ECLI:NL:TNORARL:2017:42 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/320515 / KL RK 17/57

ECLI: ECLI:NL:TNORARL:2017:42
Datum uitspraak: 08-09-2017
Datum publicatie: 28-09-2017
Zaaknummer(s): C/05/320515 / KL RK 17/57
Onderwerp:
  • Registergoed
  • Personen- en Familierecht
Beslissingen:
Inhoudsindicatie:   De notaris heeft een akte gepasseerd, waarbij de echtgenoot van klaagster (certificaten van) aandelen in een besloten vennootschap heeft geleverd aan een derde. Een maand nadien heeft klaagster een verzoek tot echtscheiding ingediend. Klaagster is van mening dat de notaris, wetende dat de echtscheiding op handen was en dat zij en haar echtgenoot twistten over waarde van de (certificaten van) aandelen, de akte niet had mogen passeren. De kamer overweegt het volgende. Uit artikel 21 Wet op het notarisambt vloeit voort dat een notaris een ministerieplicht heeft. Dit betekent dat een notaris verplicht is werkzaamheden te verrichten die door een partij aan hem worden opgedragen. Slechts als een notaris gegronde redenen heeft, mag hij de kamer, zijn dienst weigeren. De echtgenoot van klaagster heeft de notaris de opdracht verstrekt een leveringsakte te passeren. De notaris dient, gegeven zijn ministerieplicht, aan die opdracht gevolg te geven. Hij behoort wel na te gaan of er omstandigheden zijn die aan de levering in de weg staan. In dit geval was daarvan geen sprake. De klacht wordt ongegrond verklaard.  

KAMER VOOR HET NOTARIAAT IN HET RESSORT ARNHEM-LEEUWARDEN

Kenmerk: C/05/320515 / KL RK 17/57

Beslissing van de kamer voor het notariaat op de klacht van

(…) ,

wonende te (…),

klaagster,

tegen

mr. (…) ,

notaris te (…).

Partijen worden hierna klaagster en de notaris genoemd.

1. Het verloop van de procedure

1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit:

-      een brief van 15 mei 2017, met bijlagen, van klaagster

-      een brief van 19 mei 2017, met bijlagen, van de notaris

-      een brief van 2 juni 2017 van de notaris.

1.2 De klacht is behandeld ter openbare zitting van de kamer van 9 augustus 2017. Ter zitting is verschenen klaagster, bijgestaan door (…). De notaris is – met kennisgeving – niet verschenen.

2. De feiten

2.1 De notaris heeft op 9 februari 2017 een akte gepasseerd, waarbij de (toenmalige) echtgenoot van klaagster certificaten van aandelen in de besloten vennootschap (…) B.V. (verder te noemen: de vennootschap) alsmede één aandeel in de vennootschap heeft geleverd aan zijn vader (verder te noemen: koper).

2.2 In de leveringsakte is onder meer het volgende opgenomen:

         “INLEIDING

      Verkoper geeft vooraf te kennen:

         …

         e. door verkoper is geen verzoek tot echtscheiding of scheiding van tafel en bed ingediend en

        voor zover verkoper bekend is een dergelijk verzoek ook niet ingediend door diens partner.

2.3 Op 8 maart 2017 heeft klaagster een verzoek tot echtscheiding ingediend. De echtscheidingsbeschikking is inmiddels ingeschreven.

3. De klacht

Klaagster stelt het volgende. De certificaten van aandelen in de vennootschap en het aandeel in de vennootschap vielen tot 9 februari 2017 in de huwelijksgemeenschap van klaagster en haar echtgenoot en waren onderwerp van discussie tussen de echtgenoten. De echtgenoten hadden in januari 2017 een mediationtraject beëindigd, omdat over de waarde van de aandelen van de vennootschap geen overeenstemming kon worden bereikt. Klaagster en haar echtgenoot woonden al sinds januari 2016 niet meer samen. Hoewel de gezamenlijke woning al op 1 december 2016 was verkocht en geleverd aan de nieuwe eigenaar, gaf de echtgenoot van klaagster valselijk op 9 februari 2017 aan de notaris nog het adres van die woning op als zijn woonadres. De notaris, die de echtgenoot van klaagster goed kent, wist dat partijen "in scheiding lagen" en allang niet meer op één adres woonden. Ondanks dat hij van een en ander op de hoogte was, heeft de notaris op 9 februari 2017 de leveringsakte gepasseerd, waarbij alle certificaten en het aandeel in de vennootschap werden geleverd, voor een prijs waarvan zowel de echtgenoot van klaagster als de koper wist dat die prijs als volstrekt onaanvaardbaar laag werd beschouwd door klaagster. Op grond van het meningsverschil over de waarde van de aandelen was het mediationtraject namelijk beëindigd en had klaagster aangekondigd een echtscheidingsverzoek te zullen indienen. In de akte werd vermeld: "door verkoper is geen verzoek tot echtscheiding of scheiding van tafel en bed ingediend en voor zover koper bekend is een dergelijk verzoek ook niet ingediend door diens partner." Dit is weliswaar formeel juist, maar bij de echtgenoot van klaagster en de notaris was bekend dat dit verzoek binnen zeer korte tijd zou worden ingediend. Gelet op deze feiten en omstandigheden heeft de notaris gehandeld in strijd met de zorgvuldigheid, die redelijkerwijs van hem mocht worden verlangd, en in strijd met de goede trouw bij de uitoefening van het notarisambt. Hij had niet mogen meewerken aan de levering van een tot de huwelijksgoederengemeenschap behorend vermogensbestanddeel zonder medeweten van klaagster.

4. Het verweer

De notaris voert het volgende aan. De echtgenoot van klaagster was ten tijde van de transactie ingeschreven op het in de akte genoemde adres. Het uittreksel uit de BRP bevestigt dit. Van de juistheid daarvan moet een notaris uitgaan. De aandelen stonden onder bestuursbevoegdheid van de echtgenoot van klaagster, dus hij mocht deze vervreemden. In een e-mail van 8 februari 2017 zijn klaagster en haar echtgenoot daarvan op de hoogte gesteld en is hun verder meegedeeld dat in de akte zal worden opgenomen dat door de echtgenoot van klaagster geen verzoek tot echtscheiding is ingediend en voor zover hij weet door klaagster ook niet. Aan de notaris was niet bekend dat het verzoek tot echtscheiding eerdaags zou worden ingesteld. Omdat partijen al geruime tijd in echtscheiding lagen, had het verzoek ook veel eerder kunnen worden ingediend. Daar is rekening mee gehouden, want in de e-mail van 8 februari 2017 is verder aan partijen bericht dat klaagster desgewenst de stelling kan betrekken dat sprake is van Paulianeus handelen, omdat in het zicht van een echtscheiding vermogensbestanddelen aan de gemeenschap worden onttrokken. Daarnaast is partijen in de e-mail erop gewezen dat een en ander onverlet laat dat de waarde van de aandelen verrekend dient te worden ongeacht waar de eigendom zit. Hiermee wordt aangegeven dat het niet uitmaakt of de aandelen/certificaten nu wel of niet overgedragen zijn. Klaagster is door de overdracht dus niet in haar rechten geschaad. De in de akte genoemde koopprijs berust op berekeningen die aan de notaris zijn overgelegd. Aan de echtgenoot van klaagster en de koper is gevraagd welke reden ten grondslag lag aan de transactie. De echtgenoot van klaagster heeft dit in een brief van 2 februari 2017 aan koper weergegeven. Er is door de notaris niet onjuist gehandeld bij de levering van de certificaten en het aandeel. 

5. De beoordeling

5.1 Ingevolge artikel 93 lid 1 Wet op het notarisambt zijn notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van handelen of nalaten in strijd met hetzij enige bij of krachtens deze wet gegeven bepaling, hetzij met de zorg die zij behoren te betrachten ten opzichte van degenen te wier behoeve zij optreden en ter zake van handelen of nalaten dat een behoorlijk notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris niet betaamt. De kamer dient daarom te onderzoeken of de handelwijze van de notaris een verwijtbare gedraging in de zin van dit artikel oplevert.

5.2 De vraag die ter beantwoording voorligt, is of de notaris de leveringsakte heeft mogen passeren, in aanmerking genomen dat het echtscheidingsverzoek van klaagster aanstaande was en wetende dat naar de mening van klaagster de koopprijs van de certificaten respectievelijk het aandeel aanzienlijk te laag was.

5.3 De kamer stelt het volgende voorop. Uit artikel 21 Wet op het notarisambt vloeit voort dat een notaris een ministerieplicht heeft. Dit betekent dat een notaris onder andere verplicht is werkzaamheden te verrichten die door een partij aan hem worden opgedragen. Slechts als hij gegronde redenen heeft, mag de notaris zijn dienst weigeren.

5.4 De echtgenoot van klaagster heeft de notaris de opdracht verstrekt een akte te passeren, waarbij certificaten van aandelen en één aandeel in de vennootschap worden geleverd. De notaris dient, in aanmerking genomen zijn ministerieplicht, aan die opdracht gevolg te geven. Wel behoort hij na te gaan of er omstandigheden zijn die aan de levering in de weg staan.

5.5 Vaststaat dat de echtgenoot van klaagster alleen en zelfstandig bestuurder was van de vennootschap alsmede eigenaar van de certificaten van aandelen en van het aandeel in de vennootschap. Hij was dus bevoegd de certificaten en het aandeel te verkopen en te leveren. Daartoe behoefde hij niet de instemming of medewerking van klaagster. Dit zou anders (kunnen) zijn geweest indien inmiddels een echtscheidingsverzoek was ingediend, waardoor hij vanaf dat moment niet meer alleen bevoegd zou zijn. Van een dergelijk verzoek was op dat moment geen sprake. De notaris diende daarom gevolg te geven aan de opdracht de akte te passeren. Dat de notaris bekend was (met de mogelijkheid) dat klaagster een echtscheidingsverzoek zou indienen, kan daarin geen verandering brengen. De omstandigheid dat de notaris zou hebben geweten dat de echtgenoot van klaagster niet meer woonachtig was in de (voormalige) echtelijke woning, maakt dat niet anders. Ook stond het de notaris, gelet op zijn geheimhoudingsplicht, niet vrij klaagster te informeren over het passeren van de akte op 9 februari 2017, nu klaagster daarbij geen partij was en evenmin een positie bekleedde op grond waarvan zij op die informatie aanspraak kon maken.

5.6 De notaris heeft aangegeven dat hij heeft kennisgenomen van de grondslag van de transactie en van de berekening van de gehanteerde koopprijs. Hij verwijst daarvoor naar stukken die door hem zijn overgelegd. De kamer is niet gebleken dat de gegevens in die stukken voor de notaris aanleiding hadden moeten zijn te twijfelen over de reden van de verkoop of de juistheid van de hoogte van de koopprijs. Ook daarom mocht hij zijn dienst niet weigeren.

5.7 Het voorgaande leidt ertoe dat de klacht ongegrond dient te worden verklaard.

6. De beslissing

De kamer voor het notariaat

verklaart de klacht ongegrond.

Deze beslissing is gegeven door mr. M.C.J. Heessels, voorzitter, mrs. V. Oostra, K.H.H.J. Kuhlmann, L.P. Oostveen-ter Braak en M.J.C. van Leeuwen, leden, en door de voorzitter in tegenwoordigheid van mr. J.G.W. Oor, secretaris, uitgesproken in het openbaar op 8 september 2017.

de secretaris                                                                             de voorzitter

Tegen deze beslissing van de kamer voor het notariaat kunnen partijen binnen dertig dagen na de datum van verzending van het afschrift van de beslissing schriftelijk hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam. Postadres: postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.