Zoekresultaten 1191-1200 van de 42252 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:243 Raad van Discipline 's-Gravenhage 32-671/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:244 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-651/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de wederpartij in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:245 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-650/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de wederpartij in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:164 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2022/1711

    Het Centraal Tuchtcollege heeft een herzieningsverzoek van de huisarts toegewezen, omdat de door de huisarts meegebrachte getuige niet is gehoord. De zaak is verwezen naar het Regionaal Tuchtcollege voor nieuwe behandeling en het horen van de getuige. Ter zitting is gemachtigde van huisarts zonder getuige verschenen. Het Regionaal Tuchtcollege oordeelt dat een openbare zitting bij uitstek de gelegenheid is om getuigen te horen. Het had de huisarts duidelijk moeten zijn dat getuige zou worden gehoord. Dat de huisarts heeft afgezien van het (laten) horen getuige ter zitting komt voor haar rekening en risico. Het Regionaal Tuchtcollege handhaaft de oorspronkelijke beslissing van het Centraal Tuchtcollege van 15 januari 2021. De huisarts is in beroep gekomen tegen deze beslissing. In beroep is als eerst de vraag aan de orde of tegen de uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege, waarbij de beslissing van het Centraal Tuchtcollege is gehandhaafd beroep open staat. Dit is het geval. Het Centraal Tuchtcollege heeft de getuigen gehoord. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep. 

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:165 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1808

    Klacht tegen een arts voor arbeid en gezondheid. Klager was in 2017 betrokken bij een auto‑ongeval waarbij zijn auto in botsing kwam met een andere auto. De bestuurder van de andere auto was verzekerd bij de maatschappij waar de arts als medisch adviseur in dienst is. De arts heeft driemaal een medisch advies uitgebracht over de klachten die klager sinds het ongeval ondervond. In juni 2022 heeft de arts schriftelijk laten weten het dossier over te dragen, omdat klager had laten weten geen vertrouwen in de arts te hebben. De bedoeling van de adviezen was het vaststellen van medische causaliteit tussen het ongeval en de klachten. Klager verwijt de arts dat zij bij de beoordeling van het door klager opgelopen letsel niet als arts handelt, maar als een tegenpartij. Uit de medische adviezen die zij heeft geschreven blijkt volgens klager dat zij niet onafhankelijk is en niet professioneel handelt. Haar adviezen stoelen niet op conclusies van behandelaren, maar op haar eigen ongefundeerde aannames. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:166 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1874

    Klacht tegen een verzekeringsarts. Klaagster heeft begin 2023 een verzoek ingediend bij het UWV tot correctie van een medisch rapportage uit 2012 die is opgemaakt door de verzekeringsarts. Dit correctieverzoek is – door iemand anders dan de verzekeringsarts – afgewezen. Vervolgens heeft klaagster de onderhavige klacht tegen de verzekeringsarts ingediend. Klaagster wil dat de door haar gestelde onjuistheden en onvolledigheden in de medische rapportage worden gecorrigeerd. De voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege oordeelt dat de kern van de klacht is dat de rapportage waar het om gaat onjuistheden bevat en onvolledig is en niet aan de daaraan te stellen eisen voldoet. Gelet op de datum van de rapportage en de datum van indiening van de klacht, is de tienjaarstermijn overschreden en is de klacht kennelijk niet-ontvankelijk. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster tegen deze beslissing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:221 Hof van Discipline 's Gravenhage 220322

    Klacht tegen eigen advocaat. Wederzijds hoger beroep. Klager heeft opdracht gegeven aan verweerder om een cassatieadvies uit te brengen en om te adviseren of het zinvol is om (voorwaardelijk) incidenteel cassatieberoep in te stellen in zijn letselschadezaak. Verweerder heeft niet duidelijk gecommuniceerd met klager terwijl de verzoeken van klager daartoe op meerdere momenten aanleiding gaven. Verweerder heeft zijn cassatieadvies en concept-verweerschrift dusdanig laat aan klager verzonden dat, in het geval daarover discussie zou ontstaan (wat zich ook voordeed), hij daarmee klager geen andere mogelijkheid liet dan zich neer te leggen bij de aanpak van verweerder. Het hof rekent verweerder deze onzorgvuldige handelwijze jegens klager aan. Ook ten aanzien van de financiële afspraken heeft verweerder onzorgvuldig jegens verweerder gehandeld. Bekrachtiging beslissing raad ook tav opgelegde berisping. Proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:222 Hof van Discipline 's Gravenhage 230285

    Hoger beroep tegen een ongegrond verzet niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:257 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5687

    Deels gegronde klacht tegen een tandarts. De tandarts heeft naar aanleiding van een controle bij klager een nieuwe brug bij klager geplaatst. Op basis van het dossier kan niet worden vastgesteld dat de tandarts voldoende voorlichting heeft gegeven over de behandeling bij klager en of klager dit heeft begrepen, nu klager de Nederlandse taal slechts zeer beperkt beheerst. Ook heeft de tandarts geen behandelplan en kostenbegroting gemaakt. Nu het ging om een ingrijpende behandeling had het maken van een behandelplan niet achterwege mogen blijven. Het had ook beter geweest als de tandarts niet direct met de behandeling was begonnen, maar klager de ruimte had gegeven om na te denken over het voorstel tot behandeling. Naar het oordeel van het college heeft de tandarts onvoldoende adequaat gereageerd op het loslaten van de long term provisional brug. Weliswaar kan een voorziening losraken, maar nadat de brug voor de tweede maal losliet, had van de tandarts verwacht mogen worden dat hij op zijn minst had gepoogd de brug met een sterker cement vast te zetten. Het staat vast dat de tandarts wel aan het verzoek van klager om het versturen van de röntgenfoto heeft voldaan. Niet komt vast te staan dat de tandarts ten onrechte kosten in rekening heeft gebracht. De klacht is deels gegrond, het college heeft oog voor de goede bedoelingen van de tandarts. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:219 Hof van Discipline 's Gravenhage 230108

    Klacht tegen deken. Het hof stelt voorop dat de raad een onjuiste maatstaf heeft gehanteerd. Maatstaf optreden advocaat in andere hoedanigheid. Klaagster heeft, verspreid over een periode van meerdere jaren, tot tweemaal toe de hulp ingeroepen van de deken omdat zij in conflict was geraakt met een advocatenkantoor. Klaagster voelde zich niet gehoord door de deken en niet serieus genomen door de reacties van de deken op haar vragen. Het hof stelt voorop dat van de juridische professional mag worden gevraagd dat hij inlevingsvermogen toont en uitreikt naar de rechtzoekende. Dat geldt zeker voor de deken. Dat het geen uitdrukkelijke wettelijke taak van de deken is om in die situatie te bemiddelen, doet daar niet aan af. De terughoudende opstelling van de deken maakt echter, gelet op de toepasselijke maatstaf, niet dat sprake is van een handelen of nalaten dat het vertrouwen in de advocatuur schaadt. Vernietiging beslissing raad voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen. Klachtonderdelen alsnog ongegrond.