Zoekresultaten 18201-18210 van de 42895 resultaten

  • ECLI:NL:TNORDHA:2017:20 Kamer voor het notariaat Den Haag 17-32

      De klacht bestaat uit de volgende onderdelen: 1. klager verwijt de notaris dat hij ernstig tekort is geschoten in zijn zorgplicht jegens klager door hem niet, althans niet voldoende, te wijzen op de gevolgen voor klager in privé, welke voortvloeien uit de door de notaris opgestelde en gepasseerde stukken; 2. de notaris is ernstig tekort geschoten in zijn zorgplicht jegens klager aangaande de inbreng van de onderneming van klager in [X], door (onder meer) het tot op heden niet daadwerkelijk realiseren van de inbreng, het niet periodiek navragen van de status van de inbreng, alsmede het niet, althans onvoldoende, informeren van klager omtrent de gevolgen voor klager in privé van het niet inbrengen van zijn onderneming in [X]; 3. de notaris heeft de gang naar de tuchtrechter willen blokkeren door een schikkingsvoorstel tegen finale kwijting te doen.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2017:21 Kamer voor het notariaat Den Haag 17-19

      Klaagster verwijt verweerster dat zij herhaaldelijk haar geheimhoudingsplicht heeft geschonden. Verweerster heeft zonder medeweten van klaagster zich als adviseur gemengd in een kwestie tussen klaagster en haar stiefdochters, waarbij verweerster gebruik maakte van een in alle vertrouwen verleende inkijk met betrekking tot de wijze waarop klaagster en erflater leerden omgaan met de door de ziekte veroorzaakte communicatieproblemen. Verder heeft verweerster zonder toestemming van klaagster een persoonlijke e-mailwisseling tussen haar en de stiefdochters aan hen verstrekt.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2017:22 Kamer voor het notariaat Den Haag 17-13

    Klaagster verwijt de notaris dat hij in strijd heeft gehandeld met zijn zwaarwegende zorgplicht jegens erflater door, ondanks de aanwezige indicaties van wilsonbekwaamheid, de voornoemde testamenten en schenkingsakte te passeren, zonder de wilsbekwaamheid van erflater te onderzoeken.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:261 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.462

      Klacht tegen gz-psycholoog. Uit het huwelijk van klager zijn twee kinderen geboren. De echtgenote van klager heeft een suïcidepoging ondernomen. De kinderen zijn via de huisarts geplaatst in een netwerkgezin. De school heeft een zorgmelding gedaan bij Bureau Jeugdzorg en Bureau Jeugdzorg heeft een melding gedaan aan de Raad voor de Kinderbescherming. De Raad heeft een onderzoek gestart naar de kinderen en hun gezinssituatie. De kinderen hebben brieven overhandigd aan de raadsonderzoeker. Na afronding van het onderzoek en voorafgaand aan het opstellen van het rapport en de te nemen beslissingen over de kinderen is verweerster, gz-psycholoog, enkel tijdens een multidisciplinair overleg geraadpleegd door de raadsonderzoeker. De kinderen zijn uiteindelijk onder toezicht geplaatst van Bureau Jeugdzorg voor de periode van een jaar. Klager verwijt verweerster: 1. dat zij geen onderzoek heeft gedaan naar de authenticiteit van de brieven van de kinderen zoals die zijn aangehecht aan het definitieve rapport van de Raad. De inhoud van de brieven is qua taalgebruik, structuur en inhoud niet te rijmen met de leeftijd van de kinderen en het is volgens klager evident dat de brieven zijn geschreven door een ander dan de kinderen die wrok koestert richting klager. Verweerster had dat moeten onderkennen. Voorts verwijt hij haar dat zijn bezwaren niet hebben geleid tot aanpassing van het rapport. 2. dat zij niet heeft gereageerd op de bezwaren van klager over het aanhechten van de brieven aan het rapport van de Raad en haar beslissing de brieven aan te hechten niet alsnog heeft gemotiveerd. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart beide klachtonderdelen ongegrond en wijst deze af. Het Centraal Tuchtcollege neemt dit oordeel over.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:262 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.475

      Een verpleegkundige, die als woordvoerder deel uitmaakte van het medisch team bij een jeugdkamp, heeft bij Veilig Thuis Drenthe een melding gedaan tegen de moeder van een van de deelneemsters van het kamp over een conflict met deze moeder over de aan haar dochter te verlenen zorg (overbrengen naar het ziekenhuis zoals verweerder voorstond of meenemen naar huis zoals de moeder voorstond). Verweerder heeft, mede tegen de achtergrond van de Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld, ten onrechte nagelaten om, opnieuw contact op te nemen met de moeder en/of de dochter (bijna 18 jaar). Hij had dienen te verifiëren hoe de situatie rond de dochter inmiddels was na terugkeer uit het ziekenhuis en had daarna moeten beoordelen op de voorgenomen melding nog wel noodzakelijk of aangewezen was. Hij heeft ten onrechte deze tussenstap achterwege gelaten. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:263 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.086

      Klacht van IGZ tegen verpleegkundige. Verpleegkundig was betrokken bij de behandeling van een minderjarige patiënte en moest de moeder van patiënte (nevenpatiënte) ouderbegeleiding geven. IGZ verwijt de verpleegkundige onder meer 1) seksueel grensoverschrijdend gedrag ten opzichte van nevenpatiënte door een affectieve en seksuele relatie met haar aan te gaan gedurende de behandeling van patiënte en 2) grensoverschrijdend gedrag ten opzichte van patiënte door het aangaan van een affectieve relatie met nevenpatiënte en de rolvermenging als gevolg van het optreden als hulpverlener en stiefvader van patiënte. Het Regionaal Tuchtcollege acht de klacht gegrond en beveelt de doorhaling van de inschrijving van de verpleegkundige in het BIG-register en ontzegt de verpleegkundige, voor het geval hij niet is ingeschreven in het BIG-register, het recht om wederom in dit register te worden ingeschreven. Het beroep van de verpleegkundige is gericht tegen - de zwaarte van - de hem opgelegde maatregel. Het beroep wordt verworpen. Ook het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat het aan de verpleegkundige te maken verwijt dermate ernstig is dat de zwaarste maatregel van doorhaling van de registratie van de verpleegkundige in het BIG-register op zijn plaats is. Verdere omstandigheden die een rol spelen: gebrek aan inzicht in het grensoverschrijdend handelen, de verpleegkundige heeft zich eerst in een zeer laat stadium onder behandeling van psycholoog gesteld, die behandeling ziet niet op het verschaffen van inzicht in de door de verpleegkundige toegebrachte schade aan de minderjarige patiënte en haar moeder, inzicht van de verpleegkundige blijkt niet uit het feit dat hij de praktijk van de zorg heeft verlaten en in het onderwijs is gaan werken, de verpleegkundige heeft nog steeds zijn huidige werkgever niet ingelicht over zijn grensoverschrijdend gedrag en is ook niet van plan dit te gaan doen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TNORARL:2017:41 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/320361 / KL RK 17/54

    Een notaris dient bij de uitoefening van zijn ambt de belangen van de bij een rechtshandeling betrokken partijen met de grootst mogelijke zorgvuldigheid te behartigen. Deze vereiste zorgvuldigheid brengt in beginsel mee dat, indien een notaris in een akte van levering van (certificaten van) aandelen opneemt dat de koper zonder tussenkomst van hem, notaris, de koopprijs aan de verkoper heeft voldaan en verder in de akte vermeldt dat de verkoper aan de koper kwijting verleent voor de voldoening van de koopprijs, die notaris, alvorens hij de leveringsakte passeert, bij de verkoper verifieert of de koopsom daadwerkelijk is ontvangen, althans hem informeert wat de gevolgen zijn als (volledige) betaling uitblijft. Laat een notaris dit na, dan kan hem dat tuchtrechtelijk worden aangerekend, wat met name het geval zal zijn indien na het passeren mocht blijken dat de koopsom niet (volledig) is voldaan. Bijzondere omstandigheden kunnen er evenwel toe leiden dat van een notaris niet behoeft te worden verlangd dat hij voor het passeren van de akte informatie inwint over de betaling van de koopsom of dat hij de verkoper informeert. In deze zaak is sprake van bijzondere omstandigheden. De kamer verklaart de klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:264 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.140

      Klacht tegen verpleegkundige. Na de geboorte van de zoon van klager heeft de verloskundige een zorgmelding gedaan bij Veilig Thuis. Kort daarna is de verpleegkundige bij klager op huisbezoek gedaan. Buiten aanwezigheid van klager heeft de verpleegkundige met de partner van klager en met de kraamverzorgster over het gedrag van klager gesproken. In de kern verwijt klager de verpleegkundige dat zij buiten zijn aanwezigheid een gesprek heeft gevoerd met zijn partner, dat zij tegen zijn partner heeft gezegd dat klager gedrag liet zien dat past bij mensen met de diagnose ASS (autisme spectrum stoornis) en dat de verpleegkundige het gesprek niet heeft teruggekoppeld aan klager. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond. In beroep acht het Centraal Tuchtcollege de klacht gegrond, vernietigt de beslissing waarvan beroep en legt de maatregel van waarschuwing op.

  • ECLI:NL:TNORARL:2017:42 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/320515 / KL RK 17/57

      De notaris heeft een akte gepasseerd, waarbij de echtgenoot van klaagster (certificaten van) aandelen in een besloten vennootschap heeft geleverd aan een derde. Een maand nadien heeft klaagster een verzoek tot echtscheiding ingediend. Klaagster is van mening dat de notaris, wetende dat de echtscheiding op handen was en dat zij en haar echtgenoot twistten over waarde van de (certificaten van) aandelen, de akte niet had mogen passeren. De kamer overweegt het volgende. Uit artikel 21 Wet op het notarisambt vloeit voort dat een notaris een ministerieplicht heeft. Dit betekent dat een notaris verplicht is werkzaamheden te verrichten die door een partij aan hem worden opgedragen. Slechts als een notaris gegronde redenen heeft, mag hij de kamer, zijn dienst weigeren. De echtgenoot van klaagster heeft de notaris de opdracht verstrekt een leveringsakte te passeren. De notaris dient, gegeven zijn ministerieplicht, aan die opdracht gevolg te geven. Hij behoort wel na te gaan of er omstandigheden zijn die aan de levering in de weg staan. In dit geval was daarvan geen sprake. De klacht wordt ongegrond verklaard.  

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:153 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-331

    Voorzittersbeslissing: verweerder treedt al jarenlang op als advocaat van de ex-vrouw van klager, onder meer in de alimentatie- en verdelingsprocedures. De juistheid van het verwijt van klager, dat verweerster door toezending van bijlagen aan de rechter en niet gelijktijdige toezending aan klager waardoor verweerster de rechter daarover tijdens de zitting welbewust op het verkeerde been heeft willen zetten in het nadeel van klager, is tegenover de gemotiveerde en met stukken onderbouwde betwisting daarvan door verweerster, niet komen vast te staan. Ten aanzien van vermeende grievende uitlatingen jegens klager, erkent zij dat zij die beweringen namens haar cliënte heeft gedaan maar betwist dat die beweringen onjuist waren, mede gelet op de voorliggende kwestie en bij haar cliënte bekende feiten over klager. Dat de door verweerster gedane beweringen in strijd met de waarheid waren, kan de voorzitter tegenover de gemotiveerde betwisting daarvan door verweerster, niet vaststellen. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.