ECLI:NL:TNORARL:2018:11 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/329971 KL RK 17-200

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2018:11
Datum uitspraak: 19-03-2018
Datum publicatie: 23-04-2018
Zaaknummer(s): C/05/329971 KL RK 17-200
Onderwerp: Personen- en Familierecht
Beslissingen: Klacht gegrond met schorsing als notaris
Inhoudsindicatie: Op basis van de omstandigheden van het geval was er voor de notaris voldoende aanleiding om het Stappenplan te volgen. De kamer komt tot het oordeel dat dat onvoldoende is komen vast te staan dat de notaris de wilsbekwaamheid van de testateur ten tijde van het passeren van het (levens)testament of kort daaraan voorafgaand op een zorgvuldige wijze heeft beoordeeld. Evenmin is komen vast te staan dat de notaris voldoende heeft gewaarborgd dat de testateur zijn wil op onafhankelijke wijze heeft kunnen overbrengen aan de notaris. Hierdoor is onvoldoende gebleken dat de notaris heeft gehandeld als dat van een redelijk handelende en redelijk bekwame notaris verwacht had mogen worden. De kamer acht de klacht daarom gegrond en legt de notaris de tuchtmaatregel op van schorsing in het ambt van notaris voor de duur van twee weken.  

 

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN


Kenmerk: C/05/329971 / KL RK 17-200

beslissing van de kamer voor het notariaat

op de klacht van

1. [ naam klager sub 1 ] ,

wonende te [ woonplaats klager sub 1 ]

2. [ naam klager sub 2 ] ,

wonende te [ woonplaats klager sub 2 ]

3. [ naam klager sub 3 ] ,

wonende te [ woonplaats klager sub 3 ]

hierna gezamenlijk te noemen: klagers

tegen

[ naam notaris ],

notaris te [ vestigingsplaats notaris ]

gemachtigde: mr. drs. G.C.M. Schipper

hierna te noemen: de notaris.

1. Het verloop van de procedure

1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit:

-        de klacht van 9 november 2017;

-        de beslissing van het gerechtshof te Amsterdam van 21 november 2017, waarin de kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden wordt belast met de behandeling van de klacht;

-        het verweer, met producties, van de notaris van 15 januari 2018;

-        de e-mails met aanvullende stukken van klagers van 30 januari 2018;

-        de e-mail met aanvullende stukken van klagers van 2 februari 2018;

-        het bezwaar van de notaris van 7 februari 2018 ten aanzien van de aanvullende stukken van 2 februari 2018.

1.2 De klachtzaak is ter zitting van 9 februari 2018 behandeld, waarbij zijn verschenen klagers enerzijds en de notaris en zijn gemachtigde anderzijds. Zowel klagers als de gemachtigde van de notaris hebben een pleitnota overgelegd.

2. De feiten

2.1 De heer [ naam testateur ] (hierna: [ X ] ) komt uit een gezin van zeven kinderen, waaronder klaagster sub 3 en mevrouw [ naam van de zus ] (hierna: de zus). Klagers sub 1 en 2 zijn de kinderen van klaagster sub 3 en dus neven van [ X ]. De zus heeft een zoon, de heer [ naam van de neef ] (hierna: de neef). [ X ] is niet gehuwd en heeft geen kinderen.

2.2 Eind maart 2016 heeft de neef de notaris benaderd en aangegeven dat [ X ] een testament wilde opstellen. Omdat [ X ] zelf moeizaam in staat was naar het kantoor van de notaris te komen, is de notaris bij [ X ] thuis geweest voor een bespreking op vrijdag 1 april 2016. De notaris had bij die afspraak een concept-minuutakte van het testament bij zich. Tijdens die bespreking bleek dat de wensen van [ X ] afweken van hetgeen in de concept-minuutakte stond vermeld. De notaris heeft de gewenste wijzigingen genoteerd. Daarnaast zijn de mogelijkheden van een levenstestament besproken.

2.3 Naar aanleiding van de bespreking op vrijdag 1 april 2016 heeft de notaris het testament aangepast en tevens een levenstestament voor [ X ] opgesteld. Na een tweede bespreking op maandag 4 april 2016 zijn het testament en het levenstestament door [ X ] dezelfde dag ondertekend ten overstaan van de notaris.

2.4 [ X ] heeft de factuur voor de diensten van de notaris contant betaald.

2.5 Op 3 mei 2017 is de notaris samen met zijn kandidaat-notaris bij [ X ] geweest om de inhoud van het (levens)testament nogmaals met [ X ] te bespreken.

3. De klacht en het verweer

3.1 Klagers verwijten de notaris dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld bij de totstandkoming van het (levens)testament van [ X ]. De notaris heeft de indicatoren zoals benoemd in het Stappenplan Beoordeling Wilsbekwaamheid ten behoeve van notariële dienstverlening (hierna: het Stappenplan), opgesteld door de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie, niet gesignaleerd en daardoor geen passende maatregelen genomen. Klagers hebben de indicatoren als volgt toegelicht:

Indicator 1: Het initiatief voor het verzoek tot dienstverlening komt van een ander dan de cliënt.

De neef, en niet [ X ] zelf, heeft de notaris benaderd. [ X ] heeft geen schriftelijke overeenkomst met de notaris gesloten door het accepteren van een opdrachtbevestiging of een offerte. Er is immers nooit een opdrachtbevestiging of offerte opgemaakt waarin de afspraken zijn gemeld. Er was geen sprake van spoed waardoor de notaris niet met de uitvoering hoefde te beginnen zonder getekende opdrachtverstrekking. [ X ] moest € 750,- contant afrekenen zonder dat hij een schriftelijke overeenkomst met de notaris had gesloten.

Indicator 2: Er bestaan twijfels over de weloverwogenheid van een gedaan verzoek.

[ X ] was er niet van op de hoogte dat de notaris op vrijdag 1 april 2016 zou komen. Het is vreemd dat iemand die uit vrije wil een (levens)testament wil laten opstellen, zelf niet op de hoogte is dat de notaris langskomt.

Indicator 3: De instructies voor de inhoud van de akte zijn door anderen dan de cliënt vastgelegd.

De notaris is op 1 april 2016 rond 12.00 uur niet lang bij [ X ] geweest. De notaris heeft [ X ] in die periode niet alleen onder vier ogen gesproken. De zus en de neef zijn bij alle gesprekken aanwezig geweest. Daarnaast had de notaris al ‘papieren’, waarschijnlijk de concept-akte, bij zich zonder dat hij [ X ] had gesproken. De papieren zijn door de notaris achtergelaten, maar door de zus meteen meegenomen, zodat [ X ] niet de mogelijkheid had om de inhoud van het (levens)testament tot zich te nemen. De notaris kan in het uur dat hij bij [ X ] was nooit vastgesteld hebben dat [ X ] wilsbekwaam was en dat hij kennis heeft genomen van de inhoud van de stukken.

Bij de notaris had gerede twijfel over beïnvloeding door derden moeten ontstaan, ten eerste omdat de neef de notaris heeft benaderd voor het opstellen van het (levens)testament en niet [ X ] zelf. Ten tweede wordt de neef in het levenstestament benoemd als gevolmachtigde. Ten derde omdat deze volmachten, zonder duidelijke reden, per direct zijn ingegaan en niet na afgifte van een verklaring van wilsonbekwaamheid, wat logischer zou zijn. Het feit dat kort na ondertekening van het (levens)testament door de gevolmachtigde, zonder overleg met de zus, een verzoek tot levensbeëindiging is ingediend, is voor klagers ook een signaal dat het levenstestament onder invloed van derden tot stand is gekomen.

Indicator 4: Indien de tijdspanne tussen het verzoek tot het opmaken van het levenstestament en het verlijden daarvan zeer kort is zonder medische noodzaak.

De notaris is op vrijdag 1 april 2016 rond 12.00 uur bij [ X ] geweest. Op maandag 4 april 2016 rond 12.00 uur is de notaris opnieuw bij [ X ] geweest voor het ondertekenen van het levenstestament en het testament. Er was geen sprake van medische spoed. Er moet een bijzondere, en voor klagers onbekende, reden zijn geweest om het bezoek op vrijdag

1 april 2016 te plannen en vervolgens op de eerstvolgende werkdag maandag

4 april 2016 terug te komen voor ondertekening.

3.1.1 Ondanks de aanwezigheid van de opgesomde indicatoren heeft de notaris nagelaten om de wilsbekwaamheid van [ X ] nader te onderzoeken. De notaris is tekortgeschoten in zijn zorg- en ambtsverplichting om het nodige te doen om te voorkomen dat hij akten passeert op basis van verklaringen die zijn afgelegd door personen die niet in staat waren om in vrijheid hun wil te vormen en te uiten. Hierdoor heeft de notaris niet gehandeld zoals van een redelijk handelend en redelijk bekwame notaris mag worden verwacht. De notaris had een deskundige moeten inschakelen om de wilsbekwaamheid van [ X ] te beoordelen.

Klagers willen dat het (levens)testament dat door de notaris is gepasseerd nietig wordt verklaard.

3.2 Op het verweer van de notaris zal de kamer hierna, voor zover het verweer van belang is voor de beoordeling van de klacht, nader ingaan.

4. De beoordeling

Ontvankelijkheid

4.1 De notaris stelt in zijn verweerschrift dat klagers niet, althans niet ten volle, kunnen worden ontvangen in hun klachten. Omdat [ X ] niet is overleden, is er (nog) geen sprake van enig redelijk belang als bedoeld in artikel 99 lid 1 Wet op het notarisambt (hierna: Wna). Eerst bij overlijden van [ X ] kan klaagster sub 3 voor wat betreft het testament als belanghebbende worden aangemerkt. Voor klagers sub 1 en 2 geldt dit niet, omdat hun moeder, klaagster sub 3, nog in leven is. Klagers sub 1 en 2 kunnen ook om die reden niet ontvangen worden in hun klacht.

4.1.1 Een en ander geldt ook voor het levenstestament. De notaris kan met het oog op zijn beroepsgeheim niet verklaren over de inhoud van het levenstestament, doch in zijn algemeenheid kan worden gesteld dat een levenstestament vrijwel altijd twee volmachten zal bevatten: een voor vermogensrechtelijke zaken en een voor medisch-persoonlijke kwesties. In hun klaagschrift stellen klagers dat de neef in het levenstestament in beide gevallen tot gevolmachtigde van [ X ] is benoemd. Zonder de juistheid daarvan te kunnen bevestigen of ontkennen, stelt de notaris dat moeilijk valt in te zien welk belang klagers hebben zich tegen die benoeming en tegen het levenstestament te verzetten, temeer nu een levenstestament als zodanig geen rechtsgevolgen met zich kan brengen voor wat betreft de toedeling van erfdelen, die van een of meer klagers daaronder begrepen.

4.2 De kamer overweegt als volgt.

Ingevolge artikel 99 lid 1 Wna kunnen klachten tegen notarissen door een ieder met enig redelijk belang worden ingediend.

4.2.1 Klagers kunnen in het onderhavige geval als belanghebbenden met betrekking tot het testament van [ X ] worden aangemerkt. Klaagster sub 3 heeft er als mogelijke erfgenaam van [ X ] belang bij dat [ X ] zijn testament niet kan wijzigen als hij niet meer wilsbekwaam is. Nu klagers sub 1 en 2 de mogelijke erfgenamen van klaagster sub 3 zijn, of bij vooroverlijden van klaagster sub 3 in haar plaats kunnen treden, kunnen zij eveneens als belanghebbenden in de zin van artikel 99 lid 1 Wna worden aangemerkt.

4.2.1.1 Dat [ X ] thans nog in leven is en zijn testament in theorie nog kan wijzigen, maakt dit niet anders. De klacht ziet immers op de wijze van totstandkoming van het testament en niet op de inhoud daarvan. Hierbij is ook van belang dat klagers voor het indienen van een klacht gebonden zijn aan de vervaltermijn van drie jaren als bedoeld in artikel 99 lid 21 Wna zodat deze termijn verstreken kan zijn als klagers met indiening van de klacht hadden gewacht tot het overlijden van hun broer c.q. oom.

4.2.2 Klagers kunnen ten aanzien van de klacht met betrekking tot het levenstestament eveneens als belanghebbenden worden aangemerkt, omdat zij er als familieleden van [ X ] belang bij hebben dat hij geen levenstestament meer kan opmaken als hij niet meer wilsbekwaam is.

4.2.3 Klagers kunnen derhalve ten volle in hun klacht worden ontvangen.

Aanvullende stukken

4.3 Op 30 januari 2018 hebben klagers via de e-mail tien geluidsopnamen aan de kamer gestuurd. Daarbij hebben klagers een lijst overgelegd met vermelding van de tijdstippen van de relevante fragmenten in die geluidsopnamen. Op 2 februari 2018 hebben klagers per

e-mail transscripties van de betreffende relevante fragmenten aan de kamer overgelegd.

4.3.1 De notaris heeft bezwaar gemaakt tegen de ingediende aanvullende stukken, zowel wat betreft de tijdigheid van indiening als tegen de betreffende geluidsopnamen zelf.

4.3.2 De kamer overweegt als volgt. Ingevolge het toepasselijke reglement dienen aanvullende producties uiterlijk op de tiende kalenderdag voorafgaand aan de zitting te worden overgelegd. De geluidsopnamen zijn derhalve tijdig bij de kamer ingediend. De op

2 februari 2018 ingediende transscripties dienen ter ondersteuning van de geluidsopnamen en bevatten geen nieuwe informatie. De door klagers ingediende aanvullende stukken worden daarom door de kamer meegenomen bij de beoordeling van de klacht.

Omvang van de beoordeling

4.4 Ingevolge artikel 93 lid 1 Wna zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan het tuchtrecht onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris niet betaamt. De kamer dient derhalve te onderzoeken of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

4.4.1 Klagers verzoeken om het (levens)testament van [ X ] nietig te verklaren. Een dergelijke bevoegdheid heeft de kamer niet. De kamer zal zich in haar oordeel beperken tot de vraag of de handelwijze van de notaris een tuchtrechtelijk verwijtbare gedraging oplevert.

4.4.2 Verder overweegt de kamer dat zij haar oordeel beperkt tot de handelwijze van de notaris. Alle feiten en omstandigheden die klagers hebben aangedragen waarvan niet is gebleken dat de notaris daarvan uiterlijk op het moment van zijn dienstverlening op de hoogte was of had moeten zijn, worden buiten beschouwing gelaten.

Inhoudelijke beoordeling

4.5 De notaris heeft in zijn verweerschrift het volgende aangevoerd.

Blijkens de agenda van de notaris heeft de eerste bespreking met [ X ] op vrijdag 1 april 2016 ná 17.00 uur plaatsgevonden. Bij binnenkomst bleek uit niets dat [ X ] de notaris niet zou verwachten. [ X ] heeft tijdens die bespreking zijn wensen en verlangens kenbaar gemaakt aan de notaris. Uit niets bleek dat hij hiertoe door derden zou zijn aangezet. Het gesprek tussen [ X ] en de notaris heeft ongeveer een uur en twintig minuten tot anderhalf uur geduurd. [ X ] maakte bij dit gesprek een normale en heldere indruk; uit niets bleek van enig gebrek bij het vormen van zijn eigen wil. De door [ X ] geuite wensen zijn ook niet ongebruikelijk te noemen. De zus en de neef waren tijdens de bespreking wel in de woning van [ X ] aanwezig, maar zij bleven op afstand of waren niet zichtbaar en namen aldus noch verbaal, noch non-verbaal deel aan het gesprek.

4.5.1 [ X ] gaf in het gesprek te kennen dat hij alles snel wilde regelen, het liefst diezelfde dag nog. De notaris heeft [ X ] bevraagd wat de reden van zijn haast was, of er wellicht sprake was van een ernstige ziekte bij [ X ]. [ X ] heeft dat ontkennend beantwoord, maar wilde zelf een en ander snel afgerond hebben, omdat hij er al langer mee rond liep. De notaris heeft aangegeven de concepten op zijn vroegst na het weekeinde gereed te kunnen hebben. [ X ] ging hiermee akkoord. Na het weekend, op maandag 4 april 2016, had de notaris het testament en het levenstestament gereed en zijn deze na een tweede bespreking met [ X ] ondertekend.

4.5.2 De notaris betwist dat hij [ X ] gedwongen heeft tot een contante betaling voorafgaand aan de ondertekening van de akten. Het was [ X ] eigen uitdrukkelijke wens om contant te betalen. De notaris is hiermee akkoord gegaan.

4.5.3 De notaris betwist dat [ X ] niet meer in staat zou zijn geweest de consequenties van zijn handelen te overzien. In de gesprekken die zijn gevoerd maakte [ X ] een heldere indruk en hij was daarbij stellig, resoluut, consequent en eenduidig bij het kenbaar maken van zijn beslissingen omtrent zijn nalatenschap en het levenstestament. De notaris mocht van de wilsbekwaamheid van [ X ] overtuigd zijn. Er bestond geen reden nader onderzoek te doen naar de wilsbekwaamheid van [ X ] en daarom hoefde de notaris het Stappenplan niet te volgen. De notaris kende – voorafgaande aan en ten tijde van het passeren – de medische voorgeschiedenis van [ X ] niet. Dit kan de notaris niet worden aangerekend.

4.5.4 Op 3 mei 2017 is de notaris, samen met zijn kandidaat-notaris, nogmaals bij [ X ] geweest. Ook tijdens dat gesprek heeft [ X ] zich helder en zonder twijfel kunnen uiten. Van enige druk van buitenaf is de notaris, noch de kandidaat-notaris gebleken. Tijdens dat gesprek zijn de inhoud van de ondertekende akten nogmaals besproken. [ X ] heeft in dat gesprek bevestigd dat hij volledig achter de inhoud van de akten stond.

4.6 Ter zitting heeft de notaris het volgende verklaard.

Het eerste contact voor het opmaken van het testament van [ X ] is door de neef gelegd. Zowel de neef als klagers waren bij de notaris bekend. De neef heeft de wensen van [ X ] aan de notaris doorgegeven. Op basis daarvan heeft de notaris voorafgaand aan de eerste bespreking een concept-testament opgesteld. Dat concept heeft de notaris als concept-minuutakte op 1 april 2016 meegenomen naar [ X ]. Deze concepten heeft de notaris niet van tevoren aan [ X ] gestuurd. De notaris weet niet meer wanneer de neef exact contact heeft opgenomen. Het eerste contact was waarschijnlijk zo kort op de afspraak dat het concept daarom is meegenomen en niet van tevoren is toegestuurd.

4.6.1 Tijdens de bespreking op 1 april 2016 bij [ X ] thuis waren de zus en de neef ook in de woning. De woning van [ X ] is niet groot. De zus was in de keuken eten aan het koken. De notaris zat in de woonkamer aan tafel met [ X ]. De neef zat in dezelfde kamer in de hoek de krant te lezen, hij nam niet deel aan het gesprek.

4.6.2 De door [ X ] gewenste wijzigingen waren wezenlijke wijzigingen ten opzichte van het concept-testament. Tevens wilde [ X ] ook een levenstestament opstellen. De notaris heeft het meegenomen concept-testament gebruikt om de gewenste wijzigingen te noteren. Hij heeft geen papieren bij [ X ] achtergelaten. Hij heeft toen ook nog geen factuur achtergelaten. De betaling zou pas na het passeren van de akte plaatsvinden.

4.6.3 [ X ] wilde tijdens de bespreking van vrijdag 1 april 2016 gelijk tekenen. Desgevraagd gaf [ X ] aan dat hiervoor geen medische noodzaak was, maar hij liep er al lang mee. De notaris heeft voorgesteld een week bedenktijd te nemen, maar dat wilde [ X ] niet. Vervolgens is de afspraak gemaakt voor maandag 4 april 2016. Gelet op de korte termijn was er geen gelegenheid om de gewijzigde concepten aan [ X ] toe te sturen. Daarom heeft de notaris op 4 april 2016 de inhoud van de gewijzigde akten uitgebreid met [ X ] besproken. Voorafgaand aan het passeren van de akten heeft de notaris kritische vragen gesteld om te controleren of het (levens)testament aan de wensen van [ X ] voldeed. Het gesprek op maandag 4 april 2016 duurde drie kwartier.

4.6.4 De neef was op maandag 4 april 2016 in de woning van [ X ] om de deur open te doen. Volgens de notaris is [ X ] een zonderling die woonachtig is in een onbewoonbaar verklaarde woning. [ X ] nam de telefoon niet op en deed ook de deur niet open, ook niet als hij wist dat de notaris zou komen. De notaris weet zich nu niet meer zo goed te herinneren waar de neef was toen hij de concepten met [ X ] besprak en de akten met hem tekende.

4.6.5 De neef had een bancaire volmacht. De neef haalde om de zoveel tijd geld bij de bank voor [ X ]. De notaris weet niet wie de belastingaangifte voor [ X ] deed. De overige administratie is niet besproken. De notaris wist dat [ X ] met enige regelmaat verzorgd werd. Zijn zussen kookten al veertig jaar voor hem. Of [ X ] thuiszorg had, weet de notaris niet.

4.6.6 De notaris heeft geen afschrift van het testament bij [ X ] achtergelaten, deze is later verstuurd. De notaris weet niet zeker of het afschrift aan [ X ] of aan de neef dan wel de zus is verstuurd.

4.7 De kamer overweegt als volgt.

Uitgangspunt is dat iemand die handelingsbekwaam is, geacht moet worden zijn belangen te kunnen behartigen. Eerst indien er aanleiding bestaat om daarin te twijfelen, dient een notaris de geestesgesteldheid van zijn cliënt nader te onderzoeken. Het Stappenplan is ontwikkeld als toetsingskader voor (kandidaat)notarissen bij de beoordeling van de wilsbekwaamheid van een cliënt.

4.7.1 Gelet op hetgeen door partijen over en weer is aangevoerd, was er voor de notaris voldoende aanleiding om het Stappenplan te volgen. In de eerste plaats was het de neef die contact opnam met de notaris en doorgaf welke wensen [ X ] had met betrekking tot zijn testament. In de tweede plaats is van belang dat de notaris [ X ] een zonderling heeft genoemd die woonachtig is in een onbewoonbaar verklaarde woning. Ten derde was de notaris bekend met het feit dat [ X ] deels door zijn zussen verzorgd werd. Op basis van de informatie van de neef heeft de notaris een concept opgesteld. Zonder dat [ X ] voorafgaand aan de eerste bespreking een concept heeft ontvangen, heeft de notaris het concept-testament als minuutakte meegenomen naar de eerste bespreking op 1 april 2016.

4.7.2 Tijdens de eerste bespreking heeft de notaris niet onder vier ogen met [ X ] gesproken. Volgens de verklaring van de notaris is de woning van [ X ] niet groot. De notaris zat met

[ X ] in de woonkamer aan tafel. De neef zat in dezelfde kamer en – gelet op de grootte van de woning – binnen gehoorsafstand van de notaris en [ X ]. Ook ten aanzien van de tweede bespreking en het passeren van het (levens)testament kon de notaris onvoldoende aannemelijk maken dat de neef niet in de kleine woning verbleef en op die wijze invloed kon hebben op de door [ X ] getekende akten.

4.7.3 Er was geen (medische) noodzaak om de akten snel te passeren. De omstandigheid dat [ X ] zelf snel tot ondertekening wilde overgaan, ontslaat de notaris niet van zijn zorgplicht om akten zorgvuldig tot stand te laten komen.

4.7.4 De kamer verwijt de notaris voorts dat hij noch voorafgaand aan de eerste bespreking op vrijdag 1 april 2016, noch voorafgaand aan de tweede bespreking op maandag 4 april 2016 een concept-akte aan [ X ] heeft toegezonden. Hierdoor is [ X ] onvoldoende in de gelegenheid gesteld om de inhoud van de akten tot zich te nemen en zich te beraden. Ook kan de notaris niet met zekerheid verklaren dat hij naderhand een afschrift van het (levens)testament aan [ X ] heeft toegezonden.

4.7.5 Gelet op het voorgaande komt de kamer tot het oordeel dat onvoldoende is komen vast te staan dat de notaris de wilsbekwaamheid van [ X ] ten tijde van het passeren van de akten of kort daaraan voorafgaand op een zorgvuldige wijze heeft beoordeeld. Evenmin is komen vast te staan dat de notaris voldoende heeft gewaarborgd dat [ X ] zijn wil op onafhankelijke wijze heeft kunnen overbrengen aan de notaris. Hierdoor is onvoldoende gebleken dat de notaris heeft gehandeld als dat van een redelijk handelende en redelijk bekwame notaris verwacht had mogen worden. De kamer acht de klacht daarom gegrond.

Maatregel

4.8 Op de gegrondverklaring van een klacht past in beginsel een tuchtrechtelijke reactie. Ten aanzien van de op te leggen maatregel overweegt de kamer als volgt. Rechtszekerheid en zorgvuldigheid zijn kernwaarden van het notarisambt. Door zijn handelen heeft de notaris deze kernwaarden geschonden. Hierdoor is het vertrouwen in het notarisambt aangetast. Verder heeft de notaris geen blijk gegeven de klachtwaardigheid van zijn handelen in te zien.

Gezien de feiten en omstandigheden acht de kamer de maatregel van schorsing uit het ambt voor de duur van twee weken passend en geboden.

5. De beslissing

De kamer voor het notariaat in het ressort Arnhem-Leeuwarden

-        verklaart de klacht gegrond

-        legt de notaris de tuchtmaatregel op van schorsing in het ambt van notaris voor de duur van twee weken.

Deze beslissing is gegeven door mr. A.M.S. Kuipers, voorzitter, mrs. F.E.J. Goffin,

B.F. Wesseling, L.P. Oostveen-ter Braak en V. Oostra, leden, in tegenwoordigheid van

mr. K.K.H. Wagemaker, secretaris, en door, mr. M.J.C. van Leeuwen, voorzitter, in het openbaar uitgesproken op 19 maart 2018.

De secretaris                                                    De voorzitter

Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam, Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.