Zoekresultaten 20761-20770 van de 42611 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:192 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160092

    Hof: De inhoud van het telefoongesprek van 3 maart 2015 tussen cliënt en klager kan bezwaarlijk anders worden gezien dan als een opzegging van de opdracht van cliënt aan klager. Dat betekent dat verweerder zich naar het oordeel van het hof terecht op het standpunt heeft gesteld dat – in elk geval tijdens het bezoek aan de P.I. op 5 maart 2015 – de opdracht van cliënt aan klager beëindigd was. Onder de in de beslissing benoemde omstandigheden stond het verweerder vrij om de cliënt in de P.I. te bezoeken. Volgt vernietiging van de beslissing van de raad en ongegrond verklaring van de klacht.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2016:63 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2015/381

      Klaagster heeft een klacht ingediend tegen haar (voormalig) psychiater en psychotherapeut (verweerder). Volgens klaagster heeft verweerder onder meer bij zijn praktijkvoering een e-mailadres gebruikt, dat ook toegankelijk was voor andere leden van zijn familie en is een vertrouwelijke e-mail zoekgeraakt. Verder heeft verweerder volgens klaagster geweigerd haar op haar verzoek haar dossier te laten inzien en is het bijgehouden dossier onleesbaar. De klacht betreft verder ook de bejegening. Verweerder heeft de klachten betwist. Deels gegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2016:198 Raad van Discipline Amsterdam 16-492/A/A

    Klacht advocaat wederpartij. Verweerder heeft – rekening houdend met zijn positie in het dossier – niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door, na een van zijn kantoorgenoot verkregen akkoord, een vertrouwelijke vaststellingsovereenkomst aan de Belastingdienst te verstrekken. Klacht ongegrond    

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2016:109 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-014

      Ongegronde klacht tegen een tandarts. Geven van een injectie is een voorbehouden handeling. De tandarts kan een assistente (niet zelfstandig bevoegd en zonder functionele zelfstandigheid) opdracht daartoe geven mits redelijkerwijs aan te nemen dat degene aan wie de opdracht wordt gegeven voldoende bekwaam is daarvoor, zo nodig aanwijzingen worden gegeven over de uitvoering en toezicht door en mogelijkheid van tussenkomst van de opdrachtgever voldoende verzekerd is. Aan deze voorwaarden is in casu voldaan.  

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:193 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160121

    Bij de behandeling van de klacht in hoger beroep heeft het hof vastgesteld dat beide partijen in communicatief opzicht jegens elkaar tekort zijn geschoten, wat beide partijen ook hebben erkend. Gelet hierop alsmede gelet op de overige omstandigheden, zoals het feit dat klager geen nadeel heeft ondervonden van het niet verschijnen van verweerder ter comparitie, is het hof van oordeel dat de klacht niet zodanig ernstig is dat deze als tuchtrechtelijk verwijtbaar is aan te merken. Volgt vernietiging van de beslissing van de raad en ongegrond verklaring van de klacht.

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:81 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 400.2016 1144.2015

    Verzet ongegrond. Betreft voornamelijk een civiele kwestie. Voor zover er discussie kan bestaan over de vraag of er een rechtsgrond uit de akte kan worden afgeleid, is het aan de civiele rechter om daarover te oordelen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2016:199 Raad van Discipline Amsterdam 16-501/A/NH 16-502/A/NH

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TNORARL:2015:87 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL/2014/159

      Het verwijt dat de notaris klaagster niet of niet tijdig heeft geïnformeerd over de afwikkeling van de nalatenschap treft doel. De notaris was als executeur gehouden klaagster, als erfgenaam, op haar verzoek op de hoogte te houden van de voortgang van de afhandeling van de nalatenschap. De notaris erkent dat hij niet of niet voortvarend genoeg heeft gereageerd op de e-mails en brieven van klaagster, waarin om inzicht in de afwikkeling werd verzocht. Daarmee is de notaris in gebreke gebleven met de zorgvuldigheid die van hem mocht worden verlangd.

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:194 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160176

    Nu verweerder zijn ingestelde beroep heeft ingetrokken en sprake is van een door de raad opgelegde onvoorwaardelijke schorsing in de uitoefening van de praktijk, dient het hof ingevolge art. 56 lid 5 Advocatenwet de aanvangsdatum van de schorsing te bepalen. Gelet op het feit dat verweerder zich heeft laten uitschrijven als advocaat, heeft het hof bepaald dat de schorsing aanvangt op het moment dat verweerder zich opnieuw op het tableau als advocaat laat inschrijven.

  • ECLI:NL:TGDKG:2016:82 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 390.2016 270.2015

    Verzet ongegrond. De Kamer heeft reeds eerder onherroepelijk beslist op de klacht van klaagster. Het ging om hetzelfde feitencomplex en dezelfde klacht. De voorzitter heeft klaagster terecht niet ontvankelijk verklaard.