Zoekresultaten 9991-10000 van de 42352 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2020:113 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 200070

    Beklag tegen afwijzende beslissing ex art. 13 beklag. In deze kwestie heeft klager al een verzoek ingediend dat door de deken is afgewezen en waarin een beklag is ingediend bij het hof. Het hof oordeelde toen dat het beklag ongegrond was (200012). Klager heeft geen nieuwe feiten of omstandigheden aangevoerd, dus het beklag is opnieuw afgewezen door het hof. Dit is een derde beklag tegen deze deken inzake een verzoek tot aanwijzing van een advocaat door klager. Klager moet er rekening mee houden dat volgende beklagen in deze en aanverwante kwesties niet in behandeling woorden genomen door het hof.

  • ECLI:NL:TDIVBC:2020:5 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2019/17

    Hond. Onnodig gebruik en langdurig voortzetten medicatie, onderbouwing gebuik medicatie, verslaglegging. Beroep verworpen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:202 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/645880/ DW RK 18/520

    Beslag op een UWV uitkering terwijl het onduidelijk is dat beslagene nog in Nederland verblijft. Klaagster stelt dat haar aanspraak op de uitkering is vervallen op het moment dat zij geen adres in Nederland meer had, en dat de gerechtsdeurwaarders deze gelden heeft verduisterd door ze te innen. De kamer behandelt ook de vraag of de gerechtsdeurwaarder terecht geen beslagvrije voet heeft toegepast in het kader van artikel 475e Rv. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:112 Raad van Discipline Amsterdam 20-256/A/A 20-257/A/A

    Voorzittersbeslissing. Niet is gebleken dat verweerders in hun verweerschrift in strijd met de waarheid hebben verklaard.

  • ECLI:NL:TDIVBC:2020:3 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2019/15

    Hond. Voorschrijven medicatie, verslaglegging. Beroep verworpen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:113 Raad van Discipline Amsterdam 19-350/A/A 19-351/A/A

    Voorzittersbeslissing. Verweerster heeft in haar e-mail aan klager van 18 maart 2019 toegelicht waarom de secretaresse tijdens het telefoongesprek met klager haar naam niet heeft genoemd en waarom verweerders de zaak van klager niet kunnen behandelen. Dat hierbij sprake is geweest van discriminatie heeft klager niet of onvoldoende onderbouwd. De stelling van klager dat de secretaresse haar naam wel heeft genoemd toen hij onder een autochtone schuilnaam belde is onvoldoende om vast te kunnen stellen dat sprake zou zijn van discriminatie. Anders dan klager kennelijk veronderstelt stond het verweerders vrij de opdracht van klager niet te aanvaarden.

  • ECLI:NL:TDIVBC:2020:4 Veterinair Beroepscollege 's-Gravenhage VB 2019/16

    Hond. Niet meteen aanleggen Midazolam-infuus nadat Diazepam onvoldoende werkzaam bleek, niet doorverwijzen naar specialistische kliniek. Beroep verworpen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:101 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-622

    Voorzittersbeslissing. Bij het opstellen van zijn second opinion heeft verweerder zorgvuldig gehandeld door klaagster daarbij te betrekken, haar thuis te bezoeken en haar dossier te bestuderen. Voor deze werkzaamheden heeft verweerder een declaratie aan klaagster gestuurd. Het verwijt van klaagster dat deze declaratie pittig hoog was, is echter onvoldoende door klaagster onderbouwd en mist daardoor feitelijke grondslag. Dat verweerder zijn oordeel over de haalbaarheid van procedures tegen de buren van klaagster en het Kadaster ten onrechte heeft gebaseerd op verjaring en daarbij klakkeloos het eerste advies van mr. E heeft overgenomen kan de voorzitter, tegenover de gemotiveerde betwisting daarvan door verweerder, niet vaststellen. Klaagster heeft daartoe onvoldoende gesteld. Kennelijk ongegrond. 

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:108 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-769

    Voorzittersbeslissing met betrekking tot de kwaliteit van de dienstverlening. Gebleken is dat verweerder tijdig de vermeerdering van eis heeft ingediend. Een plicht tot instellen van hoger beroep bestaat niet. Na vertrouwensbreuk met klager diende verweerder zich terug te trekken als advocaat. Kennelijk  ongegrond. 

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:95 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-460

    Essentie: Klacht over het optreden van een collega-advocaat. Verweerder heeft op enig moment de behandeling van een strafzaak overgenomen van klaagster. Ondanks diverse verzoeken van klaagster heeft verweerder pas 13 maanden na de beëindiging van de strafzaak de toevoeging ter uitbetaling bij de Raad voor Rechtsbijstand ingediend. Vervolgens heeft hij nog ruim 3 jaar gewacht met het verstrekken van de benodigde gegevens aan klaagster voor het vaststellen van het aandeel van klaagster in de toevoegingsgelden en de betaling daarvan aan klaagster. Klacht gegrond; onvoorwaardelijke schorsing van 4 weken.