ECLI:NL:TNORARL:2015:87 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL/2014/159

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2015:87
Datum uitspraak: 24-03-2015
Datum publicatie: 01-11-2016
Zaaknummer(s): AL/2014/159
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht gegrond met waarschuwing
Inhoudsindicatie:   Het verwijt dat de notaris klaagster niet of niet tijdig heeft geïnformeerd over de afwikkeling van de nalatenschap treft doel. De notaris was als executeur gehouden klaagster, als erfgenaam, op haar verzoek op de hoogte te houden van de voortgang van de afhandeling van de nalatenschap. De notaris erkent dat hij niet of niet voortvarend genoeg heeft gereageerd op de e-mails en brieven van klaagster, waarin om inzicht in de afwikkeling werd verzocht. Daarmee is de notaris in gebreke gebleven met de zorgvuldigheid die van hem mocht worden verlangd.

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN

Kenmerk: AL/2014/159

Beslissing van de kamer voor het notariaat op de klacht van

[…],

wonende te […],

klaagster,

tegen

mr. […],

notaris te […].

Partijen worden verder klaagster en de notaris genoemd.

1. Het verloop van de procedure

1.1 Voor het verloop van de procedure tot deze beslissing wordt verwezen naar hetgeen is overwogen in de - tussen partijen gewezen - beslissing van deze kamer van 10 december 2014 (kenmerk AL/2014/63) onder “1. De procedure”.

1.2 In de laatstgenoemde beslissing heeft de kamer het verzet van klaagster tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de kamer van 23 september 2014 gegrond verklaard.

1.3 De kamer heeft de klacht mondeling behandeld op 13 februari 2015. Klaagster en de notaris zijn ter zitting verschenen. Zij hebben hun standpunten toegelicht, mede aan de hand van overgelegde pleitaantekeningen.

2. De feiten

2.1 De kamer gaat uit van de volgende feiten.

2.2 Op 1 mei 2013 is de moeder van klaagster overleden. Zij heeft bij testament, verleden ten overstaan van de notaris, over haar nalatenschap beschikt. Klaagster en zeven andere (stief)kinderen zijn benoemd tot erfgenaam.

2.3 In het testament is de notaris benoemd tot executeur. Hij is als zodanig belast met de afwikkeling van de nalatenschap.

3. De klacht

Klaagster stelt - samengevat - het volgende. De notaris geeft geen informatie over de stand van zaken wat betreft de afwikkeling van de nalatenschap, ondanks dat ontelbare malen aan hem per e-mail en aangetekend schrijven is verzocht daarover inzicht te

verschaffen. Als de notaris al reageert, doet hij zijn toezeggingen vervolgens niet gestand. De situatie is thans zo dat de notaris nergens meer op reageert. Zijn laatste bericht is van

25 april 2014. Hij meldde toen dat hij automatiseringsproblemen had en zegde toe dat hij op 28 april 2014 ons nader zou informeren. Dat heeft hij niet gedaan. Ook op mijn laatste brief van 13 mei 2014 is geen antwoord gekomen. Verder duurt de afwikkeling van de nalatenschap door de notaris veel te lang. Er is meer dan een jaar verstreken sinds het overlijden van moeder en er is totaal geen zicht op afronding van de afwikkeling.

4. Het verweer

De notaris voert het volgende aan. Er is inmiddels een vruchtbare bespreking geweest met drie van de erfgenamen, waarbij duidelijke afspraken zijn gemaakt. Klaagster heeft vanaf het moment dat zij bekend werd met het door mij gepasseerde testament van haar moeder mij dwarsgezeten. Aanvankelijk door het instellen van een procedure om mij als executeur af te laten zetten en vervolgens door het indienen van een klacht bij de kamer voor het notariaat, waarin werd gesteld dat het testament ongeldig tot stand was gekomen. Juist door deze procedures heb ik de afwikkeling niet op haar snelst uitgevoerd, opdat er niet allerlei handelingen plaats zouden vinden die later weer teniet dienden te worden gedaan. Dit is ook gebeurd om de kosten van de afwikkeling niet onnodig te laten oplopen. Nadat de nalatenschap was opengevallen heb ik het noodzakelijke gedaan, maar voor de verdere afhandeling had ik graag meer eenheid tussen de erfgenamen gehad. Met klaagster, die ook andere erfgenamen vertegenwoordigt, is het moeilijk afspraken te maken. Ik wil nog wel aangeven dat ik voortvarender en vollediger op de brieven en e-mails van klaagster had behoren te reageren. Bij de afwikkeling van de nalatenschap spelen thans nog voornamelijk twee zaken, namelijk de betaling van een bedrag aan rente door één van de twee zonen en de ontvangst van een aanslag inkomstenbelasting. Als deze zaken zijn geregeld, kan de eindafrekening worden opgemaakt.

5. De beoordeling

5.1 Ingevolge artikel 93, eerste lid, van de Wet op het notarisambt zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij als notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris niet betaamt.

De kamer zal de klacht aan de hand van deze maatstaf beoordelen en overweegt als volgt.

5.2 Het eerste onderdeel van de klacht betreft het verwijt dat de notaris klaagster niet of niet tijdig heeft geïnformeerd over de afwikkeling van de nalatenschap. Dit verwijt treft doel. De notaris was als executeur gehouden klaagster, als erfgenaam, op haar verzoek op de hoogte te houden van de voortgang van de afhandeling van de nalatenschap. De notaris erkent dat hij niet of niet voortvarend genoeg heeft gereageerd op de e-mails en brieven van klaagster, waarin om inzicht in de afwikkeling werd verzocht. Daarmee is de notaris in gebreke gebleven met de zorgvuldigheid die van hem mocht worden verlangd. In haar algemeenheid mag overigens van een notaris worden verwacht dat hij (tijdig) reageert op aan hem gerichte correspondentie. De klacht is in zoverre gegrond. De kamer acht het passend dat de notaris hiervoor de maatregel van waarschuwing wordt opgelegd.       

5.3 In het tweede klachtonderdeel verwijt klaagster de notaris onvoldoende voortvarendheid te hebben betracht bij de afwikkeling van de nalatenschap. De notaris betwist dit gemotiveerd.

De kamer stelt vast dat klaagster, na het aantreden van de notaris als executeur, een procedure is gestart tot diens afzetting. Ook heeft klaagster met zes andere erfgenamen een klacht ingediend bij de kamer tegen de notaris. Voorstelbaar is dat de notaris, zoals hij ook heeft aangevoerd, in afwachting van de beslissing op het verzoek tot afzetting respectievelijk op de klacht, terughoudend is geweest met zijn werkzaamheden, onder meer om onnodige kosten te voorkomen. De notaris heeft verder betoogd dat er onenigheid is tussen de erfgenamen. Klaagster heeft dit niet ontkend. Zo’n verdeeldheid is in haar algemeenheid niet bevorderlijk voor een vlotte afhandeling. Voorts heeft klaagster naar het oordeel van de kamer onvoldoende feiten of omstandigheden gesteld op grond waarvan moet worden geoordeeld dat de notaris het verwijt kan worden gemaakt niet voortvarend te hebben gehandeld bij de afhandeling. Een en ander brengt mee dat niet is komen vast te staan dat de notaris is tekortgeschoten in zijn taak de nalatenschap tijdig af te wikkelen. De klacht is in zoverre ongegrond.

5.4 Gelet op het voorgaande wordt als volgt beslist.

5. De beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden

verklaart de klacht tegen de notaris gegrond, zoals hiervoor onder 5.2 is overwogen en legt de notaris daarvoor de maatregel van waarschuwing op,

verklaart de klacht voor het overige ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mr. Deze beslissing is gegeven door mr. L.A. van Son, voorzitter, mrs. M.E. van Rossum, E.J. Oostrik, A.W. Drijver en F.M.J. Mulder, leden, en in tegenwoordigheid van mr. J.G.W. Oor, secretaris, uitgesproken in het openbaar

op 24 maart 2015.

de secretaris                                                                                                  de voorzitter