Zoekresultaten 12701-12710 van de 42611 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:202 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.426

    Klacht tegen huisarts. Klager is meermalen gezien door de huisarts en een collega in verband met verschillende klachten. Op enig moment heeft een (andere) collega van de huisarts op verzoek van klager een PSA-meting laten doen. Na onderzoek is gebleken dat sprake is van een vergevorderd prostaatcarcinoom met botmetastasen. Klager verwijt de huisarts 1) dat zij de langere tijd bestaande klachten (waaronder spierpijn en spierstijfheid) niet serieus heeft genomen terwijl dergelijke klachten indicaties zijn voor prostaatkanker, 2) dat zij heeft nagelaten in het kader van de vroeg opsporing een PSA-meting te laten doen, en 3) dat zij niet heeft samengewerkt met collega’s. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klachten van klager ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege sluit zich aan bij het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege en verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:149 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/490

    Klaagster heeft een klacht ingediend tegen een tandarts, die facings bij haar heeft geplaatst. Klaagster verwijt de tandarts dat de facings definitief geplaatst zijn zonder dat zij het beoogde resultaat in haar mond vooraf kon beoordeling, het ontwerp van de facings niet overeenkomstig haar verwachting is (de facings zijn te lang, te groot en te wit) en het plaatsen van de facings niet goed is gegaan. Verweerder voert verweer.  Naar het oordeel van het college is klaagster - weliswaar niet door verweerder zelf, maar door een ander - voldoende geïnformeerd over de wijze van plaatsen van de facings (door o.a. een uitgebreid intakegesprek). Ook ten aanzien van het verwijt van klaagster dat verweerder te lange, te brede en te witte facings ('Hollywoodstyle') heeft geplaatst kan naar het oordeel van het college verweerder geen verwijt worden gemaakt, nu klaagster daarvoor zelf uitdrukkelijk heeft gekozen, ook nadat deze facings haar afgeraden waren. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:150 Raad van Discipline Amsterdam 18-872/A/A/H

    Herzieningsverzoek afgewezen

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:190 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.163

    Klacht tegen kinderarts. Verweerster is kinderhemato-oncoloog en sectiehoofd van de verpleegafdeling van het ziekenhuis waar de zoon van klager was opgenomen. Klager verwijt de kinderarts dat zij als eindverantwoordelijke verzuimd heeft controle uit te oefenen op het naleven van protocollen en op de goede invulling van het hoofdbehandelaarschap. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen, nu verweerster als sectiehoofd geen verantwoordelijkheid droeg voor het handelen van de behandelend artsen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:143 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/544

    Klager verwijt verweerder dat hij zonder diagnose en indicatie een diagnostische flap heeft uitgevoerd. De klacht is afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:197 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.110

    staakt de behandeling van de klacht

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:203 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.427

    Klacht tegen huisarts. Klager is meermalen gezien door de huisarts en een collega in verband met verschillende klachten. Op enig moment heeft een (andere) collega van de huisarts op verzoek van klager een PSA-meting laten doen. Na onderzoek is gebleken dat sprake is van een vergevorderd prostaatcarcinoom met botmetastasen. Klager verwijt de huisarts 1) dat zij de langere tijd bestaande klachten (waaronder spierpijn en spierstijfheid) niet serieus heeft genomen terwijl dergelijke klachten indicaties zijn voor prostaatkanker, 2) dat zij heeft nagelaten in het kader van de vroeg opsporing een PSA-meting te laten doen, en 3) dat zij niet heeft samengewerkt met collega’s. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klachten van klager ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege sluit zich aan bij het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege en verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:151 Raad van Discipline Amsterdam 19-183/A/A

    Verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:191 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.446

    Klaagster is na een zwangerschap volledig arbeidsongeschikt geraakt. De aangeklaagde psychiater, heeft op verzoek van het UWV een psychiatrische expertise uitgevoerd in het kader van de beoordeling van de arbeids(on-)geschiktheid van klaagster. Klaagster verwijt de psychiater dat hij: 1. aan klaagster een onredelijke termijn heeft gegeven ter uitoefening van het inzage- en correctierecht omtrent het over haar opgestelde concept psychiatrische expertiserapport; 2. zijn psychiatrische rapportage op onzorgvuldige en ondeskundige wijze heeft opgesteld, onder meer door hierbij ten onrechte geen medische informatie van de behandelend arts(en) van klaagster te betrekken. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht in beide onderdelen gegrond en legt de psychiater de maatregel van berisping op. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing uitsluitend wat betreft de opgelegde maatregel, verklaart beide klachtonderdelen gegrond, legt de psychiater de maatregel van waarschuwing op en gelast de publicatie. 

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:185 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.024

    Klacht tegen verpleegkundige. De klacht heeft betrekking op de aan de overleden moeder van klaagster verleende zorg. De verpleegkundige is directeur van een door haar en haar echtgenoot gedreven verzorgingstehuis. Het verzorgingstehuis bood inwoning en verzorging aan de moeder van klaagster, die onder meer leed aan de ziekte van Alzheimer. Klaagster verwijt de verpleegkundige onder meer dat zij haar moeder de juiste verzorging en aandacht heeft onthouden, dat zij ongevraagd de regie heeft overgenomen in de zorg en dat zij het initiatief heeft genomen behandeling met Haldol te starten. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege overweegt dat geen sprake is van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen in de zin van de eerste en tweede tuchtnorm en verwerpt het beroep van klaagster.