Zoekresultaten 751-760 van de 2789 resultaten

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:19 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/334607 KL RK 18-28

    Uit vaste jurisprudentie volgt dat voor het begin van de vervaltermijn bepalend is het moment waarop een klager redelijkerwijze kennis heeft kunnen nemen van de gebeurtenis of akte waarover hij of zij klaagt, niet het moment waarop klager tot de conclusie komt dat er sprake is van klachtwaardig handelen of nalaten.

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:27 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/345491 KL RK 18-170

    Klager verwijt de notaris het volgende: 1. de notaris heeft aan klager een verkeerde voorstelling van zaken gegeven omtrent haar werkzaamheden, 2. een onder de verantwoordelijkheid van de notaris werkzame medewerker heeft een fout gemaakt, 3. de notaris heeft de verkeerde (vormvrije) versie van de aangifte schenkbelasting naar de Belastingdienst gezonden, 4. de notaris heeft onvoldoende inzicht gegeven in de aard dan wel de opbouw van bepaalde kosten, 5. de notaris heeft ten onrechte geen toepassing gegeven aan de klachtenregeling van haar kantoor, 6. de notaris mocht de opdracht van de stiefmoeder van klager niet aannemen gezien haar vriendschappelijke band met de stiefmoeder en 7. de notaris heeft een stilzwijgende afspraak met klager geschonden. Klachtonderdeel 6 is niet-ontvankelijk, de overige klachtonderdelen zijn ongegrond.  

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:26 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/343659 KL RK 18-147

    De kamer acht het verwijtbaar dat de kandidaat-notaris onvoldoende heeft gereageerd op vragen en verzoeken van klagers en de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie zonder dat hij hiervoor een afdoende verklaring heeft kunnen geven. Naar het oordeel van de kamer behoort het tot de taak en verantwoordelijkheid van de kandidaat-notaris om binnen redelijke termijnen te reageren op vragen en verzoeken die hem worden gedaan. Hiervan is niet gebleken. 

  • ECLI:NL:TNORDHA:2019:11 Kamer voor het notariaat Den Haag 18-63

    Klagers verwijten de notaris het volgende: 1. weigering van de notaris om stukken te tonen waaruit blijkt dat er een huwelijk heeft plaatsgevonden tussen erflater en de partner; 2. weigering van de notaris om klagers een kopie te verstrekken van de huwelijksvoorwaarden; 3. de notaris houdt belangrijke informatie achter voor klagers; 4. tijdens de bespreking op 22 augustus 2018 liet de notaris klagers weten dat het niet vaststond dat zij de kinderen van erflater waren; 5. de notaris heeft klagers onjuist geïnformeerd; 6. de notaris heeft zich opgeworpen als boedelnotaris en verricht allerlei werkzaamheden; 7. de notaris heeft geen gehoor gegeven aan het verstrekken van gegevens aan klagers die van belang zijn voor de beoordeling van hun positie; 8. de notaris werkt mee aan het frustreren van de rechten van klagers ten opzichte van hun “mogelijke” stiefmoeder.  

  • ECLI:NL:TNORDHA:2019:10 Kamer voor het notariaat Den Haag 18-30

    Door zijn ministerie te verlenen aan zowel de statutenwijziging als de aandelenoverdracht heeft de notaris een “vehicle” in handen gegeven waarmee voor aanzienlijke bedragen is gefraudeerd.

  • ECLI:NL:TNORARL:2018:63 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/333220 KL RK 18 -22

    Klager heeft geen feiten en/of omstandigheden aangevoerd die kunnen leiden tot de conclusie dat de notaris op basis van dit vonnis niet namens klager zijn medewerking aan de levering mocht verlenen en dat de notaris de akte van levering niet mocht passeren zonder de (persoonlijke) medewerking van klager.

  • ECLI:NL:TNORARL:2018:59 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/326307 / KL RK 17-134 C/05/326308 / KL RK 17-135

    De enkele omstandigheid dat partijen het ten tijde van een veilingopdracht niet eens waren over de grondslag en de omvang van de vordering waarvoor geveild werd, ontheft de notaris in beginsel niet van zijn verplichting om gehoor te geven aan bedoelde veilingopdracht. Dit is slechts anders wanneer de notaris een indicatie heeft dat de gestelde grondslag en/of omvang van de vordering apert onjuist is.   4.4.3 Toegevoegd notaris [Y] had in deze zaak echter geen reden om aan te nemen dat de grondslag en/of de omvang van de vordering onjuist zou zijn. Gelet op het advies van [Vij] en [Ve] mocht de notaris er in redelijkheid van uitgaan dat een toereikende grondslag bestond voor de vordering van zijn opdrachtgever.    

  • ECLI:NL:TNORARL:2018:60 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/327 328/ KL RK 17 - 152

    Voor de toepasselijkheid van het ne-bis-in-idem-beginsel gaat het om de vraag of de notaris zich voor bepaalde feiten al dan niet ten opzichte van de kamer heeft verantwoord. De werking van dit beginsel kan zich dus ook uitstrekken tot “nieuwe” klagers over hetzelfde feit.   Op wel ontvankelijke klachtonderdelen oordeelt de kamer onder meer dat klagers de notaris terecht verwijten bedoelde kosten ten laste van de nalatenschap te hebben gebracht en te hebben gelaten, ook nadat bij vonnis bepaald was dat ieder zijn eigen kosten behoorde te dragen en klagers de notaris hierop aangesproken hebben. Voorts wordt geoordeeld dat de notaris wel eindverantwoording heeft afgelegd over zijn werkzaamheden als toegevoegd executeur, maar in gebreke is gebleven voor wat betreft het beantwoorden van tussentijdse vragen.  

  • ECLI:NL:TNORARL:2018:61 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/321061 / KL RK 17-63

    De kamer is van oordeel dat het door klager sub 1) voor hem zelf gestelde belang niet kan worden aangemerkt als een tuchtrechtelijk te beschermen belang nu het tuchtrecht niet het doel heeft om de eer en goede naam van een klager te beschermen. Ook zijn in de situatie die klager sub 1) schetst geen aanknopingspunten te vinden op grond waarvan klager sub 1) zou moeten worden aangemerkt als een kwalitatieve klager als hiervoor bedoeld. De kamer ziet daarom geen mogelijkheid klager sub 1) in zijn klachten te ontvangen.

  • ECLI:NL:TNORARL:2018:62 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/329966 / KL RK 17-199

    De kamer overweegt het volgende. Uit het klaagschrift en uit hetgeen klagers ter zitting hebben verklaard volgt dat klagers bij gelegenheid van de bespreking van 26 maart 2012 op de hoogte zijn gesteld van het feit dat de notaris betrokken is geweest bij het passeren van een akte van volmacht. Vanaf dat moment is de termijn voor indiening klacht gaan lopen en die was ten tijde van indiening verstreken.