Zoekresultaten 921-930 van de 2789 resultaten

  • ECLI:NL:TNORARL:2018:13 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/333499 KL RK 18-24

      Betreft een voorzittersbeslissing. De notaris verzoekt de voorzitter om de kandidaat-notaris op grond van artikel 29 lid 2 Wna te benoemen tot vaste waarnemer. Op grond van analoge toepassing van artikel 26 onder c Wna is de voorzitter van oordeel dat de kandidaat-notaris, nu hij bij een nog niet onherroepelijk geworden uitspraak is veroordeeld voor een misdrijf, hangende zijn hoger beroep niet mag optreden als waarnemer. De voorzitter wijst het verzoek van de notaris af.

  • ECLI:NL:TNORARL:2018:12 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/324194 / KL RK 17-104 C/05/324196 / KL RK 17-105

      Vaststaat dat partijen in de akte hebben verklaard dat er door verjaring een erfdienstbaarheid, inhoudende een recht van weg, was ontstaan. Er dient vanuit te worden gegaan dat hetgeen in de akte is opgenomen ook zo is besproken met partijen. Dit betekent dat de kandidaat-notaris op basis van hetgeen door de buren is verteld, heeft aangenomen dat een erfdienstbaarheid was ontstaan, waarna zij als oplossing een persoonlijk recht van weg heeft geadviseerd. Hoewel het mogelijk is dat door verjaring een erfdienstbaarheid is ontstaan, kon dit naar het oordeel van de kamer niet worden geconstateerd op basis van enkel de in het gesprek aan de orde gekomen gegevens. In zoverre heeft de kandidaat-notaris klagers onjuist geïnformeerd.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2018:9 Kamer voor het notariaat Den Haag 17-58

      De klacht bestaat uit de volgende onderdelen: 1. overtreding van artikel 11 van de Wet op het notarisambt hierna te noemen Wna. Op 4 november 2016 werd een aantal notarissen per e-mail benaderd met een aanbod van [C]. Deze mail was mede ondertekend door de notaris.  Door gebruik van het briefpapier en het vermelden van een dossiernummer kan worden verondersteld dat de notaris in zijn hoedanigheid van notaris betrokken was. De notaris heeft ook diverse e-mailberichten gestuurd uit naam van zijn notariskantoor. De notaris heeft verder zijn werkzaamheden voor [C] niet gemeld als nevenactiviteit, hetgeen in strijd met de wet is; 2. overtreding van artikel 17 Wna. De notaris promoot, blijkens ondertekening van de e-mail van 4 november 2016 als “[naam], notaris”, [C] bij zijn vakgenoten en geeft in dezelfde mail aan dat er sprake is van een initiatief van notarispraktijk [V]. De aanmatigende toonzetting en de onzorgvuldigheid die uit zijn correspondentie blijkt zijn in strijd met de wet. Er is geen scheiding tussen notarispraktijk [V] en [C], waarmee de onafhankelijkheid van de notaris in het geding is; 3. overtreding van artikel 23 Wna. Nadat klager op 14 februari 2017 bij kort geding vonnis van de rechtbank Amsterdam een executoriale titel heeft verkregen bleek dat [C] geen verhaal kon bieden (er stond een bedrag van € 140,05 op de bankrekening); 4. overtreding van artikel 93 Wna. [C] en de notaris als verantwoordelijk bestuurder zijn niet op de kort geding zitting verschenen.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2017:28 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2017/75

      Klager verwijt de notaris dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld door hem niet te informeren met betrekking tot de doorhaling van de hypotheek alsmede dat de brief van 7 april 2017 die volgens klager onjuist en onvolledig is. De kamer is van oordeel dat de notaris niet verplicht was klager te informeren, omdat klager geen zakelijk-gerechtigde was. Wel meent de kamer dat de notaris communicatief beter had kunnen handelen door klager bijvoorbeeld te verwijzen naar het Kadaster. Op grond van het voorgaande stelt de kamer vast dat de communicatie van de notaris met klager beter had gekund en dat zowel de notaris als klager daarbij een rol hebben gespeeld. Dit brengt de kamer tot het oordeel dat geen sprake is van klachtwaardig handelen van de notaris.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2018:7 Kamer voor het notariaat Den Haag 17-43

      Klaagster lijdt schade door de hele gang van zaken. Indien zij tijdig was gewaarschuwd door de notaris, was zij niet akkoord gegaan met de constructie en woonde zij nog in haar oude woning met € 125.000,- op haar bankrekening.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2018:8 Kamer voor het notariaat Den Haag 17-75

    De klacht houdt in dat de notaris zich niet heeft gedragen zoals van haar in de gegeven omstandigheden en gelet op haar positie in het maatschappelijk verkeer mag worden verwacht. Door het niet toepassen van hoor- en wederhoor alsmede schending van de geheimhoudingsplicht heeft de notaris afbreuk gedaan aan de eer en aanzien van het ambt. Daarbij is tevens sprake van smaad.  

  • ECLI:NL:TNORARL:2018:10 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/327808 KL RK 17-158

    Toen klager zijn hypothecaire geldlening had afgelost en daarom de hypothecaire inschrijving in het Kadaster wilde laten royeren, bleek dat de notaris de ten overstaan van hem gepasseerde hypotheekakte nimmer had ingeschreven in het Kadaster. Daarom verzoekt klager de kamer om de notaris op te dragen het volledige tarief aan klager te restitueren en de notaris een passende maatregel op te leggen.   Omdat vaststaat dat de hypotheekakte niet is ingeschreven in de openbare registers van het Kadaster, verklaart de kamer de klacht gegrond.  De kamer legt de notaris, gelet op de omstandigheden van het geval, geen tuchtmaatregel op.

  • ECLI:NL:TNORARL:2018:9 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/322953 / KL RK 17-87 en C/05/322954 / KL RK 17-88

    Klager verwijt de notarissen dat zij hun plicht als executeur verwaarloosd hebben. De te verwachten zorg en aandacht is onder de maat gebleven en in het algemeen is sprake van onbehoorlijke uitoefening van de werkzaamheden en onbehoorlijk beheer van de nalatenschap, resulterend in een veel te hoge rekening.   De kamer komt tot het oordeel dat de communicatie in 2017 over de definitieve afwikkeling van de nalatenschap beter had gemoeten. Dit klachtonderdeel wordt gegrond verklaard. Gelet op de geringe ernst van het feit wordt er geen maatregel opgelegd. Daarnaast oordeelt de kamer dat de afgegeven kostenindicatie niet correct is geweest. Ook dit klachtonderdeel wordt gegrond verklaard zonder oplegging van een maatregel.   De overige klachtonderdelen worden ongegrond verklaard, dan wel klager wordt niet-ontvankelijk verklaard in het betreffende klachtonderdeel.  

  • ECLI:NL:TNORARL:2018:11 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/329971 KL RK 17-200

    Op basis van de omstandigheden van het geval was er voor de notaris voldoende aanleiding om het Stappenplan te volgen. De kamer komt tot het oordeel dat dat onvoldoende is komen vast te staan dat de notaris de wilsbekwaamheid van de testateur ten tijde van het passeren van het (levens)testament of kort daaraan voorafgaand op een zorgvuldige wijze heeft beoordeeld. Evenmin is komen vast te staan dat de notaris voldoende heeft gewaarborgd dat de testateur zijn wil op onafhankelijke wijze heeft kunnen overbrengen aan de notaris. Hierdoor is onvoldoende gebleken dat de notaris heeft gehandeld als dat van een redelijk handelende en redelijk bekwame notaris verwacht had mogen worden. De kamer acht de klacht daarom gegrond en legt de notaris de tuchtmaatregel op van schorsing in het ambt van notaris voor de duur van twee weken.  

  • ECLI:NL:TNORDHA:2018:6 Kamer voor het notariaat Den Haag 17-66

      Klager verwijt de notaris het volgende: 1. de notaris heeft klager niet gekend in de uitgebrachte dagvaarding en het vonnis van 22 maart 2017. Ook heeft er geen hoor-en wederhoor plaatsgevonden inzake deze dagvaarding. De notaris heeft klager niet geïnformeerd als belanghebbende en beslaglegger. Klager is door de notaris niet in de gelegenheid gesteld te reageren; 2. de notaris heeft geen verweer gevoerd tegen de vordering van [X]. De notaris was verplicht om klager op de hoogte te stellen van de dagvaarding, omdat klager een procedure heeft lopen bij de Rechtbank Limburg en bij de Rechtbank in Tongeren tegen de ongewilde executie; 3. de notaris heeft niet de zorgvuldigheid betracht die van een notaris mag worden verwacht. De notaris heeft in zijn handelen gefaald en de belangen van klager uit het oog verloren; 4. klager is niet gekend in de akte houdende verklaring van betaling inzake het Object die door de notaris is opgesteld; 5. er was al zoveel tijd verstreken tussen de executie op 11 oktober 2011 en 2 augustus 2016, toen de notaris door [X]werd gedagvaard, dat de belangen die er speelden hadden moeten leiden om tegen de leveringshandeling in verweer te komen waardoor de vordering van [X] niet zou worden toegewezen. Dat heeft de notaris nagelaten.