Zoekresultaten 11-20 van de 42257 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:34 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5659

    Verzekeringsarts. Klacht: a) grensoverschrijdend gedrag en geen professionele distantie, b) intieme verbale en lichamelijke uitingen / gedragingen, c) zonder professionele reden onaangekondigd naar privéadres klager gegaan, d) geen rekenschap gegeven afhankelijke positie klager, e) misbruik gemaakt van positie verzekeringsarts.College: a), c) en d) gegrond. Na beoordeling heeft verzekeringsarts, buiten spreekuur om, contact met klager gezocht en gehad. Door (deels onaangekondigde) huisbezoeken verder doorgedrongen tot privésfeer klager dan noodzakelijk. Onvoldoende professionele distantie. b) en e) ongegrond.Maatregel: gezien aard en ernst op zich berisping passend. Verzekeringsarts heeft zich toetsbaar opgesteld en lering getrokken. Daarnaast sanctie van werkgever. Alles afwegend volstaat waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:115 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-197/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Kwaliteit dienstverlening. Van poging van verweerder om het door klager ingestelde hoger beroep buiten behandeling te laten stellen is geen sprake. Verder staat het verweerder vrij om rechtsmaatregelen tegen klager aan te kondigen vanwege een negatieve recensie van klager over verweerder en zijn kantoor en vanwege het gebruik door klager van de titel advocaat. Wanneer verweerder meent dat de stichting van klager ten onrechte doet voorkomen alsof deze stichting advocaten in dienst heeft, staat het verweerder vrij om daar tegen op te treden. De titel advocaat is immers een beschermde titel en het onterecht voeren van deze titel is strafbaar. Over een deel van de klacht heeft de raad eerder al beslist, ne bis in idem. Misbruikbepaling. Klacht voor een deel kennelijk ongegrond en voor een deel kennelijk niet ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZRSHE:2024:35 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg 's-Hertogenbosch H2023/5382

    Chirurg, werkzaam als medisch adviseur. Klager geweigerd door verzekeraar. Beoordeling fysieke en psychologische toestand klager in verband met kunnen invullen aanvraag. Klacht: a) geen inzage-, correctie- en blokkeringsrecht aangeboden, b) advies voldoet niet aan de eisen.College: a) blokkeringsrecht 7:464 lid 2 BW was van toepassing. Niet aangeboden. Gegrond. b) beoordeling voldoet aan de eisen. Ongegrond.Maatregel: gezien aard verwijtbaar handelen waarschuwing op zijn plaats. Uitzonderlijke, eenmalige gang van zaken. Verweerster heeft lering getrokken uit klacht. Rechtsbijstandsverzekeraar heeft werkwijze aangepast. Geen maatregel.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:110 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-865/AL/MN

    Advocaat wederpartij. Naar het oordeel van de raad heeft verweerder niet evident ondoelmatig opgetreden en evenmin de voortgang van de afwikkeling van de nalatenschap tussen partijen vertraagd. Uit de stukken is de raad gebleken dat verweerder vanaf zijn optreden voor zowel de moeder van klaagster en later voor de zus en broer van klaagster voldoende pogingen heeft ondernomen om met klaagster tot een regeling te komen. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:83 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1894

    Klager is in beroep gekomen van de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege (RTG) waarbij de klacht van klager door het RTG gegrond is verklaard en aan de orthopedagoog-generalist de maatregel van waarschuwing is opgelegd. Klager heeft in beroep betoogd dat hij – ondanks dat zijn klacht door het RTG gegrond is verklaard – toch in het beroep dient te worden ontvangen. Het klaagschrift van klager bestaat uit dertig klachtonderdelen. Klager is het niet eens met de manier waarop het RTG zijn klacht heeft samengevat en beoordeeld. Klager is van mening dat het RTG ten onrechte niet ieder klachtonderdeel afzonderlijk heeft getoetst. Het RTG mag bij een veelheid van klachten, deze op overzichtelijke en/of samenvattende wijze formuleren en samenhangende klachtonderdelen gezamenlijk behandelen.  Het RTG heeft met instemming van klager de klacht samengevat tot twee klachtonderdelen en beide klachtonderdelen gegrond verklaard. Dit betekent dat voor klager gelet op artikel 73 lid 1 onder a Wet BIG geen beroep open staat tegen de beslissing van het RTG. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:111 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-035/AL/GLD

    Advocaat wederpartij. 5.5 Naar het oordeel van de raad had verweerster voldoende reden om namens haar cliënte conservatoir beslag te leggen op (het aandeel in) de woning van klager zonder daaraan voorafgaand klager een kennisgeving te doen en een redelijke termijn voor nakoming te geven. 5.6 Uit het feit dat het verzoek tot beslaglegging onder klager door de voorzieningenrechter is ingewilligd leidt de raad af dat het beslagrekest van verweerster aan de daaraan te stellen voorwaarden heeft voldaan en aldus voldoende onderbouwd is geweest. Dat verweerster de rechter daarbij bewust onjuist heeft geïnformeerd, is de raad uit de stukken niet gebleken. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:84 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1895

    Klager is in beroep gekomen van de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege (RTG) waarbij de klacht van klager door het RTG gegrond is verklaard en aan de GZ-psycholoog de maatregel van waarschuwing is opgelegd. Klager heeft in beroep betoogd dat hij – ondanks dat zijn klacht door het RTG gegrond is verklaard – toch in het beroep dient te worden ontvangen. Het klaagschrift van klager bestaat uit dertig klachtonderdelen. Klager is het niet eens met de manier waarop het RTG zijn klacht heeft samengevat en beoordeeld. Klager is van mening dat het RTG ten onrechte niet ieder klachtonderdeel afzonderlijk heeft getoetst. Het RTG mag bij een veelheid van klachten, deze op overzichtelijke en/of samenvattende wijze formuleren en samenhangende klachtonderdelen gezamenlijk behandelen.  Het RTG heeft met instemming van klager de klacht samengevat tot twee klachtonderdelen en beide klachtonderdelen gegrond verklaard. Dit betekent dat voor klager gelet op artikel 73 lid 1 onder a Wet BIG geen beroep open staat tegen de beslissing van het RTG. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:112 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-178/Al/GLD

    Voorzittersbeslissing. Verweerder heeft als advocaat van de buurman van klaagster niet de grenzen van de hem toekomende vrijheid overschreden. Dat hij kort over haar heg heeft gekeken of met zijn client tijdens de rondleiding over diens perceel over de geschilpunten heeft gesproken, is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2024:85 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1937

    Klacht tegen een arts. De arts heeft op enig moment bij klaagster poliklinisch een wigexcisie uitgevoerd waarbij een deel van de nagelmatrix van een van haar vingers is verwijderd. Ruim een maand later is klaagster bij de arts op een controleafspraak gekomen. Klaagster verwijt de arts onder meer dat zij zonder haar toestemming haar nagelmatrix (gedeeltelijk) heeft verwijderd, tijdens een gesprek zeer leugenachtig was en een second opinion afraadde, een verkeerde diagnose heeft gesteld en een operatie heeft verricht met een permanente verminking tot gevolg en haar collega onvoldoende heeft gesuperviseerd. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht kennelijk ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klaagster niet-ontvankelijk in haar beroep, omdat dit beroep zonder verschoonbare reden te laat is ingediend.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:113 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 24-180/AL/GLD

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat van de wederpartij. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend in een door klager gestarte procedure tegen de cliënte van verweerder. Het stond verweerder dan ook vrij om, in het belang van zijn cliënte, de achtergrond van de procedure in het verweerschrift te schetsen en daarbij onder meer enkele relevante persoonsgegevens van klager te vermelden. Het is niet gebleken dat het verweerschrift terecht is gekomen bij derden die niet bij de procedure tussen klager en de instelling betrokken zijn. Het is evenmin gebleken dat verweerder met de vermelding van enkele persoonsgegevens van klager onevenredig nadeel aan klager heeft toegebracht. Verder was verweerder niet gehouden inhoudelijk te reageren op vragen van klager. Tot slot stond het verweerder vrij om zijn verweerschrift op te stellen zoals hij dat heeft gedaan. Klacht kennelijk ongegrond.