Zoekresultaten 18671-18680 van de 45138 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2018:93 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 323/2017

    Klacht tegen huisarts ongegrond. Verweerster heeft de diagnose torsio testis gemist. Zij heeft echter wel zorgvuldig gehandeld. Zij heeft voldoende onderzoek gedaan en dit goed gedocumenteerd. Zij heeft overleg gehad met een uroloog en voldoende nazorg gegeven.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2018:94 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 250/2017

    Klacht tegen huisarts ongegrond. Verweerder heeft voldoende aandacht aan klager besteed en voldoende regie gevoerd op de afbouw van zijn medicijngebruik. Niet gebleken is dat hij klager niet serieus heeft genomen of dat hij over klager besliste in plaats van samen met hem.

  • ECLI:NL:TNORARL:2018:13 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/333499 KL RK 18-24

    Betreft een voorzittersbeslissing. De notaris verzoekt de voorzitter om de kandidaat-notaris op grond van artikel 29 lid 2 Wna te benoemen tot vaste waarnemer. Op grond van analoge toepassing van artikel 26 onder c Wna is de voorzitter van oordeel dat de kandidaat-notaris, nu hij bij een nog niet onherroepelijk geworden uitspraak is veroordeeld voor een misdrijf, hangende zijn hoger beroep niet mag optreden als waarnemer. De voorzitter wijst het verzoek van de notaris af.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2018:91 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 009/2018

    Klacht tegen huisarts PI. Klacht betreft de behandeling van hoofdletsel van klaagster. Nader onderzoek was gelet op anamnese en onderzoek niet geboden. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2018:29 Accountantskamer Zwolle 17/2189 Wtra AK

    Voor een deel van de (fiscale) werkzaamheden waarop de klacht ziet is betrokkene niet tuchtrechtelijk verantwoordelijk te houden. De overige klachtonderdelen zijn gemotiveerd weersproken en daarna onvoldoende onderbouwd.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2018:50 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1812

    Klager verwijt verweerder, verpleegkundige, onder andere dat hij een conflictsituatie met een cliënte eniet heeft gemeld bij zijn leidinggevende, dat hij een verpleegkundige handeling heeft uitgevoerd zonder opdracht van een arts en cliënte daarbij onvoldoende heeft geïnformeerd. Het college is van oordeel dat verweerder geen tuchtrechtelijk verwijt te maken valt, onder meer omdat hij niet op de hoogte was (gebracht) van de door klager ervaren conflictsituatie. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2018:89 Raad van Discipline Amsterdam 18-234/A/NH

    Voorzittersbeslissing. Dat verweerder zijn geheimhoudingsplicht heeft geschonden door vertrouwelijke informatie naar buiten te laten komen kan niet worden vastgesteld. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2018:51 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 17191

    Klager verwijt verweerster, verpleegkundige, dat zij hem niet op de juiste wijze uit bed heeft geholpen. Klager is daardoor ten val gekomen en heeft hierbij zijn bovenbeen gebroken waardoor hij niet kon revalideren van zijn herseninfarct. Het college is van oordeel dat verweerster op de juiste wijze de transfer met klager heeft gemaakt, waarbij klager helaas ten val is gekomen. Dit levert echter geen tuchtrechtelijk verwijt aan het adres van verweerster op. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2018:49 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/012GZp

    Verweerster heeft als GZ-psycholoog een rapportage ingediend inzake een procedure omgangsregeling tussen klager en zijn ex-partner. Op basis van de rapportage heeft klager niet langer het gezag over zijn zoontje, en is hem tevens contact met hem ontzegd. Klager verwijt verweerster dat zij zonder onderzoek of eigen waarneming een rapportage heeft opgesteld. Zij had in deze situatie terughoudendheid dienen te betrachten. Gegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRARL:2018:104 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-353

    Klacht tegen eigen echtscheidingsadvocaat deels gegrond. Verweerder heeft verzuimd om stukken van klaagster bij de rechtbank in te dienen waarna het verzoek om partneralimentatie is afgewezen. Dat de persoonlijke omstandigheden van verweerder er mogelijk aan hebben bijgedragen dat de stukken niet (tijdig) zijn ingediend, doet aan de terechtheid van het verwijt niet af. Verder had verweerder klaagster expliciet moeten wijzen op het reële risico van het afwijzen van de gevorderde partneralimentatie door niet een concreet bedrag aan alimentatie te noemen. Dat klaagster geen concreet bedrag wilde noemen zoals verweerder heeft gesteld, doet daaraan niet af. Klacht voor het overige ongegrond. Waarschuwing.