie. Alleen op basis van een diagnose kan verdere behandeling plaatsvinden en dat is hier ook gebeurd. De MDL-arts heeft met de vervolgonderzoeken gehandeld conform de daarvoor geldende richtlijn. Alle klachtonderdelen ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2023:137 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1798
- Datum publicatie: 09-10-2023
- Datum uitspraak: 09-10-2023
- ECLI:NL:TGZCTG:2023:137
Klacht tegen psychiater. Klager is veroordeeld tot een gevangenisstraf en tbs met dwangverpleging. Eind 2021 is hij overgeplaatst naar een andere tbs-kliniek, waar de psychiater werkzaam is als hoofd behandeling op de opname- en diagnostiekafdeling. Na een intakegesprek heeft de psychiater besloten het door klager gebruikte medicijn Ritalin om te zetten in langwerkend methylfenidaatpreparaat (Concerta) en nader onderzoek te doen naar de indicatie. Nadien is ook de verstrekking van Concerta gestaakt. Klager verwijt de psychiater dat de verstrekking van Ritalin zonder deugdelijk onderzoek is gestaakt en dat de psychiater door zowel de rol van psychiater als die van hoofd behandeling te vervullen, aan klager een onafhankelijk oordeel van een psychiater heeft onthouden. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege handhaaft deze beslissing.
-
ECLI:NL:TADRARL:2023:244 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-498/AL/NN/D
- Datum publicatie: 09-10-2023
- Datum uitspraak: 09-10-2023
- ECLI:NL:TADRARL:2023:244
Dekenbezwaar. Op grond van de stukken, de verklaringen van partijen ter zitting en de erkenning van verweerder, is de raad van oordeel dat verweerder in een specifieke zaak tegen een school de kernwaarden deskundigheid en onafhankelijkheid heeft geschonden en niet heeft gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt in de zin van artikel 46 Aw. Hij heeft zich immers, zoals hij zelf heeft aangegeven, als een instrument door zijn cliënt laten gebruiken en een onhaalbare vordering namens hem ingesteld waarbij de grenzen van het betamelijke zijn overschreden. Daarnaast heeft verweerder niet terstond aan de deken concrete dossiers afgegeven maar dat pas gedaan op de uiterste termijn na de aangekondigde last onder dwangsom. Daarmee heeft verweerder gedragsregel 29 geschonden door de deken in haar toezichthoudende en controlerende taak te frustreren. Verweerder heeft tijdens de zitting geen begin van inzicht getoond in het laakbare van zijn handelen en alles buiten zichzelf gelegd. De raad heeft verweerder in overweging gegeven om een coach in te schakelen. Met de schending van de kernwaarden deskundigheid en onafhankelijkheid en mede gelet op de opstelling van verweerder is een deels onvoorwaardelijke schorsing van 2 weken voor de raad een passende maatregel. Daarnaast legt de raad een voorwaardelijke schorsing van eveneens 2 weken op als stok achter de deur.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2023:218 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5374
- Datum publicatie: 09-10-2023
- Datum uitspraak: 06-10-2023
- ECLI:NL:TGZRAMS:2023:218
Kennelijk ongegronde klacht tegen een MDL-arts. Onder supervisie van de MDL-arts heeft een colonoscopie plaatsgevonden. Tijdens de colonoscopie bleek dat een gastroscopie nodig was. Klager neemt het de MDL-arts kwalijk dat hij vervolgens tot de dag erna heeft gewacht om de gastroscopie te laten verrichten. Patiënte was volgens klager in staat om toestemming voor de interventie te geven en anders had klager dat kunnen doen. Door te wachten is de MDL-arts volgens klager lichtvaardig omgesprongen met het leven van patiënte. Het college kan begrijpen dat de MDL-arts heeft willen wachten tot de volgende ochtend, niet alleen omdat de toestand van patiënte stabiel was, maar ook omdat zij een roesje had gekregen. Hij heeft met juistheid geconcludeerd dat wachten met de gastroscopie geen ernstig risico opleverde voor patiënte. De MDL-arts heeft het op goede gronden toen wenselijk gevonden om patiënte zoveel mogelijk zelf te betrekken bij de besluitvorming en niet vervangende toestemming te vragen. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:170 Hof van Discipline 's Gravenhage 230229
- Datum publicatie: 09-10-2023
- Datum uitspraak: 09-10-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:170
art. 13 beklag tegen beslissing deken geen advocaat aan te wijzen. De beroepstermijn in de procedure is verstreken, waardoor klager geen belang meer heeft bij zijn beklag. Ook is voor de gewenste procedure geen advocaat vereist. Beklag ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:171 Hof van Discipline 's Gravenhage 230212
- Datum publicatie: 09-10-2023
- Datum uitspraak: 09-10-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:171
Artikel 13 beklag: beklag tegen beslissing van de deken geen advocaat aan te wijzen. Klager wil een advocaat voor een beroepsprocedure bij het Centraal Medisch Tuchtcollege. Daarvoor geldt geen verplichte rechtsbijstand. Beklag ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2023:164 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5303
- Datum publicatie: 05-10-2023
- Datum uitspraak: 02-10-2023
- ECLI:NL:TGZRZWO:2023:164
Klacht tegen een jeugdarts (arts maatschappij en gezondheid) werkzaam bij de GGD die telefonisch informatie aan Veilig Thuis heeft gegeven. Veilig Thuis had meldingen ontvangen over klager en heeft daarnaar onderzoek ingesteld waarbij de jeugdarts als informant is benaderd. De jeugdarts heeft telefonisch medische informatie onder andere over de kinderen van klager verstrekt. Klager verwijt de jeugdarts schending van haar beroepsgeheim door zonder zijn toestemming informatie te delen. Tevens verwijt hij haar onrechtmatig inzage te hebben gehad in het dossier van de kinderen. Het college verklaart de klacht deels gegrond omdat de jeugdarts tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door klager vooraf niet om toestemming voor het verstrekken van informatie over zijn kinderen te vragen. Van onrechtmatige inzage door de jeugdarts in het medisch dossier is geen sprake.Maatregel: waarschuwing.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2023:165 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle Z2023/5353
- Datum publicatie: 05-10-2023
- Datum uitspraak: 02-10-2023
- ECLI:NL:TGZRZWO:2023:165
In het kader van een verzekeringsgeneeskundige beoordeling op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) heeft verweerder klager telefonisch gesproken en een fysiek spreekuurcontact gehad. Van deze beoordeling heeft de verzekeringsarts een rapport opgesteld. De klacht heeft betrekking op de beoordeling van de WIA-aanvraag door de verzekeringsarts. Het college is van oordeel dat verweerder niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TAHVD:2023:169 Hof van Discipline 's Gravenhage 230268
- Datum publicatie: 05-10-2023
- Datum uitspraak: 02-10-2023
- ECLI:NL:TAHVD:2023:169
Artikel 13 beklag ongegrond. Het gaat om een herhaald verzoek van klaagster in een, bovendien, kansloze zaak en de deken heeft dat verzoek terecht afgewezen. Naar het oordeel van het hof maakt klaagster misbruik van klachtrecht.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2023:205 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-471/DH/DH
- Datum publicatie: 04-10-2023
- Datum uitspraak: 04-10-2023
- ECLI:NL:TADRSGR:2023:205
Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de eigen advocaat. Niet gebleken dat verweerder de zaak zodanig traag heeft behandeld dat hij klachtwaardig heeft gehandeld. Klaagster heeft veelvuldig aanvullende stukken toegezonden waardoor de totale omvang van het dossier zeer omvangrijk is geworden. Niet gebleken dat verweerder over onvoldoende dossierkennis beschikte, gebrekkig communiceerde, of processtukken niet aan klaagster voorlegde. Verweerder heeft terecht gecontroleerd of hij de dagvaarding mede namens klaagsters broer mocht uitbrengen. Verweerder mocht de zaak neerleggen en heeft dat niet op onzorgvuldige wijze gedaan. Niet in geschil is dat verweerder niet beschikt over originele stukken. Niet kan worden vastgesteld dat verweerder niet integer heeft gehandeld of excessief heeft gedeclareerd. Klacht kennelijk ongegrond.