Zoekresultaten 201-210 van de 1383 resultaten

  • ECLI:NL:TACAKN:2020:71 Accountantskamer Zwolle 20/1012 Wtra AK

    Klacht van aandeelhouder van een cosmeticabedrijf tegen de accountant. Deze zou hebben geadviseerd om marge op verkochte producten te verbeteren door een lager btw-tarief af te dragen. Niet gebleken is dat betrokkene hiervan op de hoogte was. Klacht in zoverre ongegrond. Wel had hij bij het samenstellen van de jaarrekening meer onderzoek moeten doen en had hij de aandeelhouders moeten informeren over boekenonderzoeken door de belastingdienst en het feit dat niet altijd tijdig aangifte werd gedaan. Klacht op dit punt gegrond. Maatregel: berisping.

  • ECLI:NL:TACAKN:2020:70 Accountantskamer Zwolle 20/1165 Wtra AK

    Klacht van een kinderdagverblijf tegen accountant in verband met niet toereikende advisering en coaching over het personeelsbeleid, waardoor de medewerksters ten onrechte in een te hoge salarisschaal waren en bleven ingeschaald. Klacht niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de driejaarstermijn.    

  • ECLI:NL:TACAKN:2020:68 Accountantskamer Zwolle 20/1317 Wtra AK

    PE-zaak. De accountant heeft zijn deelname aan gestructureerde PE-activiteiten in de driejaarscyclus 2016-2018 op geen enkele wijze onderbouwd. Daarom moet worden geconcludeerd dat hij slechts 60 uur aan ongestructureerde activiteiten (zelfstudie) heeft besteed. Dit betekent dat de accountant 60 uur te weinig heeft besteed aan PE-activiteiten. Klacht gegrond. Waarschuwing en een geldboete van € 4.200,- (€70,- per niet besteed PE-uur).

  • ECLI:NL:TACAKN:2020:69 Accountantskamer Zwolle 20/1349 Wtra AK

    PE-zaak. De accountant heeft voor de driejaarscyclus 2016-2018 te weinig PE-activiteiten geregistreerd. Vanwege de persoonlijke omstandigheden van de accountant moet volgens de Nba alleen gekeken worden naar de in 2017 en 2018 verrichte PE-activiteiten. Dit levert een tekort op van 10 PE-uren. Klacht gegrond. Waarschuwing. Voor het opleggen van een geldboete bestaat geen aanleiding gezien de persoonlijke omstandigheden van de accountant en het feit dat hij in 2016 wel PE-activiteiten heeft verricht, terwijl hij (achteraf) voor dat jaar van PE-activiteiten is ontheven.

  • ECLI:NL:TACAKN:2020:67 Accountantskamer Zwolle 20/1333 Wtra AK

    PE-zaak. In de driejaarscyclus 2016-2018 heeft de accountant geen enkele PE-activiteit geregistreerd, hierdoor heeft hij in totaal 120 uur te weinig besteed aan PE-activiteiten. Klacht gegrond. Berisping en gelboete. De geldboete wordt vastgesteld op een bedrag van € 8.300,-. De geldboete mag op grond van artikel 5 lid 1 Wtra namelijk niet hoger zijn dan de (destijds geldende) maximale boete voor een strafbaar feit van de derde categorie.

  • ECLI:NL:TACAKN:2020:66 Accountantskamer Zwolle 20/486 en 20/487 Wtra AK

    Klachten tegen leden Raad van Bestuur accountantsorganisatie. Beslissing voorzitter Accountantskamer; artikel 39, eerste lid, Wtra. Klachten kennelijk ongegrond. Betrokkenen mochten afgaan op het standpunt van beide bewindslieden in hun brief van 16 juni 2009. Zij mochten daarom aannemen dat de accountantsorganisatie geen recherchebureau was in de zin van artikel 1, eerste lid, onder f van de Wpbr en dat de accountantsorganisatie niet vergunningplichtig was op grond van artikel 2, eerste lid, van de Wpbr. Op het handelen van betrokkenen en de onder hun verantwoordelijkheid als lid van de RvB van de accountantsorganisatie werkzame accountants is de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA) van toepassing is. De VGBA is een wettelijk voorschrift, dat is vastgesteld op grond van artikel 19, tweede lid, van Wet op het accountantsberoep. Aangezien op hen een wettelijk voorschrift van toepassing is, vallen zij onder de uitzondering als bedoeld in artikel 1, derde lid, van de Wpbr, zodat zij niet als een recherchebureau moeten worden aangemerkt en derhalve ook niet vergunningplichtig waren in de zin van die wet.  

  • ECLI:NL:TACAKN:2020:65 Accountantskamer Zwolle 20/416 Wtra AK

    Een accountant wordt verweten dat hij de opdracht om de jaarrekening van klagers samen te stellen op oneigenlijke gronden zou hebben teruggegeven. Dit verwijt treft geen doel. Omdat duidelijk was dat klagers niet wilden instemmen met de door de accountant voorgestelde aanpassingen in de jaarcijfers van klagers, bestond voor de accountant een deugdelijke grond om de opdracht terug te geven. Daarbij heeft de accountant ook voldoende zorgvuldig gehandeld. Het verwijt dat de accountant klagers ten onrechte niet heeft geadviseerd om hun organisatiestructuur aan te passen in verband met de groei van hun onderneming faalt ook. Gelet op de aard en de omvang van de aan de accountant verstrekte opdracht mocht ongevraagde advisering vanuit de accountant zelf niet worden verwacht. Wel kan de accountant worden verweten dat in de jaarrekeningen 2015, 2016 en 2017 van klagers geen wettelijke reserves zijn aangehouden in verband met activering van immateriële vaste activa. De klacht is daarom gedeeltelijk gegrond. Waarschuwing.      

  • ECLI:NL:TACAKN:2020:63 Accountantskamer Zwolle 20/538 t/m 20/541 Wtra AK

    Herhaalde klacht over handelen in strijd met de Wet bescherming persoonsgegevens en privacyrichtlijn EU; klacht kennelijk niet-ontvankelijk. Wat klager in deze klacht aan de orde stelt komt overeen met wat hij reeds eerder aan de orde heeft gesteld. Klager kan datgene waarover de Accountantskamer reeds heeft geoordeeld niet opnieuw aan de orde stellen in een nieuwe klacht.

  • ECLI:NL:TACAKN:2020:64 Accountantskamer Zwolle 20/816 en 20/817 Wtra AK

    Klacht tegen twee accountants die een forensisch onderzoek hebben uitgevoerd naar mogelijke integriteitsschendingen binnen een vereniging. De klacht is gedeeltelijk gegrond, omdat het onderzoek naar de in 2017 verantwoorde kosten te beperkt is geweest. Ook hebben de accountants hun toezegging om het concept-rapport in wederhoor voor te leggen aan klager onvoldoende gestand gedaan. De klacht is voor het overige ongegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TACAKN:2020:62 Accountantskamer Zwolle 20/70 en 20/71 Wtra AK

    Klacht over waardebepaling onderneming op gezamenlijk verzoek van gescheiden echtelieden, over de totstandkoming van het rapport en over de behandeling van een interne klacht bij het accountantskantoor. Klachten ongegrond. Klager heeft niet onderbouwd waarom het rapport niet eenduidig interpreteerbaar is. De Accountantskamer is van oordeel dat onvoldoende is onderbouwd dat de accountant zich bij de uitvoering van zijn onderzoek heeft laten “verleiden” dan wel anderszins onheus heeft laten beïnvloeden door klagers voormalige echtgenote en haar advocaat. Als deskundige had de accountant een zekere vrijheid bij de inrichting van zijn onderzoek. Het behoorde niet tot de taak van de accountant, als door klager en zijn voormalige echtgenote ingeschakelde deskundige, om zich uit te laten over de civiele procedure die tussen klager en zijn voormalige echtgenote gevoerd werd. Niet gebleken is dat de accountant in zijn communicatie over het tijdsverloop dat gemoeid was met het maken van het rapport tekort is geschoten. Dat de behandeling van de interne klacht tegen de accountant niet tot het door klager gewenste resultaat heeft geleid, betekent niet dat de interne klacht daarmee onzorgvuldig is behandeld.