Zoekresultaten 15211-15220 van de 44677 resultaten

  • ECLI:NL:TGZREIN:2019:32 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 18174

    Klager verwijt een verzekeringsarts (onder andere) dat hij met zijn handelen de gezondheid van klager forse schade heeft toegebracht en dat de door verweerder opgestelde rapportage op onzorgvuldige wijze is opgesteld. Deze klachtonderdelen worden ongegrond verklaard. Het klachtonderdeel, dat verweerder heeft nagelaten een gesprek met de huisarts van klager in het medisch dossier vast te leggen, wordt gegrond verklaard. Het college legt geen maatregel op.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2019:4 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2018/39

    Dierenarts wordt verweten veterinair tekort te zijn geschoten in de zorg voor een hond en haar ongeboren pups, met als gevolg dat de pups zijn overleden. Gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2019:11 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2018/42

    Dierenarts wordt verweten ten aanzien van een hond, die een epileptische aanval had gehad, onvoldoende onderzoek te hebben verricht en ook anderszins veterinair onjuist en/of nalatig te hebben gehandeld. Gegrond, berisping.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2019:33 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 18177

    Klager verwijt een verzekeringsarts dat hij onterecht een persoonlijkheidsstoornis aannemelijk heeft geacht, dat hij onvoldoende informatie heeft opgevraagd in het kader van een militair geneeskundig onderzoek en dat hij bij de beoordeling is uitgegaan van onjuiste feiten. De klacht is op verzoek van klager behandeld achter gesloten deuren. Het college wijst de klacht af en oordeelt dat het rapport van verweerder voldoet aan de eisen en dat de Lisv-richtlijn ‘Communicatie met behandelaars’ is gevolgd op grond waarvan verweerder niet verplicht was nog aanvullende informatie op te vragen bij een bepaalde behandelaar van klager.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2019:5 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2018/40

    Dierenarts wordt verweten met betrekking tot een uitgevoerde sectio en hysterectomie bij een hond veterinair onjuist en/of nalatig te hebben gehandeld, ook met betrekking tot de verleende nazorg. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2019:6 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2018/46

    De klacht houdt in, samengevat, dat de dierenarts veterinair onjuist heeft gehandeld bij de euthanasie van een hond, met name doordat hij heeft nagelaten de hond voorafgaande aan euthanasie te sederen, waardoor de hond onnodig pijn heeft geleden en de eigenaar de euthanasie van de hond als een traumatisch heeft ervaren. Gegrond, berisping.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2019:7 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2018/92

    Dierenarts beroept zich in verweer op het feit reeds met pensioen en niet meer als dierenarts werkzaam te zijn. Het college volgt de dierenarts daarin en bepaalt dat de procedure om die reden niet wordt voortgezet.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:78 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-639/DH/RO

    Raadbeslissing. Klacht deels gegrond. Waarschuwing. Verweerder heeft ’s nachts een datum voor kort geding aangevraagd bij de rechtbank, terwijl klager hem had medegedeeld dat hij diezelfde dag, zo vroeg mogelijk, zijn verhinderdata zou doorgeven. Onder de gegeven omstandigheden was het handelen van verweerder naar het oordeel van de raad tuchtrechtelijk verwijtbaar, omdat hij gelet op de mededeling van klager op die opgave had behoren te wachten. Verweerder heeft met zijn handelwijze onvoldoende transparantie (in de communicatie) betracht in de richting van klager. Voorts nagelaten om niet gelijktijdig een afschrift heeft gezonden naar klager.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2018:272 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-662/DH/HvD

    Voorzittersbeslissing. Klaagster verwijt verweerder dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan belangverstrengeling en dat hij onvoldoende bereikbaar was. Klachten zijn kennelijk ongegrond. Klacht hangt samen met klacht 18-661.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2019:29 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 18125

    Klacht na overlijden patiënt die zich meerdere keren tot huisarts had gewend met klachten en signalen die pasten bij cardiale problematiek en die voldeed aan het risicoprofiel. Verweerder had moeten doorverwijzen. Ook het uitblijven van enige vorm van nazorg aan de nabestaanden is tuchtrechtelijk verwijtbaar. Gegrond, berisping.