Zoekresultaten 15161-15170 van de 42227 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2018:108 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2018-010b

      Ongegronde klacht tegen een radioloog. De radioloog heeft geen bemoeienis gehad met het verzoek van klager aan een laborante om met een rolstoel binnen het ziekenhuis te worden vervoerd. Voorts is hij geen afdelingshoofd van de polikliniek radiologie en de laboranten van de polikliniek zijn niet bij hem in dienst. Derhalve kan de radioloog niet verantwoordelijk worden gehouden voor het handelen van de laborante. Klacht afgewezen.  

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2018:86 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/102P

    Klacht van de inspectie tegen een psychiater/psychotherapeut. De inspectie verwijt verweerder - kort samengevat - dat hij seksueel grensoverschrijdend jegens patiënte heeft gehandeld gedurende de behandelrelatie. De klacht heeft tevens betrekking op de dossierplicht. Gegrond. Ontzegt aan verweerder het recht om wederom in het BIG-register te worden ingeschreven.

  • ECLI:NL:TADRARL:2018:154 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-369

    Klacht tegen verweerder in hoedanigheid van kwaliteitsmanager/klachtbehandelaar interne (kantoor)klacht kennelijk ongegrond. Klacht onvoldoende feitelijk onderbouwd.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2018:87 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/101

    Klacht van de inspectie tegen een psychiater/psychotherapeut. De inspectie verwijt verweerder - kort samengevat - dat hij seksueel grensoverschrijdend jegens patiënte heeft gehandeld gedurende de behandelrelatie. De klacht heeft tevens betrekking op de dossierplicht. Gegrond. Ontzegt aan verweerder het recht om wederom in het BIG-register te worden ingeschreven.

  • ECLI:NL:TADRARL:2018:155 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-258

    Klacht over wederpartij. Verweerder heeft naar het oordeel van de voorzitter de vrijheid die hem als partijdige belangenbehartiger toekomt, niet overschreden of geprobeerd om de rechtsgang te belemmeren of anderszins klagers onnodig geschaad. Geen sprake van onnodig grievende uitlatingen in correspondentie met klagers. Klachten kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2018:156 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-959

    Naar het oordeel van de raad geen sprake van een belangenconflict (Gedragsregel 7 (oud)) omdat verweerder niet is opgetreden tegen klaagster als (voormalige) cliënt. Klaagster is nimmer cliënt van verweerder geweest. Bovendien heeft verweerder als advocaat van de wederpartij van klaagster met toestemming van die twee vennootschappen opgetreden. Dat klaagster aandeelhouder was in een van de twee v in een van die vennootschappen was, maakt dit niet anders, zodat de raad dit klachtonderdeel ongegrond oordeelt. In het tweede klachtonderdeel wordt verweerder verweten dat hij als voorzitter van de buitengewone aandeelhoudersvergadering (BAVA) van een van bedoelde cliënten de oproepingsbrief aan klaagster als mede-aandeelhouder niet op juiste adressering heeft gecontroleerd, waardoor klaagster te laat op de hoogte was van de datum van de BAVA, waardoor zij ernstig in haar (aandeelhouders)belangen is geschaad.  Naar het oordeel van de raad is het optreden van verweerder als voorzitter tijdens de BAVA in de gegeven omstandigheden  zodanig verweven met de praktijkuitoefening van verweerder dat hij tuchtrechtelijk aansprakelijk kan worden gehouden voor zijn handelen en nalaten in het kader van zijn optreden als voorzitter van de buitengewone aandeelhoudersvergadering op 26 oktober 2016. De raad is uit de notulen niet gebleken of verweerder zich als voorzitter van de BAVA ervan heeft vergewist waarom klaagster als aandeelhouder zonder kennisgeving vooraf niet bij de BAVA aanwezig was. Verweerder heeft alleen de rechtsgeldigheid van de oproeping gecontroleerd, niet of de adressering van de oproepingsbrief aan klaagster juist was. Naar het oordeel van de raad heeft verweerder als voorzitter van de BAVA onvoldoende de belangen van alle aandeelhouders, waaronder klaagster, behartigd, terwijl hij wist dat cruciale beslissingen over het voortbestaan van de vennootschap geagendeerd stonden, hij al langer ermee bekend was dat de aandeelhouders ruzie hadden, elkaar wantrouwden en ‘elkaar de tent uitvochten’ en bovendien zelf de tekst van de oproepingsbrief had opgesteld, waarin om een reactie van oa klaagster was verzocht die was uitgebleven. Op grond hiervan had verweerder als voorzitter van de BAVA nader onderzoek moeten doen naar de reden van afwezigheid van klaagster bij de BAVA. Door dat niet te doen heeft hij als voorzitter van de BAVA het vertrouwen in de advocatuur geschaad, hetgeen hem tuchtrechtelijk kan worden verweten. In zoverre klacht gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2018:157 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-960

    Ongegrond verzet (tegen de voorzittersbeslissing waarin de klacht tegen de deken kennelijk ongegrond is geoordeeld).

  • ECLI:NL:TACAKN:2018:53 Accountantskamer Zwolle 17/1314 Wtra AK

      De klacht is ongegrond, nu klager onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat betrokkene op een comparitiezitting een valse en met opzet onjuiste verklaring heeft afgelegd en aldus tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld .

  • ECLI:NL:TADRARL:2018:158 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-859

    Ongegrond verzet. Niet gebleken van de schending van het hoor en wederhoorprincipe. Evenmin was de voorzitter gehouden om de door klager genoemde nadere stukken op te vragen en te beoordelen alvorens tot een beslissing te kunnen komen. 

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2018:84 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/076T

    Klager dient een klacht in tegen verweerder (kaakchirurg) wegens een onjuiste uitvoering van een totale extractie bij de plaatsing van een gebitsprothese. Klager verwijt de verweerder dat hij de situatie anders had moeten inschatten en dat hij niet de zorg heeft verleend die je mag verwachten van een kaakchirurg. Ongegrond.