Zoekresultaten 991-1000 van de 1383 resultaten

  • ECLI:NL:TACAKN:2013:15 Accountantskamer Zwolle 12/2295 Wtra AK

      AA die op verzoek van de advocaat van de ex-vrouw van klager met het oog op een procedure is gevraagd vragen te beantwoorden met betrekking tot het inkomen van klager uit zijn onderneming, heeft bij de beantwoording van die vragen de fundamentele beginselen van objectiviteit en deskundigheid en zorgvuldigheid onvoldoende in acht genomen. Zo heeft betrokkene niet duidelijk gemaakt waarom hij bepaalde al wel bekende informatie niet bij de beantwoording heeft betrokken. Het had ook op zijn weg gelegen om expliciet tot uitdrukking te brengen dat er voorbehouden moeten worden gemaakt bij de door hem gegeven antwoorden. Een deel van de informatie die hij heeft verschaft had nader onderbouwd moeten worden. Aan deze oordelen doet niet af dat de advocaat van de ex-vrouw van klager en de rechter tot op zekere hoogte in staat moeten worden geacht zich een eigen oordeel te vormen over de juistheid van de antwoorden die klager heeft gegeven.

  • ECLI:NL:TACAKN:2013:13 Accountantskamer Zwolle 12/2639 Wtra AK

      Klacht naar aanleiding van afhandeling interne klacht bij belastingdienst die onder verantwoordelijkheid betrokken accountant inhoudelijk is behandeld, ongegrond verklaard. Klager heeft niet aannemelijk gemaakt dat de inhoudelijke reactie op de interne klacht in strijd is met de relevante wet- en regelgeving.

  • ECLI:NL:TACAKN:2013:11 Accountantskamer Zwolle 12/870 en 871 Wtra AK

    Deels persoonsgericht onderzoek, deels COS 4400 rapportage. COS 440 rapportage mag met toestemming van de accountant aan een rechterlijke instantie worden overgelegd; deze rapportage moet zodanig van inhoud zijn dat daardoor de objectieve waarheidsvinding van de rechter niet wordt belemmerd. Grote terughoudendheid en behoedzaamheid vereist bij het toezenden van concept persoonsgerichte rapportages aan opdrachtgever. In casu is conceptrapportage ten onrechte aan opdrachtgever ter kennis gebracht. In strijd met beginsel van objectiviteit onderzoek uitgevoerd, nu een familied van betrokkene door de te onderzoeken persoon ernstig financieel was benadeeld.

  • ECLI:NL:TACAKN:2013:12 Accountantskamer Zwolle 12/2446 Wtra AK

    Het is niet verenigbaar met de eisen van een behoorlijke tuchtprocedure dat een klager een klacht die haar grondslag vindt in een bepaald feitencomplex bij de tuchtrechter indient, terwijl dit feitencomplex reeds ten tijde van de behandeling van een eerdere door dezelfde klager ingediende klacht bij deze klager bekend was of had kunnen zijn en niet is gebleken van nieuwe, relevante feiten welke een nieuwe tuchtrechtelijke beoordeling zouden rechtvaardigen.

  • ECLI:NL:TACAKN:2013:14 Accountantskamer Zwolle 12/2800 en 12/2801 Wtra AK

      Klacht aan accountants over niet melden van overboekingen van penningmeester aan zichzelf deels niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding en voor de overblijvende periode gegrond. Van betrokkenen had mogen worden verwacht dat, nu er sprake was van aanwijzingen voor fraude, zij die overboekingen onder de aandacht hadden gebracht bij de andere leden van het bestuur. Door dat na te laten hebben zij gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid, waarvoor de maatregel van waarschuwing wordt opgelegd.

  • ECLI:NL:TACAKN:2013:6 Accountantskamer Zwolle 13/10 Wtra AK

    Tijdelijke doorhaling in verband met niet betalen van eerder opgelegde boete.

  • ECLI:NL:TACAKN:2013:7 Accountantskamer Zwolle 13/12 Wtra ak

    Tijdelijke doorhaling in verband met niet betalen van eerder opgelegde boete.

  • ECLI:NL:TACAKN:2013:8 Accountantskamer Zwolle 13/14 Wtra AK

    Definitieve doorhaling in verband met recidive niet betalen van opgelegde boetes.

  • ECLI:NL:TACAKN:2013:9 Accountantskamer Zwolle 13/13 Wtra AK

    Tijdelijke doorhaling in verband met niet betalen van eerder opgelegde boetes.

  • ECLI:NL:TACAKN:2013:3 Accountantskamer Zwolle 12/2152 Wtra AK

      Integriteitsonderzoek door BING inzake een conflict over vermeende sexueel intimiderende opmerkingen tussen een gemeenteraadslid van de gemeente Wassenaar en een VVD-wethouder van deze gemeente gebezigd tijdens een informele bijeenkomst na afloop van de gemeenteraadsvergadering in de werkkamer van een andere wethouder. Tuchtrecht van toepassing op een accountant die beroepsmatig integriteitsonderzoeken uitvoert ook al maakt hij i.v.m. het onderzoek geen gebruik van zijn accountantstitel. Betrokkene heeft een derde, waarvan betrokkene stelt niet geweten te hebben dat deze lid en een voormalig voorzitter van de VVD is (de partij van de beschuldigde wethouder), als bestuurlijk meelezer van de door hem uit te brengen rapportage geaccepteerd zonder enig onderzoek naar diens achtergrond te hebben verricht; dat wordt door de Accountantskamer als onzorgvuldig geoordeeld. Gezien het feit dat tijdens de informele bijeenkomst sprake was van (fors) drankgebruik, van één of meer huilende personen en van een onaangename sfeer als gevolg van al bestaande verstoorde verhoudingen, en het feit dat slechts 5 van de 9 aanwezige personen door betrokkene als getuige gehoord konden worden, terwijl deze 5 getuigen bepaald niet tot het kamp van de klagers (w.o. het betrokken gemeenteraadslid) behoorden, acht de Accountantskamer het onbegrijpelijk dat betrokkene tot ook maar enig waarschijnlijkheidsoordeel is kunnen komen over hetgeen tijdens de bijeenkomst door deze of gene al of niet is gezegd, laat staan dat hij tot het oordeel heeft kunnen komen, zoals hij zelf tijdens een persconferentie het heeft samengevat, dat het voor 99,5% zeker was dat de betrokken wethouder jegens het betrokken gemeenteraadslid geen sexueel intimiderende opmerkingen heeft geuit. Dit oordeel van betrokkene ontbeert dan ook deugdelijke grondslag en is in strijd met het door betrokkene in acht te nemen beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid en wel in zo'n ernstige mate dat het gedrag van betrokkene de goede naam van het accountantsberoep heeft geschaad, zodat er tevens sprake is van schending door hem van het beginsel van professioneel gedrag. Betrokkene heeft voorts tijdens de persconferentie over zijn rapport zich onzorgvuldig geuit over de reacties van klagers na het vermeende incident. Betrokkene had zijn 2e onderzoeksopdracht inzake "het proces van het openbaar aan de orde stellen van mogelijk niet integer gedrag van één van de aanwezige wethouders en de daartoe gebruikte middelen" moeten terugggeven, omdat 4 deelnemers van de bijeenkomst, waaronder degenen waartegen zich dit tweede deel van zijn onderzoek richtte, om hun moverende redenen niet wensten mee te werken aan zijn onderzoek, terwijl hijzelf  (terecht) heeft aangegeven dat verklaringen van deze personen, en hun reacties op wat anderen hadden verklaard, van groot belang voor dit onderzoek waren. Door vervolgens toch te concluderen dat twee van de klagers hadden gehandeld in strijd met "één van de kernbegrippen van integriteit: zorgvuldigheid" mist deze conclusie deugdelijke grondslag en heeft betrokkene ook in zoverre (zelf) het beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid alsmede van professioneel gedrag overtreden. Al met al ernstige schendingen van de beroeps- en gedragsregels voor accountants. Omdat betrokkene zich zelf al heeft laten uitschrijven uit het beroepsregister voor regsiteraccountants kan worden volstaan met een berisping.