Zoekresultaten 541-550 van de 42215 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:27 Raad van Discipline Amsterdam 24-007/A/A

    Voorzittersbeslissing; Kennelijk ongegronde klacht over de dienstverlening door de eigen advocaat in een strafzaak; Verweerder heeft in voldoende mate voldaan aan de eisen van gedragsregel 16 lid 1.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:24 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-308/DB/OB

    Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van de dienstverlening deels gegrond, deels ongegrond. Een opdrachtbevestiging ontbreekt, zodat een omschrijving van de opdracht, een inschatting van de goede en kwade kansen en een (eerste) advies of plan van aanpak niet schriftelijk zijn vastgelegd. Verweerder heeft tussen eind maart 2022 en eind juli 2022 onvoldoende concrete actie ondernomen, terwijl de zaak dit wel verlangde en klaagster ook meerdere malen op concrete actie heeft aangedrongen. Verweerder is tekort geschoten in de advisering van klaagster, heeft onvoldoende voortvarendheid betracht en heeft onvoldoende duidelijk met klaagster gecommuniceerd. Aldus heeft verweerder niet gehandeld met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwame en redelijk handelende advocaat in de gegeven omstandigheden mag worden verwacht. Het gegrond bevonden tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen heeft betrekking op de kernwaarde deskundigheid. Rekening houdend met alle omstandigheden is de raad van oordeel dat de oplegging van een waarschuwing passend en geboden is.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:31 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/5572

    Deels gegronde klacht tegen een (arbo-)arts. Klager is niet tevreden over de arts en klaagt over onder andere de probleemanalyse. Hij vindt dat deze onzorgvuldig is opgesteld. Ook klaagt hij over het feit dat de arts hem niet heeft doorverwezen naar een andere bedrijfsarts voor een second opinion. Het college heeft geen aanwijzingen gevonden dat de arts de klachten van klager niet serieus heeft genomen. Wel heeft de arts naar het oordeel van het college bij het opstellen van de probleemanalyse en het adviseren van klager en de werkgever niet voldoende de STECR-werkwijzer en de stappen in de Richtlijn ‘Conflicten in de werksituatie’ gevolgd. De arts heeft ervoor gekozen om de moeizame arbeidsverhouding tussen klager en zijn werkgever geen arbeidsconflict te noemen in de probleemanalyse. Door het conflict op zijn beloop te laten en klager en werkgever niet actief te begeleiden in dit proces nam de arts het risico dat het conflict zou escaleren, zonder dat de arts of de (eigen) bedrijfsarts van de werkgever nog kon bijsturen. Daarnaast kan geconcludeerd worden dat bij het herhaalde verzoek van klager om een second opinion de arts niet het 10-stappenplan heeft gevolgd en/of klager niet juist heeft voorgelicht over de procedure. De arts heeft klager dus niet doorverwezen of ervoor gezorgd dat klager werd doorverwezen. De overige klachtonderdelen zijn ongegrond verklaard. Het college gaat ervan uit dat het beleid samen met de supervisor (bedrijfsarts) werd bepaald. Onder deze omstandigheden en nu de arts niet eerder tuchtrechtelijk is veroordeeld vindt het college het opleggen van een waarschuwing passend en toereikend. Klacht deels gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:28 Raad van Discipline Amsterdam 24-010/A/A

    Voorzittersbeslissing; klacht tegen de advocaat van de wederpartij kennelijk niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een rechtstreeks belang voor klager.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:25 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-585/DB/LI

    Raadsbeslissing. Klacht over de kwaliteit van de dienstverlening deels gegrond, deels ongegrond. Door niet direct maar pas in een later stadium het deskundigenrapport grondig te bestuderen, de haalbaarheid van klaagsters zaak te beoordelen en de strategie met klaagster te bespreken heeft verweerster bij klaagster onjuiste verwachtingen gewekt. Dit tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen rechtvaardigt naar het oordeel van de raad oplegging van een waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2024:29 Raad van Discipline Amsterdam 23-827/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij in alle onderdelen kennelijk ongegrond. De verschillende klachtonderdelen zijn door klager deels onvoldoende onderbouwd en missen feitelijke grondslag.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2023:28 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/01

    Klaagster verwijt de notaris dat hij onvoldoende zorgvuldig heeft gehandeld. Zo had de notaris wetenschap van het overlijden van de zus van klaagster en de inhoud van haar testament waarin klaagster via een zogenaamde tweetrapsmaking erfgenaam (verwachter) werd van haar overleden zus, maar heeft hij klaagster niet (tijdig) geïnformeerd over haar positie in de nalatenschap. Nadat de erfgenaam van de zus van klaagster overleed en klaagster erfgename werd, heeft de notaris klaagster evenmin geïnformeerd. Vervolgens heeft de verkoopopbrengst van het appartementsrecht van de aanvankelijke erfgenaam van de zus van klaagster jarenlang op de derdengeldrekening gestaan zonder dat enige actie richting de rechthebbenden, waaronder klaagster, werd ondernomen. Bovendien heeft de notaris op enig moment klaagster toegezegd haar nader te informeren, maar is hij die toezegging niet (tijdig) nagekomen. De klacht wordt grotendeels gegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:7 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/719419 / DW RK 22/247 MK/RH

    Op 15 juni 2022 heeft de gerechtsdeurwaarder het op 12 mei 2022 gelegde beslag betekend. Dit is te laat gelet op het bepaalde in artikel 475i Rv. De gemachtigde van de gerechtsdeurwaarder heeft ter zitting toegelicht dat de gerechtsdeurwaarder op vrijdag 20 mei 2022 ter plekke heeft geconstateerd dat de woning van klagers leeg stond. Na een nieuwe raadpleging van de BRP bleek dat klagers op 10 mei 2022 waren verhuisd. In plaats van op de maandag daarna het exploot te betekenen op het nieuwe adres van klagers is daarmee gewacht tot 15 juni 2022. Vastgesteld moet dan ook worden dat het beslag te laat is betekend. Maatregel van waarschuwing opgelegd.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2023:29 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2023/03

    Klager verwijt de notaris dat hij onvoldoende zorgvuldigheid heeft betracht bij de beoordeling van de wilsbekwaamheid van moeder toen de notaris haar levenstestament passeerde. De kamer is van oordeel dat klaagster gelet op de uitspraak van het gerechtshof Amsterdam van 16 april 2016 (ECLI:NL:GHAMS:2019:1383) niet als belanghebbende heeft te gelden. De klacht wordt niet-ontvankelijk verklaard. De kamer merkt nog wel op dat wanneer de klacht wel ontvankelijk zou zijn geweest, deze ongegrond zou zijn verklaard.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:21 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-626/DB/ZWB

    Raadsbeslissing. Ambtshalve voortzetting. In de klachtonderdelen 1, 2 en 3 maakt klaagster verweerder verwijten ten aanzien van geldbedragen die zijn overgeschreven van haar budgetbeheerrekening naar verweerders kantoorrekening en het niet aan klaagster terugbetalen van die geldbedragen. Dit gestelde normschendend gedrag raakt de in artikel 10a Advocatenwet vastgestelde kernwaarde van (financiële) integriteit. Gelet hierop is de raad van oordeel dat er redenen zijn van algemeen belang om de behandeling van de klachtonderdelen 1, 2 en 3 voort te zetten. De raad ziet geen redenen van algemeen belang voor voortzetting van de overige klachtonderdelen 4 tot en met 8.