Zoekresultaten 31-40 van de 798 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:99 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2024/7198

    Verweerster (is zowel psychotherapeut als gz-psycholoog) wordt verweten dat zij klaagster onder druk heeft gezet bij de keuze tussen twee therapieën. Verweerster zou de druk hebben opgevoerd doordat klaagster is aangegeven dat zij zou worden terugverwezen naar de huisarts, wanneer klaagster geen keuze zou maken. Klaagster heeft deze druk als dreigend ervaren. Verweerster is voorafgaand aan het opvoeren van deze druk niet eerst nagegaan wat de oorzaak van de ontregeling van klaagster was. Verweerster heeft volgens klaagster de besluitvorming voor het opvoeren van deze druk inadequaat genoteerd in het medisch dossier. Ook heeft verweerster geen onderbouwing gegeven voor het onder druk zetten van klaagster, zo meent klaagster. Verweerster heeft volgens klaagster een gebrek aan zelfreflectie. Verweerster meent dat de klacht ongegrond moet worden verklaard. Het college is van oordeel dat de klachtonderdelen kennelijk ongegrond zijn.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:185 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/6487

    Ongegronde klacht tegen een psychiater. De dochter van klaagster (hierna: patiënte) is voor een maand vrijwillig opgenomen geweest in een psychiatrische instelling. De psychiater was eindverantwoordelijk voor de opname, de behandeling, het ontslag en de overdracht naar de ambulante zorg. Twee weken na het ontslag is patiënte overleden. Klaagster vindt onder andere dat het ontslag en de overdracht onzorgvuldig is geweest. Het college stelt vast dat de opname van patiënte weliswaar vrijwillig was, maar plaatsvond onder dreiging van een crisismaatregel. Uit het medisch dossier volgt dat in de twee weken voorafgaand aan het ontslag geen psychotische verschijnselen zijn waargenomen en dat patiënte geen blijk heeft gegeven van suïcidale gedachten. Ze nam initiatieven, zoals het oppakken van haar studie, het zoeken en vinden van een kamer, het vinden van een nieuwe (bij)baan en het zorgen voor haar hond. Ook hield zij zich aan de afspraken. Naar het oordeel van het college is de psychiater in de gegeven omstandigheden voldoende behoedzaam te werk gegaan. De grens van wat op basis van vrijwilligheid op dit punt mogelijk was, was bereikt. Voor een crisismaatregel waren geen termen aanwezig. Het college concludeert dat dit klachtonderdeel ongegrond is. Ook de andere klachtonderdelen van klaagster - over de diagnose, de medicatie en de mate van betrokkenheid van klaagster bij de opname en de behandeling - verklaart het college ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:183 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6955

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. Klager, die op basis van een zorgmachtiging wordt behandeld, verwijt de psychiater dat zij onjuistheden over hem heeft opgeschreven in haar verweerschrift in een interne klachtenprocedure en in haar behandelplan. Het college overweegt dat de door klager gestelde onjuistheden niet zien op feiten waarvan de onjuistheid op eenvoudige en objectieve wijze met behulp van andere documenten of gegevens kan worden aangetoond. Het betreft de weergave van professionele observaties, indrukken en conclusies (onder verantwoordelijkheid) van de psychiater over het gedrag van klager, waarmee hij zich niet kan verenigen. Het college ziet echter geen aanleiding om te twijfelen aan de zorgvuldigheid en deugdelijkheid van die weergave. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:184 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6891

    Klager is deels niet-ontvankelijk in zijn klacht en voor het overige is de klacht tegen de psychiater kennelijke ongegrond. Klager verblijft in het kader van een hem opgelegde TBS-maatregel in een Forensisch Psychiatrisch Centrum. De klacht bestaat in de kern uit twee onderdelen, het verwijt dat de zorg te zwaar is en het verwijt over de inhoud van de zorg. Wat betreft het klachtonderdeel dat ziet op de indicatiestelling voor de zorg in deze kliniek, met de daaraan verbonden prestaties en tarieven, oordeelt het college dat klager niet-ontvankelijk is in zijn klacht. De maatregel tot TBS met dwangverpleging is opgelegd door de rechter. Ook stelt de arts de indicatie en de daarbij bepaalde zorgzwaarte van klager en het beveiligingsniveau niet vast. Dat gebeurt op grond van de wet- en regelgeving, zoals de Wet Forensische Zorg, het Besluit en de Regeling en in opdracht van de rechter en door een door de Minister van Rechtsbescherming aangewezen instelling (NIFP). De arts heeft hierop geen invloed. Dit valt dan ook niet onder de eerste of tweede tuchtnorm. Klager is daarom niet-ontvankelijk voor wat betreft dit klachtonderdeel. Dat de arts onzorgvuldig jegens klager zou hebben gehandeld bij de formulering van de diagnostiek bij opname en de vaststelling van het behandelplan, is het college niet gebleken. Uit de gang van zaken zoals die volgt uit de stukken en uit wat klager tijdens het mondeling vooronderzoek heeft verklaard volgt naar het oordeel van het college dat het beginsel om in samenwerking met de patiënt te komen tot diagnostiek en een behandelplan in het geval van klager is gerespecteerd en zorgvuldig is toegepast door de arts.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:87 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023-5991

    Klacht tegen een psychiater. De psychiater wordt verweten dat zij niet dan wel nalatig heeft gereageerd op de noodsignalen van klaagster en haar zorgplicht heeft geschonden, dat zij een onjuiste diagnose heeft gesteld en klaagster veel te lang heeft geïsoleerd met een te lage dosering medicatie en dat zij haar beroepsgeheim heeft geschonden. Oordeel college: er is voldoende adequaat op de signalen van klaagster gehandeld en er is niet tekortgeschoten in het houden van toezicht. Ook verder is niet gebleken dat de psychiater haar zorgplicht heeft geschonden. Het college kan niet vaststellen dat klaagster te lang is gesepareerd en dat zij onvoldoende medicatie dan wel een te lage dosering medicatie heeft gehad. Er is geen definitieve diagnose gesteld. Er was sprake van een genuanceerde, brede differentiaaldiagnose. Bij de politie mocht aangifte tegen klaagster worden gedaan. Daarbij is meer informatie gegeven dan nodig was, waardoor de psychiater haar beroepsgeheim heeft geschonden. Klacht deels gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:88 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023-5850

    Psychiater: Verweerder wordt verweten dat hij geen duidelijke en een zeer vreemde diagnose heeft gesteld na een crisismaatregel voor gedwongen opname. Verweerder heeft het college verzocht om de klacht ongegrond te verklaren en verweerder stelt dat hij geen sluitende diagnose heeft gesteld. Het college oordeelt dat klaagster deels kennelijk niet-ontvankelijk is en dat de klacht kennelijk ongegrond is.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:89 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023-6253

    Verweerder (huisarts) wordt verweten dat hij niet adequaat heeft gereageerd op de duizeligheidsklachten van klager, die klager heeft gemaild aan verweerder. Verweerder heeft het college verzocht om klager niet-ontvankelijk te verklaren vanwege misbruik van het tuchtrechtelijk klachtrecht (misbruik van procesrecht). Als het college de klacht wel inhoudelijk zal beoordelen, heeft verweerder het college verzocht de klacht (kennelijk) ongegrond te verklaren. Het college oordeelt dat het beroep op misbruik van het klachtrecht niet slaagt en acht klager ontvankelijk. De klacht is kennelijk ongegrond (artikel 448 Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO)).

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:85 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023-5841

    Verweerster wordt verweten te hebben gehandeld in strijd met de zorgvuldigheid die van haar mag worden verwacht. Klagers klagen onder ander over het afgeven van een geneeskundige verklaring aan patiënt van verweerster, het afgeven van een onjuiste verklaring aan Veilig Thuis, schending van het beroepsgeheim en het niet verschaffen van medische informatie. Het college komt tot het oordeel dat het klachtonderdeel over de afgegeven geneeskundige verklaring gedeeltelijk gegrond is. De overige klachtonderdelen zijn ongegrond. Maatregel: waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:86 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023-5982

    Klacht tegen een verpleegkundig specialist. De verpleegkundig specialist wordt verweten dat hij niet dan wel nalatig heeft gereageerd op de noodsignalen van klaagster en zijn zorgplicht heeft geschonden, dat hij een onjuiste diagnose heeft gesteld en klaagster veel te lang heeft geïsoleerd met een te lage dosering medicatie en dat hij zijn beroepsgeheim heeft geschonden. Oordeel college: er is voldoende adequaat op de signalen van klaagster gehandeld en er is niet tekortgeschoten in het houden van toezicht. Ook verder is niet gebleken dat de verpleegkundig specialist zijn zorgplicht heeft geschonden. Het college kan niet vaststellen dat klaagster te lang is gesepareerd en dat zij onvoldoende medicatie dan wel een te lage dosering medicatie heeft gehad. Er is geen definitieve diagnose gesteld. Er was sprake van een genuanceerde, brede differentiaaldiagnose. De verpleegkundig specialist mocht bij de politie aangifte tegen klaagster doen. Hij heeft daarbij echter meer informatie gegeven dan nodig was, waardoor hij zijn beroepsgeheim heeft geschonden. Klacht deels gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:181 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2024/6932

    Ongegronde klacht tegen een dermatoloog. De dermatoloog heeft door middel van Mohs chirurgie een basaalcelcarcinoom bij klager verwijderd. Klager verwijt de dermatoloog dat hij a) haar heeft geopereerd zonder haar daarvoor ontmoet te hebben, b) onvoldoende informatie heeft verstrekt en c) niet zelf betrokken is geweest bij de nazorg. Dat de dermatoloog klager heeft geopereerd zonder hem eerder te hebben ontmoet, is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Uit de stukken en ter zitting is gebleken dat klager voorafgaand aan de ingreep relevante informatiefolders heeft ontvangen, poliklinisch is gezien door de collega van de dermatoloog en de dermatoloog klager voorafgaand aan de ingreep uitgebreid uitleg heeft gegeven over Mohs operatietechniek. Na de ingreep heeft de dermatoloog uitgebreid uitleg aan klager gegeven over de nazorg. Dat de dermatoloog de nazorg en controles niet zelf op zich heeft genomen is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Alle klachtonderdelen zijn ongegrond.