Zoekresultaten 21-30 van de 42309 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:98 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-769/DH/DH

    Klacht over de eigen advocaat in een huurrechtprocedure gegrond. Verweerster heeft voor een lange periode geen gehoor gegeven aan verzoeken van de wederpartij en de gerechtelijke instanties, waarover zij de eigen cliënt ook onvoldoende informeerde. Verweerster heeft klaagster niet onverwijld op de hoogte gesteld van haar mogelijke tekortschieten in de belangenbehartiging. Verweerster heeft de aansprakelijkheidsclaim van klaagster afgewezen, waardoor zij klaagster niet in het ongewisse heeft gelaten over haar standpunt ten aanzien van die claim. De klacht is op dat onderdeel ongegrond. Onvoorwaardelijke schorsing van 6 weken.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:102 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-166/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in beide onderdelen kennelijk ongegrond. Verweerder heeft klager niet zonder reden betrokken in de communicatie. Het is verder niet aan de tuchtrechter om te oordelen over de in de dagvaarding ingenomen stellingen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:99 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-587/DH/DH

    Verzet niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:103 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-185/DH/DH 24-207/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de deken deels niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop en voor het overige kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:64 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-801/DB/OB

    Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:117 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-603/AL/GLD

    Verzetbeslissing. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:129 Hof van Discipline 's Gravenhage 230324

    Verweerder heeft hoger beroep tegen beslissing raad ingetrokken. Hof bepaalt ingangsdatum schrapping.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:103 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5883

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een dermatoloog. Klager verwijt de dermatoloog dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld, omdat hij tijdens de afspraak van klager niet aanwezig en niet bereikbaar was en dit niet vroegtijdig heeft aangegeven. Klager verwijt de dermatoloog ook dat hij nooit navraag naar zijn gezondheid heeft gedaan. Het college stelt vast dat er geen behandelrelatie tussen klager en de dermatoloog tot stand is gekomen. Klager is op basis van de tweede tuchtnorm ontvankelijk. De verweten gedragingen hebben volgens het college voldoende weerslag op de individuele gezondheidszorg, omdat die zien op de (volgens klager) niet nagekomen afspraak op de polikliniek en het hierover niet informeren van de van de patiënt. Het college komt tot de conclusie dat het wenselijk is dat de patiënt voorafgaand aan de afspraak voldoende is voorgelicht. Dit ziet onder andere op de locatie, de aanwezige behandelaar(s) en de werkwijze. Voor zover het college kan beoordelen is dit in het geval van klager niet helemaal het geval geweest. De dermatoloog (zoals genoemd op de verwijsbrief) was niet beschikbaar en heeft klager hierover niet voortijdig over geïnformeerd. Wel heeft de dermatoloog ervoor gezorgd dat klager gezien werd op het juiste spreekuur met voldoende expertise. Van de dermatoloog had onder de gegeven omstandigheden niet hoeven worden verwacht dat hij aanwezig zou zijn. Ook zijn er inmiddels aanpassingen doorgevoerd waardoor de informatieverstrekking naar patiënten is verbeterd. De dermatoloog heeft als afdelingshoofd laten zien dat hij zich de klacht van klager heeft aangetrokken en hier lering uit heeft willen trekken. Een en ander levert al met al geen tuchtrechtelijk verwijt op. Dit klachtonderdeel is ongegrond. Ook het klachtonderdeel dat handelt over de navraag naar de gezondheid van klager is ongegrond (zie hiervoor 5.11) van de beslissing. De klacht tegen de dermatoloog is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:65 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-091/DB/OB

    Raadsbeslissing. Klacht van advocaat over advocaat. Vast staat dat verweerder klager tot twee maal toe “dom” heeft genoemd. Nadat  verweerder eerst tegen klager zelf had gezegd  “Ben jij nou echt zo dom”, heeft verweerder vervolgens tegen (de vertegenwoordigers van) klagers cliënte gezegd  “Gefeliciteerd met jullie domme advocaat”.  Deze kwalificaties zijn onnodig grievend en ongepast in het verkeer tussen advocaten. In het algemeen bevordert een dergelijke communicatie, (mede)  gericht op de persoon van de advocaat, niet de oplossing van een geschil tussen de cliënten van de raadslieden en levert het ook geen bijdrage aan een sfeer van onderlinge welwillendheid en vertrouwen. De raad is van oordeel dat verweerder zich, door de genoemde kwalificaties te bezigen, niet heeft gedragen zoals een behoorlijk handelend advocaat betaamt. Verweerder heeft voor zijn handelen aan klager zijn excuses aangeboden. Deze ontnemen evenwel niet het tuchtrechtelijk verwijtbare karakter aan verweerders optreden. De klacht is gegrond. Voor wat betreft de op te leggen maatregel weegt de raad in het voordeel van verweerder mee, dat hij aan klager zijn excuses heeft aangeboden. In het nadeel van verweerder weegt de raad mee, dat hij reeds meerdere malen tuchtrechtelijk is veroordeeld. De raad acht in dezen oplegging van een berisping passend en geboden.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:27 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/742818 / DW RK 23/428 MdV/RH

    Beslissing op verzet. Gebleken is dat de gerechtsdeurwaarder ambtshandelingen heeft verricht in 2005 en 2007. De termijn van drie jaren waarbinnen een klacht moet worden ingediend is dan ook ruimschoots verstreken. Klaagster heeft niets aangevoerd waaruit zou kunnen blijken dat de gevolgen van die ambtshandelingen pas recentelijk bekend zouden zijn geworden. Vastgesteld moet worden dat klaagsters klacht op juiste gronden niet ontvankelijk is verklaard.