Zoekresultaten 2831-2840 van de 42215 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:48 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2021/1138

    Klacht tegen gz-psycholoog. Aan klager is een tbs-maatregel opgelegd waardoor hij in de periode 2015-2017 in een tbs-kliniek heeft verbleven. De gz-psycholoog was in die periode bij de behandeling van klager betrokken. Klager maakt de gz-psycholoog in dat verband een viertal verwijten. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht van klager kennelijk ongegrond verklaard. Klager heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld. Het Centraal Tuchtcollege sluit zich aan bij de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege en verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TDIVBC:2023:4 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2022/07

    Hond. Het Veterinair Tuchtcollege heeft terecht geoordeeld dat de dierenarts geen overbodige of niet-geïndiceerde onderzoeken heeft uitgevoerd. De dierenarts heeft voldoende beargumenteerd waarom zij tot de diverse onderzoeken is overgegaan. Verder heeft het Veterinair Tuchtcollege terecht geoordeeld dat geen aanleiding bestaat voor de conclusie dat de dierenarts onderzoeken in rekening heeft gebracht die niet bij de hond van appellante zijn uitgevoerd. Ook is niet gebleken dat de dierenarts over de uitgevoerde onderzoeken onvoldoende met appellante heeft overlegd. Dit betekent dat appellante geen gelijk krijgt.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:49 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2021/1137

    Klacht tegen gz-psycholoog. Klager verbleef sinds mei 2019 in de tbs-kliniek waar de gz-psycholoog werkzaam was. De gz-psycholoog was bij de behandeling van klager betrokken. Klager maakt de gz-psycholoog in dat verband een aantal verwijten. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht van klager kennelijk ongegrond verklaard. Klager heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:65 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4296

    Ongegronde klacht tegen een verpleegkundig specialist. Klaagster heeft in het ziekenhuis een cardiale ablatie via de lies ondergaan, waarna sprake was van een aanhoudende infectie. Er volgden meerdere opnames van klaagster. Bij het behandelteam van klaagster, waar de verpleegkundig specialist onderdeel van was, bestond het vermoeden dat de wond gemanipuleerd werd door klaagster of door haar ouders en dat er mogelijk sprake was van pediatric condition falsification (hierna: PCF). Na overleg met Veilig Thuis hebben een aantal leden van het behandelteam van klaagster, waaronder de verpleegkundig specialist, een melding bij Veilig Thuis gedaan. Deze melding werd uiteindelijk weer ingetrokken toen er geen aanwijzingen meer waren voor PCF. Klaagster verwijt de verpleegkundig specialist onder andere dat zij onzorgvuldig heeft gehandeld bij het doen van de melding aan Veilig Thuis, dat zij haar beroepsgeheim heeft geschonden door medische gegevens te delen met Veilig Thuis, dat zij obsessief in het medisch dossier van klaagster heeft gekeken en dat zij op enig moment de gezondheidstoestand van klaagster heeft onderschat. De verpleegkundig specialist heeft de klacht bestreden. Het college heeft de klacht in al haar onderdelen ongegrond verklaard. De verpleegkundig specialist heeft naar het oordeel van het college voldaan aan alle stappen van de Meldcode, zij mocht haar beroepsgeheim doorbreken om een melding te doen. Voorts concludeert het college onder meer dat niet is gebleken dat sprake was van obsessieve en onrechtmatige inzage in het dossier en van onzorgvuldig handelen dan wel van onderschatting van de situatie is geen sprake geweest. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:60 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-629/AL/GLD

    Verweerder heeft zich na de ontstane vertrouwensbreuk met klager op zorgvuldige wijze teruggetrokken (gedragsregel 14 leden 2 en 3). Daarnaast heeft verweerder belangrijke afspraken en zijn telkens gehandhaafde advies over het plan van aanpak schriftelijk aan klager bevestigd (gedragsregel 16), zodat daarover geen misverstand bij klager heeft kunnen bestaan. Excessief declareren niet gebleken. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:54 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-909/AL/MN

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van de wederpartij in een internationaalrechtelijke familiekwestie in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:34 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 22-922/DB/OB/D

    Dekenbezwaar. Advocaat voldoet niet aan de verplichtingen ex artikel 7.4 Voda. Advocaat heeft, ondanks herhaalde toezeggingen de in artikel 7.4 lid 2 Voda bedoelde gegevens publiek toegankelijk te maken en daartoe een website te lanceren, niets gedaan. Advocaat heeft ter zitting van de raad verklaard geen ambitie te hebben om met haar eenmanszaak een website te lanceren en te gebruiken. De raad rekent het de advocaat tuchtrechtelijk ernstig aan dat zij niet voldoet aan haar verplichtingen ex artikel 7.4. lid 2 Voda, daarin volhardt en dat zij de deken gedurende ruim anderhalf jaar aan het lijntje heeft gehouden, terwijl zij, naar ter zitting is gebleken, niet van plan is om aan het bepaalde in artikel 7.4 lid 2 Voda te gaan voldoen. Advocaat heeft haar stelling dat zij in de periode waarin zij toezeggingen aan de deken deed, met een collega met een gezamenlijke website bezig is geweest, onvoldoende aannemelijk gemaakt.Dekenbezwaar gegrond, schorsing 8 weken, waarvan 4 voorwaardelijk, proeftijd 2 jaren.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:55 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-308/AL/GLD

    Verzetbeslissing. Het verzoek om aanhouding is afgewezen. De wrakingsverzoeken zijn afgewezen. De voorzitter heeft bij de beoordeling de juiste maatstaf toegepast en rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:35 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 22-907/DB/OB/D

    Dekenbezwaar. Advocaat heeft verzekeringsbewijs ondanks herhaalde verzoeken van de deken pas na een tegen hem ingediend artikel 60ab verzoek en dekenbezwaar aan de deken overgelegd. Advocaat heeft de lokale ordebijdrage niet betaald, geen financiële kengetallen aangeleverd, onvoldoende opleidingspunten gehaald en de vermelding in het rechtsgebiedenregister niet doorgehaald. Omdat de advocaat zich al heeft laten schrappen van het tableau en gelet op zijn leeftijd een verzoek tot herinschrijving niet aannemelijk is, volstaat de raad met het opleggen van een berisping.Dekenbezwaar gegrond, berisping.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:56 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-505/AL/OV

    Klaagster is tijdens een (herhaald) opsporingsprogramma op tv als verdachte van Whatsapp-fraude in beeld gebracht. Kort na die uitzending bleek dat door een technische storing bij de betrokken bank de tijden van de pintransactie niet gelijk liepen met die van de camera van de bank, waardoor klaagster ten onrechte als verdachte in beeld is gebracht. Ondanks excuses is klaagster toch nog langer als verdachte aangemerkt. Daarin heeft zij om de bijstand van verweerder gevraagd. Verweerder heeft klaagster naar het oordeel van de raad aan haar lot overgelaten door telkens niet te reageren op haar vragen om contact en om niet met haar te overleggen over de te nemen stappen in haar stressvolle situatie. Verweerder heeft zijn zorgplicht jegens klaagster geschonden en daarbij ook in strijd met de kernwaarde deskundigheid gehandeld, terwijl hij voorafgaand aan of tijdens de zitting van de raad geen uitleg voor zijn handelen heeft gegeven of klaagster zijn verontschuldigingen heeft aangeboden. De raad acht een voorwaardelijke schorsing van 4 weken in de praktijkuitoefening van verweerder passend.