Zoekresultaten 61-70 van de 42347 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:99 Raad van Discipline 's-Gravenhage 23-587/DH/DH

    Verzet niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2024:103 Raad van Discipline 's-Gravenhage 24-185/DH/DH 24-207/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de deken deels niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop en voor het overige kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:64 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-801/DB/OB

    Verzetbeslissing. De voorzitter heeft bij de beoordeling van de klacht de juiste maatstaf toegepast en voorts rekening gehouden met alle relevante feiten en omstandigheden van het geval. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2024:117 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-603/AL/GLD

    Verzetbeslissing. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:129 Hof van Discipline 's Gravenhage 230324

    Verweerder heeft hoger beroep tegen beslissing raad ingetrokken. Hof bepaalt ingangsdatum schrapping.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:103 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5883

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een dermatoloog. Klager verwijt de dermatoloog dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld, omdat hij tijdens de afspraak van klager niet aanwezig en niet bereikbaar was en dit niet vroegtijdig heeft aangegeven. Klager verwijt de dermatoloog ook dat hij nooit navraag naar zijn gezondheid heeft gedaan. Het college stelt vast dat er geen behandelrelatie tussen klager en de dermatoloog tot stand is gekomen. Klager is op basis van de tweede tuchtnorm ontvankelijk. De verweten gedragingen hebben volgens het college voldoende weerslag op de individuele gezondheidszorg, omdat die zien op de (volgens klager) niet nagekomen afspraak op de polikliniek en het hierover niet informeren van de van de patiënt. Het college komt tot de conclusie dat het wenselijk is dat de patiënt voorafgaand aan de afspraak voldoende is voorgelicht. Dit ziet onder andere op de locatie, de aanwezige behandelaar(s) en de werkwijze. Voor zover het college kan beoordelen is dit in het geval van klager niet helemaal het geval geweest. De dermatoloog (zoals genoemd op de verwijsbrief) was niet beschikbaar en heeft klager hierover niet voortijdig over geïnformeerd. Wel heeft de dermatoloog ervoor gezorgd dat klager gezien werd op het juiste spreekuur met voldoende expertise. Van de dermatoloog had onder de gegeven omstandigheden niet hoeven worden verwacht dat hij aanwezig zou zijn. Ook zijn er inmiddels aanpassingen doorgevoerd waardoor de informatieverstrekking naar patiënten is verbeterd. De dermatoloog heeft als afdelingshoofd laten zien dat hij zich de klacht van klager heeft aangetrokken en hier lering uit heeft willen trekken. Een en ander levert al met al geen tuchtrechtelijk verwijt op. Dit klachtonderdeel is ongegrond. Ook het klachtonderdeel dat handelt over de navraag naar de gezondheid van klager is ongegrond (zie hiervoor 5.11) van de beslissing. De klacht tegen de dermatoloog is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2024:65 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 24-091/DB/OB

    Raadsbeslissing. Klacht van advocaat over advocaat. Vast staat dat verweerder klager tot twee maal toe “dom” heeft genoemd. Nadat  verweerder eerst tegen klager zelf had gezegd  “Ben jij nou echt zo dom”, heeft verweerder vervolgens tegen (de vertegenwoordigers van) klagers cliënte gezegd  “Gefeliciteerd met jullie domme advocaat”.  Deze kwalificaties zijn onnodig grievend en ongepast in het verkeer tussen advocaten. In het algemeen bevordert een dergelijke communicatie, (mede)  gericht op de persoon van de advocaat, niet de oplossing van een geschil tussen de cliënten van de raadslieden en levert het ook geen bijdrage aan een sfeer van onderlinge welwillendheid en vertrouwen. De raad is van oordeel dat verweerder zich, door de genoemde kwalificaties te bezigen, niet heeft gedragen zoals een behoorlijk handelend advocaat betaamt. Verweerder heeft voor zijn handelen aan klager zijn excuses aangeboden. Deze ontnemen evenwel niet het tuchtrechtelijk verwijtbare karakter aan verweerders optreden. De klacht is gegrond. Voor wat betreft de op te leggen maatregel weegt de raad in het voordeel van verweerder mee, dat hij aan klager zijn excuses heeft aangeboden. In het nadeel van verweerder weegt de raad mee, dat hij reeds meerdere malen tuchtrechtelijk is veroordeeld. De raad acht in dezen oplegging van een berisping passend en geboden.

  • ECLI:NL:TGDKG:2024:27 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/742818 / DW RK 23/428 MdV/RH

    Beslissing op verzet. Gebleken is dat de gerechtsdeurwaarder ambtshandelingen heeft verricht in 2005 en 2007. De termijn van drie jaren waarbinnen een klacht moet worden ingediend is dan ook ruimschoots verstreken. Klaagster heeft niets aangevoerd waaruit zou kunnen blijken dat de gevolgen van die ambtshandelingen pas recentelijk bekend zouden zijn geworden. Vastgesteld moet worden dat klaagsters klacht op juiste gronden niet ontvankelijk is verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2024:104 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5884

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een dermatoloog. Klager verwijt de dermatoloog dat hij heeft geweigerd zelf een consult te doen bij klager in plaats van dit over te laten aan de aios. Klager vindt dat de dermatoloog dan zelf had kunnen vaststellen dat hij geen agressieve patiënt was. Klager verwijt de dermatoloog voorts dat hij nooit navraag naar zijn gezondheid heeft gedaan. Klager dacht dat hij een afspraak met een specialist had, en in plaats daarvan zou hij eerst worden gezien door een aios. De dermatoloog stelde vast dat de aios na het gesprek met klager emotioneel en ontdaan was en dat het niet gelukt was een inhoudelijk gesprek te voeren. De dermatoloog heeft vervolgens he gesprek met klager overgenomen van de aios en uitgelegd hoe het gedrag van klager op de aios is overgekomen. De dermatoloog heeft uitgelegd hoe de praktijk is ingericht in een opleidingsziekenhuis en dat hij vanwege afwezigheid van een collega niet het hele consult van patiënt kon overnemen. Klager heeft een video- of belconsult op een later tijdstip met de afwezige college geweigerd. Het college is van oordeel dat de dermatoloog niet gehouden is geweest het consult van de aios over te nemen. De aios en de dermatoloog hebben de werkwijze ter plekke afzonderlijk aan klager kenbaar gemaakt. Klager weigerde volgens deze werkwijze te worden geholpen. Het college is van oordeel dat de dermatoloog voldoende grond heeft gehad om de behandelingsovereenkomst in samenspraak met klager te beëindigen. De dermatoloog heeft hierbij in ogenschouw genomen dat het handelde om een eerste eenmalig consult in het kader van een second opinion en voldoende oog gehad voor een zorgvuldige wijze van beëindiging van de behandelovereenkomst. Het had volgens het college wel de voorkeur verdient als dit schriftelijk was vastgelegd aan een specialistenbrief naar de huisarts en de verwijzer van patiënt. Dit nalaten levert echter geen tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen op. Alles overziend is het college van oordeel dat de dermatoloog het consult niet van de aios had hoeven overnemen. Dit klachtonderdeel is ongegrond. Ook het klachtonderdeel dat handelt over de navraag naar de gezondheid van klager is ongegrond (zie hiervoor 5.10) van de beslissing. De klacht tegen de dermatoloog is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2024:130 Hof van Discipline 's Gravenhage 230208

    Verweerder heeft hoger beroep tegen beslissing raad ingetrokken. Hof bepaalt ingangsdatum schorsing.