Zoekresultaten 37281-37290 van de 42209 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1784 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3590/10.220

    Aannemelijk is dat klager heeft nagelaten zijn advocaat te voorzien van de gevraagde/vereiste stukken. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1797 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3696/11.98

    Bij de beoordeling of een klacht over een advocaat tijdig is ingediend dienen van geval tot geval twee belangen te worden afgewogen, te weten: enerzijds het ten gunste van de klager wegende maatschappelijk belang dat het optreden van een advocaat door de tuchtrechter kan worden getoetst; anderzijds het belang dat een advocaat heeft bij toepassing van het beginsel van rechtszekerheid. Dit beginsel houdt onder meer in, kort samengevat, dat een advocaat zich niet na een als onredelijk te beschouwen lange tijd nog bij deken en tuchtrechter moet verantwoorden voor zijn optreden van destijds.   Door hier eerst drie jaar en vervolgens weer bijna vijf jaar mee te wachten, kan klager niet meer in zijn klacht worden ontvangen vanwege tijdsverloop, zelfs indien moet worden aangenomen dat de stafjurist van het bureau van de Orde van Advocaten niet steeds adequaat op zijn brieven heeft gereageerd. De adovcaat is door het verstrijken van inmiddels 8 jaar na indiening van de klacht tevens in een nadelige bewijspositie gebracht

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1822 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3466/10.96

    Tijdspanne tussen gevraagde en verstrekte informatie en uiteindelijk advies verweerder niet dermate lang dat vastgesteld kan worden dat verweerder niet voortvarend genoeg te werk is gegaan. Weergave van de klacht door de voorzitter strookt met de klacht zoals ingediend. Voor het overige geen gronden voor het verzet aangevoerd. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1803 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3710/11.111

    Hoewel de Advocatenwet geen algemene termijnen kent voor verval of verjaring van het klachtrecht, brengt het beginsel van rechtszekerheid met zich mee dat een advocaat ervan moet kunnen uitgaan dat een klacht over zijn verrichtingen binnen een redelijke termijn worden ingediend, waarbij welke termijn als redelijk moet worden beschouwd afhankelijk is van de omstandigheden van het geval.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1816 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3715/11.117

    Een advocaat heeft bij de behandeling van een zaak de leiding en dient vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid te bepalen met welke aanpak de belangen van zijn cliënt het beste zijn gediend. Daarbij komt de advocaat een grote mate van vrijheid toe om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt. In het algemeen kan een tuchtrechtelijke maatregel eerst geïndiceerd zijn indien en voor zover de advocaat bij de behandeling van de zaak kennelijk onjuist optreedt en adviseert en de belangen van de cliënt daardoor worden geschaad of kunnen worden geschaad.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1791 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3484/10.114

    Een advocaat dient steeds zijn cliënt te informeren over belangrijke zaken. Waar nodig ter voorkoming van geschil of misverstand, dienen informatie en afspraken schriftelijk te worden bevestigd. Dat nalaten is onzorgvuldig en de gevolgen daarvan komen voor risico van de advocaat. Klacht in zoverre gegrond. Klacht tevens gegrond ten aanzien van het onnodig instellen van verzet. De advocaat had zich ervan dienen te vergewissen dat de verzettermijn nog niet was verstreken maar heeft dat nagelaten.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1785 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3548/10.178

    Negatief cassatieadvies is zeer kort voor het verlopen van de cassatietermijn gegeven, doch mede doordat klagers geen reactie hebben gegeven op het verzoek van de advocaat om het dossier, desgewenst, door te geleiden voor een second opinion is niet gebleken dat het verkrijgen van een second opinion onmogelijk was.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1810 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 2871/07.86c

    Klacht dat de deken zich schuldig maakt aan recidive ten aanzien van het jegens klager schenden van de Wet Bescherming Persoonsgegevens. Zaak hangt samen met R.2871/07.86a. Klacht ongegrond

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1798 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3706/11.108

    Niet kan worden vastgesteld dat de advocaat heeft gehandeld zoals een behoorlijk advocaat niet betaamt.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1823 Raad van Discipline 's-Gravenhage R. 3555/10.185

    Klager is belanghebbende want rechtstreeks in zijn belang getroffen nu verweerder in een krantartikel, hoewel niet voor ieder herkenbaar, aan zijn kantoor heeft gerefereerd en zich over een door dat kantoor behandelde zaak negatief heeft uitgelaten. Niet is komen vast te staan dat verweerder met het bewuste artikel klager in diskrediet heeft willen brengen. Geen gronden voor het verzet aangevoerd. Verzet ongegrond.