Zoekresultaten 181-190 van de 1382 resultaten

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:18 Accountantskamer Zwolle 21/138 Wtra AK

    Beslissing van de wrakingskamer. Het verzoek tot wraking is afgewezen. Dat de behandelend kamer volgens verzoekster niet de juiste vragen heeft gesteld of onvoldoende onderzoek naar de achterliggende stukken zou hebben gedaan, betekent niet dat sprake is van een zwaarwegende aanwijzing voor partijdigheid of vooringenomenheid. Het is aan de behandelend kamer om invulling te geven aan de wijze waarop het onderzoek in de hoofdzaak plaatsvindt. Ook verder is niet gebleken van vooringenomenheid of partijdigheid. Evenmin heeft de behandelend kamer politiek bedreven op de zitting.

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:16 Accountantskamer Zwolle 20/1009 Wtra AK

    Klacht ingediend door twee klokkenluiders. Naar aanleiding van de door de klokkenluiders gedane meldingen over onder meer handelen in strijd met de wet heeft betrokkene in opdracht van de werkgever van de klokkenluiders onderzoek gedaan naar de wijze van afhandeling van hun klachten. Zijn conclusie is dat de klachtafhandeling bedachtzaam heeft plaatsgevonden. Betrokkene heeft in afwijking van het eigen protocol niet de opdracht aan de klokkenluider verstrekt. Betrokkene heeft niet uiteen gezet hoe hij de klachtafhandeling heeft getoetst; het rapport bevat geen normatief kader. Betrokkene heeft ingestemd met het plaatsen van onjuiste publicaties op de website van de werkgever. In het rapport heeft betrokkene geconcludeerd dat de klachtafhandeling bedachtzaam is geweest terwijl hij wist en vond dat de regels omtrent aanbesteding niet waren nageleefd. Daarvan heeft hij in het rapport geen melding gemaakt. Tot slot is het concept-rapport – anders dan in de opdracht is vastgelegd – niet met klagers besproken. Klacht gegrond. Maatregel: tijdelijke doorhaling voor de duur van drie maanden.

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:17 Accountantskamer Zwolle 19/1059 Wtra AK

    Klacht tegen accountant die werkzaam is als gemachtigde en coördinator tuchtrecht bij het Openbaar Ministerie. Klacht is ontvankelijk en gedeeltelijk gegrond; oplegging maatregel van berisping. Handelen van betrokkene is onderworpen aan tuchtrechtspraak (artikel 42 Wab). Toen klager betrokkene er uitdrukkelijk en gemotiveerd op had gewezen dat er wel degelijk inbreuk werd gemaakt op zijn verschoningsrecht, kon betrokkene niet volstaan met een verwijzing naar het standpunt van het Openbaar Ministerie in dezen. Betrokkene heeft, door de bedreiging voor het fundamentele beginsel van vertrouwelijkheid niet te onderkennen en door geen maatregel te nemen, gehandeld in strijd met dat beginsel. Betrokkene heeft in een klachtprocedure naar voren gebracht dat sprake was van een door klager, als advocaat, opgezette ‘schijnconstructie’ en van ‘misbruik van verschoningsrecht’ door klager. Dat was een zware beschuldiging, op te wankele basis. Betrokkene had zich van een andere woordkeuze kunnen en moeten bedienen. Weliswaar trad betrokkene op als gemachtigde, maar hij kan de hoedanigheid van accountant waarin hij blijkens de door hem gebruikte titels ook optrad niet van zich afschudden. Als gevolg daarvan had hij zich moeten afvragen of hij als accountant voldoende deugdelijke grondslag had voor de door hem gedane uitlatingen en of mogelijk sprake was van een bedreiging. Betrokkene heeft gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:13 Accountantskamer Zwolle 20/1476 Wtra AK

    Klacht van een eigenaresse van een coachings- en trainingsbureau. Zij verwijt haar voormalig accountant dat hij niet integer zou zijn en zijn geheimhoudingsplicht zou hebben geschonden. Volgens klaagster heeft de accountant haar trainingen gekopieerd en heeft hij bij het werven van klanten gebruik gemaakt van haar klantenbestand. De accountant heeft de verwijten gemotiveerd bestreden. Omdat klaagster haar stellingen niet (tijdig) verder heeft onderbouwd, zijn de feiten die zij aan de klacht ten grondslag heeft gelegd onvoldoende aannemelijk gemaakt, zodat de Accountantskamer niet kan beoordelen of de accountant op grond daarvan al dan niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:14 Accountantskamer Zwolle 20/1292 Wtra AK

    Een accountant heeft voor een bedrijf dat in financiële moeilijkheden verkeerde de communicatie met één van de (mogelijke) schuldeisers verzorgd. Het verwijt dat hij deze schuldeiser opzettelijk onjuist en onvolledig zou hebben geïnformeerd faalt, omdat klager ter onderbouwing van zijn standpunt alleen aannames en vermoedens naar voren heeft gebracht. Ook het verwijt dat de accountant zou hebben meegewerkt aan de benadeling van schuldeisers van het bedrijf, omdat hij zou hebben geadviseerd om het bedrijf te ontbinden door middel van een turbo-liquidatie treft geen doel. Op het moment van de turbo-liquidatie had de schuldeiser niets meer te vorderen, waardoor van benadeling geen sprake kan zijn geweest. Tot slot heeft de accountant klager ook niet onheus bejegend. De klacht is ongegrond. 

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:15 Accountantskamer Zwolle 20/585 Wtra AK

    Klacht tegen accountant die werkzaam is als gemachtigde en coördinator tuchtrecht bij het Openbaar Ministerie. Klacht is ontvankelijk en gedeeltelijk gegrond; oplegging maatregel van berisping. Handelen van betrokkene is onderworpen aan tuchtrechtspraak (artikel 42 Wab). Betrokkene kon, toen hij er uitdrukkelijk en gemotiveerd op werd gewezen dat wel degelijk inbreuk werd gemaakt op het verschoningsrecht van een advocaat niet volstaan met een verwijzing naar het standpunt van het Openbaar Ministerie in dezen. Betrokkene heeft, door de bedreiging voor het fundamentele beginsel van vertrouwelijkheid niet te onderkennen en door geen maatregel te nemen, gehandeld in strijd met dat beginsel. Betrokkene heeft zich in zijn rol als gemachtigde van het Openbaar Ministerie in een klachtprocedure bediend van zeer zware bewoordingen, onder meer over klager. Betrokkene had zich bij het bepleiten van het standpunt dat klager had meegewerkt aan een niet geoorloofde constructie en dat sprake was van “liegen” van een andere woordkeuze moeten bedienen. Weliswaar trad betrokkene op als gemachtigde, maar hij kan de hoedanigheid van accountant waarin hij blijkens de door hem gebruikte titels ook optrad niet afschudden. Als gevolg daarvan had hij zich moeten afvragen of hij als accountant voldoende deugdelijke grondslag had voor de door hem gedane uitlatingen en of mogelijk sprake was van een bedreiging. Betrokkene heeft gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:12 Accountantskamer Zwolle 20/1276 en 20/1278 Wtra AK

    Klacht tegen twee accountants van een kantoor. De klachten zien op de dienstverlening, die niet juist zou zijn: aanschaf van dure boekhoudprogramma’s die geen beter inzicht geven, een aantal jaarrekeningen is niet besproken, aangiften zijn niet tijdig ingediend en misbruik van retentierecht en machtspositie. Een aantal klachten ziet op de declaraties. Zo zou onvoldoende inzicht zijn gegeven in de declaraties, de tarieven zouden zonder medeweten van klaagsters zijn verhoogd, en is niet gereageerd op klachten daarover. Klachten tegen de ene accountant, die contactpersoon was, ongegrond: de gedragingen zijn niet tuchtrechtelijk verwijtbaar en/of niet onderbouwd. De klacht tegen de andere accountant is ook ongegrond: anders dan klaagsters stellen heeft hij wel op hun klacht over de declaraties gereageerd.

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:6 Accountantskamer Zwolle 20/771 en 20/772 Wtra AK

    Klacht tegen twee accountants. Accountant 1 stond verkoper van een onderneming als adviseur bij in een verkooptraject. Accountant 2 was samenstellend accountant van de onderneming. Nieuwe behandeling klacht na vernietiging gedeeltelijke niet-ontvankelijkverklaring klacht en terugverwijzing door het CBb. Klacht tegen accountant 1 is gedeeltelijk gegrond en gedeeltelijk ongegrond; oplegging maatregel van berisping. Klacht tegen accountant 2 is ongegrond. Accountant 1 heeft als gemachtigde van de verkoper de koper er niet op heeft gewezen dat de daadwerkelijk in 2013 gerealiseerde omzet zonder de verschuivingen van 2014 naar december 2013 aanzienlijk lager zou zijn geweest dan tot dan toe was gecommuniceerd. Alhoewel het fundamentele beginsel van vertrouwelijkheid zich ertegen verzette dat accountant 1 dat uit eigen beweging aan koper communiceerde zonder toestemming van verkoper daartoe, had hij zich wel moeten realiseren dat sprake was een bedreiging voor zijn integriteit (red flag) doordat hij in verband werd gebracht met het niet-integere handelen van de verkoper. De Accountantskamer is van oordeel dat accountant 1 door de bedreiging voor zijn integriteit niet te onderkennen, geen toereikende maatregel te nemen en deze evenmin vast te leggen, heeft gehandeld in strijd met artikel 7 van de VGBA en daarmee met het fundamentele beginsel van integriteit. Accountant 2 heeft jaarrekeningtechnisch juist gehandeld door de wijze van verwerking van de in 2013 gerealiseerde omzet van de onderneming. Hij heeft gehandeld in overeenstemming met Standaard 4410.    

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:7 Accountantskamer Zwolle 20/777 Wtra AK

    Betrokkene heeft in een echtscheidingsprocedure voor één van de echtelieden als partijadviseur een waardeanalyse gemaakt van aandelen in een besloten vennootschap.  Volgens klager heeft hij de waarde van een deelneming vastgesteld zonder zelf onderzoek te verrichten en onterecht aan goodwill een waarde toegekend. Ook heeft betrokkene volgens klager geen rekenkundige onderbouwing gegeven hoewel klager daarom heeft gevraagd en onvoldoende oog gehad voor de belangen van klager. Voor de beoordeling van de handelwijze van betrokkene in zijn rol als zogeheten partij-accountant is de jurisprudentie die ziet op accountants die in hun zakelijke betrekkingen zelf deelnemen aan het rechtsverkeer, van overeenkomstige toepassing. Het is eveneens vaste rechtspraak van de Accountantskamer dat een accountant gegevens mag verzamelen ter onderbouwing van een partijstandpunt om daarmee het belang van die partij te dienen, mits de accountant zich daarbij houdt aan het fundamentele beginsel van objectiviteit. Verder geldt volgens vaste jurisprudentie van de Accountantskamer dat het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid met zich brengt dat conclusies die in een schriftelijk eindproduct van een accountant zijn opgenomen van een deugdelijke grondslag dienen te zijn voorzien en geldt dat in versterkte mate indien een dergelijke rapportage bedoeld is om in een gerechtelijke procedure, die is gericht op waarheidsvinding, ter ondersteuning van een partijstandpunt over te leggen. Beoordeeld tegen deze achtergrond zijn de klachtonderdelen ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TACAKN:2021:10 Accountantskamer Zwolle 20/1235 Wtra AK

    Klacht tegen accountant over de uitvoering van de dienstverlening: adviesgesprekken – onder meer over de aangiften - waarom werd gevraagd werden niet gevoerd, klager kreeg geen kopieën van de boekhouding en suppletie-aangiften zijn niet ingediend. Alle klachtonderdelen zijn gemotiveerd betwist en klager heeft ze niet onderbouwd. Klacht ongegrond.