Zoekresultaten 1191-1200 van de 42257 resultaten

  • ECLI:NL:TNORDHA:2023:17 Kamer voor het notariaat Den Haag 23-08

    In het testament is opgenomen dat de taak en het beheer van de executeur eindigen als bij de wet bepaald. Klagers achten het klachtwaardig dat de kandidaat-notaris een verdeling tot stand wil brengen. Al op 27 mei 2021 hebben de erfgenamen haar verzocht haar taak af te ronden en het beheer over te dragen aan de erfgenamen. Zonder toestemming van klagers heeft de kandidaat-notaris een conceptakte van verdeling opgesteld. De kandidaat-notaris heeft daarvoor een einddeclaratie van € 6.473,50 in rekening gebracht. Het saldo van de nalatenschap wil de kandidaat-notaris pas uitkeren aan de erfgenamen als zij de akte van verdeling waarin de einddeclaratie van de kandidaat-notaris is opgenomen, ondertekenen.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2023:18 Kamer voor het notariaat Den Haag 23-02

    Klager heeft een procedure gestart om duidelijkheid te krijgen over het toepasselijk recht op de vererving en afwikkeling van de nalatenschap van erflater. Dit is van belang omdat in het Engels recht geen sprake is van een legitieme portie.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2023:19 Kamer voor het notariaat Den Haag 23-22

    Klager is het niet eens met de beslissing van de voorzitter dat hij sinds januari 2018, toen hij het legaat had aanvaard, op de hoogte zou zijn geweest van het testament van 2016 en de gevolgen daarvan.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2023:20 Kamer voor het notariaat Den Haag 23-01

    Klagers verwijten de notaris dat het testament van 18 maart 2008 praktisch onuitvoerbaar is.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2023:16 Kamer voor het notariaat Den Haag 23-05

    Klager verwijt de notaris dat hij ten tijde van de aankoop van het perceel grond met gelijkluidende bepalingen (als de verkoop) niet is geïnformeerd over de risico’s van deze transacties, terwijl beide dossiers door hetzelfde notariskantoor en dezelfde medewerker werden behandeld.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:243 Raad van Discipline 's-Gravenhage 32-671/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:244 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-651/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de wederpartij in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:245 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-650/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de wederpartij in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:164 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2022/1711

    Het Centraal Tuchtcollege heeft een herzieningsverzoek van de huisarts toegewezen, omdat de door de huisarts meegebrachte getuige niet is gehoord. De zaak is verwezen naar het Regionaal Tuchtcollege voor nieuwe behandeling en het horen van de getuige. Ter zitting is gemachtigde van huisarts zonder getuige verschenen. Het Regionaal Tuchtcollege oordeelt dat een openbare zitting bij uitstek de gelegenheid is om getuigen te horen. Het had de huisarts duidelijk moeten zijn dat getuige zou worden gehoord. Dat de huisarts heeft afgezien van het (laten) horen getuige ter zitting komt voor haar rekening en risico. Het Regionaal Tuchtcollege handhaaft de oorspronkelijke beslissing van het Centraal Tuchtcollege van 15 januari 2021. De huisarts is in beroep gekomen tegen deze beslissing. In beroep is als eerst de vraag aan de orde of tegen de uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege, waarbij de beslissing van het Centraal Tuchtcollege is gehandhaafd beroep open staat. Dit is het geval. Het Centraal Tuchtcollege heeft de getuigen gehoord. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep. 

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:165 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2023/1808

    Klacht tegen een arts voor arbeid en gezondheid. Klager was in 2017 betrokken bij een auto‑ongeval waarbij zijn auto in botsing kwam met een andere auto. De bestuurder van de andere auto was verzekerd bij de maatschappij waar de arts als medisch adviseur in dienst is. De arts heeft driemaal een medisch advies uitgebracht over de klachten die klager sinds het ongeval ondervond. In juni 2022 heeft de arts schriftelijk laten weten het dossier over te dragen, omdat klager had laten weten geen vertrouwen in de arts te hebben. De bedoeling van de adviezen was het vaststellen van medische causaliteit tussen het ongeval en de klachten. Klager verwijt de arts dat zij bij de beoordeling van het door klager opgelopen letsel niet als arts handelt, maar als een tegenpartij. Uit de medische adviezen die zij heeft geschreven blijkt volgens klager dat zij niet onafhankelijk is en niet professioneel handelt. Haar adviezen stoelen niet op conclusies van behandelaren, maar op haar eigen ongefundeerde aannames. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen deze beslissing.