ECLI:NL:TADRAMS:2016:199 Raad van Discipline Amsterdam 16-501/A/NH 16-502/A/NH

ECLI: ECLI:NL:TADRAMS:2016:199
Datum uitspraak: 10-10-2016
Datum publicatie: 01-11-2016
Zaaknummer(s):
  • 16-501/A/NH
  • 16-502/A/NH
Onderwerp: Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Hoger beroep niet mogelijk
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Ongegrond verzet.

Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort  Amsterdam

van 10 oktober 2016

in de zaken 16-501/A/NH en 16-502/A/NH

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline van 16 juni 2016 op de klacht van:

klagers

tegen:

verweerders

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief van 1 december 2015 hebben klagers bij de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland (hierna: “de deken”) een klacht ingediend over verweerders.

1.2 Bij brief aan de raad van 26 mei 2016 met kenmerk td/md/15-472, door de raad ontvangen op 27 mei 2016, heeft de deken de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.3 Bij beslissing van 16 juni 2016 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 16 juni 2016 is verzonden aan klagers.

1.4 Bij brief van 20 juni 2016, door de raad ontvangen op 23 juni 2016, hebben klagers verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.5 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 29 augustus 2016 in aanwezigheid van klagers en verweerders.

1.6 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede van het verzetschrift van klagers van 20 juni 2016.

2 FEITEN EN KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Tegen die weergave komen klagers in verzet niet op.

3 VERZET

De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in:

3.1 de voorzitter is onvoldoende ingegaan op het verschil tussen het in de beschikking van 17 juli 2015 vastgestelde bedrag van € 38.947,43 en de door verweerder sub 1 op 26 maart 2015 gegeven verantwoording waarin een bedrag van € 27.045,11 is genoemd;

3.2 door toedoen van verweerders hebben er twee verificatievergaderingen plaatsgevonden;

3.3 verweerder sub 2 heeft klagers gedwongen de belastingaangiftes over 2012 en 2013 aan te passen, waardoor klagers zich nu geconfronteerd zien met een terugvordering.

4 BEOORDELING

4.1 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij de beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.2 Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

- verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door mr. J. Blokland, voorzitter, mrs. R. Lonterman en E.M.J. van Nieuwenhuizen, leden, bijgestaan door mr. S. van Excel als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 10 oktober 2016.

Griffier Voorzitter

mededelingen van de griffier ter informatie:

Deze beslissing is in afschrift op 10 oktober 2016

verzonden aan:

- klagers

- verweerders

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Noord-Holland.

Op grond van artikel 46h lid 7 Advocatenwet kan van deze beslissing geen hoger beroep worden ingesteld.