Zoekresultaten 13231-13240 van de 13545 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0311 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 O 013b

    Klaagster verwijt de psychotherapeut dat hij verkeerde diagnosen bij klaagster en haar partner heeft gesteld, voorts dat hij – door de ernst van de situatie van huiselijk geweld onvoldoende te hebben onderkend – niet de juiste hulp heeft geboden, met als gevolg onnodige veiligheidsrisico’s voor klaagster en haar kinderen, en tot slot dat hij procedurele fouten heeft gemaakt in strijd met de WGBO. De psychotherapeut heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft klaagster niet-ontvankelijk verklaard ten aanzien van het klachtonderdeel met betrekking tot de diagnose bij haar echtgenoot en heeft voorts de klacht voor het overige afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0307 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/159

    Klager verwijt de bedrijfsarts dat hij tekortgeschoten is in de zorg die klager van hem mocht verwachten door onder meer hem onheus te bejegenen. De bedrijfsarts heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college overwoog dat de bedrijfsarts verwijtbaar onjuist had gehandeld door zich te veel door zijn irritatie te laten meeslepen en uitdrukkingen te bezigen als "u bent gek/of "u bent een idioot", en voorts geen oog te hebben voor de onderliggende problematiek van klager. Het college achtte dit handelen jegens klager laakbaar en heeft de bedrijfsarts de maatregel van een berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0308 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/141

    De klacht betreft de behandeling van klaagsters moeder: verder patiënte te noemen. Patiënte was bekend met een mammacarcinoom. Klaagster verwijt de huisarts dat hij onzorgvuldig jegens patiënte heeft gehandeld en geen ziekenhuisopname heeft geregeld voor het uitvoeren van euthanasie. Patiënte is overleden. De huisarts heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college heeft de klacht afgewezen en oordeelde dat de huisarts niet tuchtrechtelijk verwijtbaar had gehandeld. Dat het de huisarts niet was gelukt een opname te regelen viel hem niet aan te rekenen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2010:YG0309 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2009/284

    Klaagster verweet de huisarts dat hij met betrekking tot de hem gemelde klachten over onder meer pijn in de buik, koorts en braken een onjuiste diagnose had gesteld. Bij opname van klaagster in het ziekenhuis is de diagnose geperforeerde appendicitis gesteld. De huisarts heeft de klacht gemotiveerd betwist. Het college heeft geoordeeld dat de huisarts klaagster voor nader onderzoek had moeten verwijzen naar het ziekenhuis en heeft hem de maatregel van een waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0306 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 003/2009

    Klaagster is de echtgenote van patiënt die zich in 2006 in psychiatrisch centrum Zon en Schild heeft gesuïcideerd. Patiënt was een Azerbedjaanse asielzoeker. Hij had een ernstige PTTS en een psychose. Klaagster verwijt verweerder dat hij niet direct na opname is gestart met een gerichte behandeling (cognitieve gedragstherapie), dat hij onvoldoende op de hoogte was van de voorgeschiedenis van patiënt en dat hij onvoldoende kennis en ervaring had m.b.t. de behandeling van oorlogsslachtoffers. Het college wijst de klachten af.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2010:YG0305 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 152/2008

    Het had verweerder op basis van de vigerende richtlijnen en publicaties al een aantal jaren duidelijk moeten zijn dat bij profylactische chirurgie bij vrouwen met een BRCA 1-genmutatie geen ovariëctomie maar een adnexectomie had moeten worden uitgevoerd. (Verweerder had uitsluitend de eierstokken verwijderd terwijl klaagster de eileiders vervolgens nog apart heeft moeten laten verwijderen) Op zijn minst had verweerder bij twijfel overleg moeten voeren met het UMCG die klaagster hadden verwezen. Klacht gegrond. Klacht over toegepaste operatietechniek ongegrond nu verweerder aan klaagster te kennen had gegeven dat hij de operatie niet laparoscopisch (de wens van klaagster) zou uitvoeren maar laparotomisch en dat klaagster naar een ander ziekenhuis kon gaan terwijl klaagster desondanks een afspraak met verweerder heeft gemaakt. Niet verwijtbaar dat verweerder niet naar een directe collega heeft verwezen omdat er onzekerheden waren of de collega zou blijven.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0300 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 0935

    Klaagster verwijt verweerder, plastisch chirurg, dat klaagster sinds een mini facelift last heeft van oorsuizen. Klaagster heeft voorts pas na herhaald vragen het medisch dossier ontvangen, wat onduidelijk was en niet compleet. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college is van oordeel dat er geen aanwijzing is voor een causaal verband tussen de ingreep en het oorsuizen. Verweerder heeft op verzoek van de manager van de kliniek het operatieverslag overgeschreven, wat niet had mogen gebeuren, maar waarbij geen kwade opzet bestond. Dat het dossier niet compleet zou zijn staat niet vast. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2010:YG0301 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 0975

    Klager, beroepsvoetballer, verwijt verweerder, sportarts, dat hij in 1999 na een keuring binnen enkele dagen twee verschillende brieven heeft geschreven aan de voetbalclub en dat sprake is van belangenverstrengeling. Verweerder heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het college is van oordeel dat de tuchtrechtelijke norm, gelet op de toenmalige bepalingen, niet is overschreden. De sportarts/behandelend arts dient zich te realiseren dat sprake kan zijn van belangenverstrengeling indien hij tevens als keuringsarts optreedt. Dat kan hier niet (meer) worden vastgesteld. Daarbij speelt het tijdsverloop een rol. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0302 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2009 T 059.dh

    Klager verwijt de tandarts dat hij bij het plaatsen van een implantaat een verkeerde behandeling heeft uitgevoerd, op een nalatige wijze een brug heeft aangebracht, geen onderzoek (foto’s) heeft gedaan, onvoldoende medicatie heeft voorgeschreven, een dubbele rekening in rekening heeft gebracht en tot slot dat hij klager tijdens het laatste consult onheus heeft bejegend. De tandarts heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft de zes klachtonderdelen ongegrond geacht en de klacht in haar geheel afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2010:YG0303 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2008 h 172.dh

    Klaagster verwijt de tandarts dat zij onzorgvuldig heeft gehandeld, door zonder toestemming en onverwacht de beugel van haar dochter te verwijderen. Voorts verwijt klaagster de tandarts orthodontie te hebben toegepast terwijl de tandarts niet als orthodontist was geregistreerd in het BIG-register. De tandarts heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Het College heeft het eerste klachtonderdeel gerond geacht en het tweede klachtonderdeel afgewezen. Het College heeft de tandarts de maatregel van waarschuwing opgelegd. Tevens gelast het College publicatie van deze beslissing in de Staatcourant en aanbieding hiervan aan het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht alsmede aan het Nederlands Tandartsenblad, dit met toepassing van het in artikel 71 Wet BIG bepaalde.