Zoekresultaten 2471-2480 van de 42312 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:61 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 22-913/DB/LI

    Advocaat heeft op e-mails gereageerd dan wel klager uitgenodigd voor een gesprek. Klager heeft door de korte afwezigheid van de advocaat vanwege ziekte geen nadeel ondervonden. Advocaat heeft de bij de Raad voor Rechtsbijstand gedeclareerde uren met de voorgaande advocaten verrekend en correct afgehandeld.Klacht ongegrond

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:130 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2023/5330

    Gegronde klacht tegen een psychotherapeut/GZ psycholoog (zie A2023/5267) die zich in november 2022 in beide hoedanigheden heeft laten uitschrijven. Klaagster heeft van oktober 2021 tot en met september 2022 onder behandeling gestaan van verweerder vanwege klachten van depressie, trauma en een verbroken relatie met haar familie ten gevolg een problematische jeugd. Naast de behandeling in de woning van verweerder heeft voorts frequent contact via Whatsapp plaatsgevonden tussen klaagster en verweerder, veelal buiten kantooruren en soms midden in de nacht. De behandeling heeft behalve uit het voeren van gesprekken ook tweemaal bestaan uit wat door verweerder “lichaamswerk” wordt genoemd of “lichaamsgerichte oefeningen”. Deze twee sessies vonden plaats in de slaapkamer van verweerder in het voorjaar van 2022. Klaagster verwijt verweerder dat hij niet heeft gehandeld volgens de geldende professionele standaard terzake, omdat zijn behandeling onsamenhangend, dwingend, chaotisch en beschadigend was en verweerder zich jegens haar grensoverschrijdend heeft gedragen. Het college heeft geoordeeld dat verweerder klaagster niet heeft behandeld volgens de geldende professionele standaard. Verweerder heeft geen diagnostiek verricht, geen instrumenten gebruikt hiervoor, geen classificatie verricht en voorts niet gehandeld naar de GGZ-standaarden. Verweerder heeft de classificatie  borderline stoornis gesteld zonder het verrichten van diagnostiek. Voorts heeft hij niet voldaan aan de eisen voor dossiervorming zoals die gelden binnen de beroepsgroep. Zowel qua vorm als qua inhoud voldoet de door verweerder als dossier overgelegde teksten geenszins aan de eisen die aan een behandeldossier moeten worden gesteld. Daar komt bij dat verweerder het originele behandeldossier heeft vernietigd, naar eigen zeggen omdat dit toch voor niemand leesbaar zou zijn. Verweerder heeft de wettelijke bewaartermijn voor dossiers met voeten getreden. Er is bij de ‘”lichaamsgerichte” oefeningen die verweerder bij/met klaagster heeft gedaan geen sprake geweest van een erkend therapeutisch kader. Verweerder heeft ter zitting naar voren gebracht dat het geen normale behandeling was en allemaal chaos was. Het college benadrukt dat het aan verweerder als professional/behandelaar  was geweest om structuur aan te brengen in de behandeling die hij geeft en, indien zich complexe of problematische situaties zouden voordoen in de behandeling, hierover overleg te plegen met vakgenoten via het kwaliteitsinstrument van intervisie. Ten aanzien van het grensoverschrijdend gedrag oordeelt het college dat dit zich op verschillende dimensies heeft gemanifesteerd: de wijze waarop de behandeling plaatsvond, de contacten buiten de behandeling om en de locaties waarop de behandeling plaatsvond. Beide klachtonderdelen zijn gegrond. Het college ontzegt verweerder het recht zich weer in het register in te schrijven dan wel beveelt de doorhaling van de inschrijving van verweerder in het register, voor het geval hij op het moment van het onherroepelijk worden van deze beslissing weer is ingeschreven in het register. In het kader van het algemeen belang zal deze beslissing worden gepubliceerd.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:126 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-741/AL/NN

    Klacht over een advocaat die voor klager en zijn echtgenote samen de echtscheiding heeft geregeld. Verweerster heeft daarin onvoldoende regie gevoerd. Als gevolg daarvan heeft zij klager onvoldoende ingelicht over de gevolgen voor hem van de al tussen partijen gemaakte afspraken. Gebleken is dat verweerster onvoldoende eigen onderzoek heeft gedaan en ook geen kritische vragen heeft gesteld maar uitsluitend is uitgegaan van de van partijen verkregen informatie. Dat klager heeft ingestemd met de kennelijk onjuiste informatie in het (concept)convenant, ontsloeg verweerster niet van haar verantwoordelijkheid als advocaat om daar ook zelf onderzoek naar te doen. Dat wordt van een deskundig advocaat verwacht, in het bijzonder in het geval voor beide echtelieden wordt opgetreden. Verweerster is dan ook naar het oordeel van de raad tekortgeschoten in haar zorgplicht jegens klager. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:62 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-122/DB/OB

    Klacht van een derde.Klacht afkomstig van de moeder van de wederpartij van de cliënte van de advocaat. Advocaat heeft bij de dagvaarding in een incassoprocedure tussen zijn cliënte en de dochter van klaagster  een vaststellingsovereenkomst met privé gegevens van de moeder van de dochter in de incassoprocedure ingebracht. Onder deze omstandigheden is het toetsingskader wat geldt voor de advocaat van de wederpartij van toepassing.Het overleggen van de vaststellingsovereenkomst diende op het moment van het uitbrengen van de incassodagvaarding (nog) geen voldoende redelijk doel. Verweerder had op dat  moment kunnen volstaan met het overleggen van de onbetaald gebleven facturen, met bijbehorende urenspecificaties, en de reactie van de wederpartij kunnen afwachten.Klacht gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:131 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/5123

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een gz-psycholoog. Klaagster neemt de gz-psycholoog kwalijk dat zij er niet voor klaagster was op een zo cruciaal moment, ondanks het feit dat de gz-psycholoog wist dat klaagster gedrogeerd was. Wat betreft dit klachtonderdeel oordeelt het college dat het verwijt niet gegrond is, afgaande op de verslaglegging van de gz-psycholoog in het patiëntendossier. Uit de verslaglegging van die dag volgt dat de gz-psycholoog zeer nauw betrokken was bij de (crisis-)situatie waarin klaagster zich toen bevond. Het college ziet niet in wat de gz-psycholoog toen meer of anders had moeten doen. Klaagster verwijt de gz-psycholoog ook verdraaiing van feiten en valsheid in geschrifte. Daarvan is volgens het college geen sprake. Klacht in beide onderdelen kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:127 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-829/AL/NN

    Verweerder heeft naar het oordeel van de raad de belangen van klaagster in haar arbeidsgeschil op zorgvuldige wijze behandeld. Uit de stukken en hetgeen tijdens de zitting is verklaard is de raad gebleken dat verweerder en klaagster vooraf een duidelijke (proces)strategie hebben afgesproken, namelijk dat eerst alleen de ontbindingsprocedure zou worden gestart en later zou blijken of daarna nog een loonvorderingsprocedure nodig zou zijn na eventuele ontbinding. Klaagster heeft ook ingestemd met de voorgestelde procesroute. Dit is daarna zo ook uitgevoerd door verweerder tijdens de onderhandelingen bij de rechtbank, wat heeft geresulteerd in een schikking. Dat verweerder tegen de kennelijke opdracht van klaagster in heeft gehandeld, is de raad dan ook niet gebleken. Dat de getroffen schikking door haar voormalig werkgever niet wordt nagekomen, kan verweerder niet worden aangerekend. Van verweerder hoefde naar het oordeel van de raad in de in de beslissing geschetste omstandigheden niet te worden verwacht dat hij een tweede (loonvorderings)procedure kosteloos voor klaagster zou doen. Overige klachten eveneens ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:132 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4312

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een gz-psycholoog. Het college kan jegens de gz-psycholoog geen (duidelijke) klacht halen uit de stukken van klager. Met de gz-psycholoog meent ook het college dat er vermoedelijk sprake is van persoonsverwarring nu de gz-psycholoog nimmer werkzaam is geweest in het Penitentiair Psychiatrisch Centrum en nu een gz-psycholoog ook niet bevoegd is tot het (laten) toedienen van dwangmedicatie. Dat de gz-psycholoog dit gedaan zou hebben volgt ook niet uit de stukken. Klacht kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:128 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 23-101/AL/NN

    Dekenbezwaar. Verweerder heeft in 2021 niet de vereiste 20 opleidingspunten behaald maar slechts 8. Daarmee heeft hij in strijd gehandeld met artikel 46 Aw en 4.4. Voda. Op één opleidingspunt na heeft verweerder het tekort aan punten over 2021 tijdig voor 1 april 2023 ingehaald. Voor zover verweerder een rechtvaardiging voor zijn puntentekort heeft gezocht in de beperkingen door de coronamaatregelen in dat jaar, merkt de raad op dat de (gewijzigde puntenvereisten van de) Verordening Covid-19 niet zag op het jaar 2021. Verweerder krijgt een waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2023:133 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam A2022/4538

    Kennelijk ongegronde klacht tegen een gz-psycholoog. Klager stelt dat het aan de GZ-psycholoog is te wijten dat hij een LPFZ-status heeft gekregen en dat de GZ-psycholoog dit onder valse beschuldigingen heeft aangevraagd. Naar het oordeel van het college is de aanvraag van de LFPZ-status zorgvuldig overwogen en voldoende onderbouwd. Het college ziet geen aanknopingspunten om te oordelen dat sprake is van valse beschuldigingen jegens klager. Het college heeft verder kennisgenomen van een deel van de door klager aangeleverde beslissingen tot afzondering. Het college overweegt dat niet blijkt dat de beslissingen tot afzondering van klager op onzorgvuldige wijze zijn genomen. Klacht in beide onderdelen kennelijk ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2023:58 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 23-108/DB/LI

    Klacht afkomstig van de partner van de wederpartij van de cliënte van de advocaat. Advocaat heeft (financiële) gegevens van de partner van de wederpartij van zijn cliënte in de procedure ingebracht. Onder deze omstandigheden is het toetsingskader wat geldt voor de advocaat van de wederpartij van toepassing.Advocaat heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat het inbrengen van de informatie over de functie van klaagster en het bijbehorende salarisniveau in de procedure betreffende de financiële noodsituatie van het huishouden van de partner van klaagster een voldoende redelijk doel diende.Klacht ongegrond.